Van een sjoemeljournalist

Het is een kwestie van tijd. Hoe meer naam ik maak als authentiek en integer schrijver, hoe groter de kans is dat een jaloerse journalist onderzoek gaat doen naar mijn verleden. En die roots zullen een stuk minder authentiek en integer blijken. Om de dirt diggers een stap vóór te zijn volgen hierbij enkele bekentenissen van Berend van der Laan, drs. Samuel Boskoop en dr. Frank Mijnhart.

Het gaat om mijn eerste betaalde werkzaamheden als freelance journalist, zo’n dertig jaar geleden. Gezien mijn rijke fantasieleven en mijn weerzin tegen alles met waarheid zag ik mezelf vooral als een ‘creative reporter’. Moest kunnen vond ik, een beetje liegen, want schrijven kon ik als geen ander.

Die mening was ook mijn goede vriend H. toegedaan. Hij verzorgde de eindredactie van een fitnessmagazine. Eind jaren tachtig was iedereen nog lekker bezig met zijn body dus H. zat altijd verlegen om kopij. Hij kende mij als filmconnoisseur en vroeg me te schrijven over films met gespierde sterren zoals Stallone, Schwarzenegger en Eastwood. Bodyscope zou de rubriek heten. De stukjes waren prima leesbaar, al moest ik me inhouden om de films niet af te kraken.

Sterker, Bodyscope deed het zó goed dat ik van H. ook artikelen over fitness mocht schrijven. Onontgonnen terrein voor mijn persoon, geen probleem voor de creative reporter in mij. Het ene instructieve na het andere informatieve stukje poepte ik uit. Ik wist precies hoe het zat met reverse grip bench press, rationeel emotieve therapie, het belang van recuperatie en het verslavende effect van endorfine. Deze info roofde ik vooral uit Amerikaanse artikelen (‘Endogenous peptides and analgesia’) en alles wat ik niet wist of niet begreep verzon ik erbij. Overtuigende lulkoek, zo vond ik zelf.

Die mening was ook H. toegedaan. Bijna de helft van het blad mocht ik vullen. Dat moest natuurlijk wel onder pseudoniemen. Opnieuw geen probleem voor de creative reporter in mij. Deskundoloog Berend van der Laan zag het licht, die al spoedig gezelschap kreeg van Samuel Boskoop en Frank Mijnhart. Was de tweede een echte doctorandus, de derde had het zelfs tot doctor geschopt. Waarin precies bleef onduidelijk; men vermoedt iets met moleculaire levenswetenschappen.

Natuurlijk is het strafbaar om titulatuur te gebruiken als je slechts kunt bogen op een zwemdiploma en een bij elkaar gespiekt Atheneum A. Maar juist dat illegale gaf mijn antisociale inborst een kick. De Diederik Stapel van de bodycultuur voelde ik me, lang voordat Diederik uit zijn duim ging zuigen. Het was dan ook met smart dat ik de stekker uit mijn imaginaire wetenschappers moest trekken toen ik gevraagd werd om filmrecensent te worden bij de lokale omroep. Tijd voor echte journalistiek.

Of mijn intuïtieve fitnessstukjes ooit (blijvend) letsel veroorzaakt hebben ben ik nooit te weten gekomen. Wel hoop ik dat mijn jeugdzonden boven komen drijven als mijn integere en authentieke boeken beroerd blijken te verkopen, zodat ik in talkshows mag aanschuiven als prof. dr. ir. Berend S. Mijnhart, om de Peter R. de Vriesjes en andere allesweters even te laten merken wat een échte know-it-all is.

Bekentenissen van een zwendeljournalist
Meester in de rechten, dat ontbreekt nog