Crisismanagement

Misschien komt het doordat ik ben opgegroeid in een steenkoud monumentaal pand. Misschien komt het doordat mijn ouders de oorlog hebben meegemaakt en daarover graag gruwelverhalen vertelden (‘de honger!’ ‘de lijkenlucht!’ ‘de bajonetten!’). Misschien komt het doordat mijn moeder ons soms vergat te voederen. Feit is dat er een survivalist in mij huist.

Ik beschik over waterdichte schoenen, dito parka en een regenbroek om watersnood te trotseren. Boodschappen doe ik zo goedkoop mogelijk in supers waar ze de artikelen niet eens uit de dozen halen, liefst om 08:01 uur als het uitgestorven is en de schappen nog vol zijn. In mijn sleutelhanger zit een opgerold briefje van vijftig, voor als mijn portemonnee gerold wordt in den vreemde. Naast een stadsfiets heb ik een mountainbike die ondanks de grote wielen gratis mee mag in de trein want vouwbaar. Mijn zonnebril is niet alleen op sterkte, ook ‘wrap around’, zodat mijn zieke ogen niet verblind worden door woestijnachtige zonuren.

Mijn foon is beveiligd met zowel duimafdruk als swipe-code. In mijn rugzak zit een eenpotig statief waarmee ik mij kan afweren, maar dat tevens kan doorgaan voor foto-gear, mocht de rechter gaan zeuren. Als ik mijn sleutelbos buitenshuis kwijtraak kan ik via een ingenieuze two factor autentication toch mijn flatje in. Op mijn desktop loeit een virusscanner om mijn blogs 24/7 te beschermen tegen Russische hackers. Telemarketeers durven mij al jaren niet meer te bellen. Ik ben een prepper die op oorlog wacht. De Apocalyps mag ook.

Veel van deze neurotische handigheidjes zijn het resultaat van zelfvervloeking na het begaan van stommiteiten. Stap voor stap heb ik geleerd oplossingsgericht te denken. Dat voelt stoer, die zelfredzaamheid. Soms waan ik me een huis-, tuin- & keuken-Navy Seal. Maar nu Nederland een crisis wacht en overleven mainstream dreigt te worden, is de lol eraf.

Gas en boodschappen zijn onbetaalbaar geworden. Niet alleen voor kerkratten als ik, ook voor Jan Modaal en middenstanders. Met Prinsjesdag krijgen we wat aalmoezen toegeworpen, maar iedereen weet dat deze Hongerwinter het nieuwe normaal wordt. De kloof tussen arm en rijk groeit uit tot een Grand Canyon, Nederland wordt een poor man’s USA zonder American Dream. En Hollanders zijn niet gebouwd op zelfredzaamheid. Wij vertrouwen op de overheid.

Wat de crisis zo angstaanjagend maakt zijn geluiden binnen het kabinet waaruit blijkt dat het geen benul heeft van leven onder de armoedegrens: ‘We moeten beseffen dat we samen stukje armer zullen worden’. Dat kun je parafraseren als: ‘Als ze geen brood hebben, dan eten ze toch cake!’ De media lijken evenmin doordrongen van de urgentie, want reppen over ‘groepen die het lastig krijgen’. Alsof het over een dozijn morrende horigen gaat, over De Anderen. Zouden kabinetsleden en redacteuren zelfs maar vrienden hebben die financieel in de problemen komen? Of blijft armoede voor hen beperkt tot wat slum safari?

Deze winter zal ik mij bewijzen als prepper. De thermostaat gaat op nul. Moet kunnen, want ik heb een elektrisch verwarmde hoodie met powerbank aangeschaft. Op één lading kan ik het thuis een dag uithouden, mits ik tevens parka en regenbroek aantrek. Lastiger wordt het voor Jan Modaal en koters, zeker als die in een steenkoud monumentaal pand wonen. Gelukkig stimuleert crisis ook solidariteit. Behoeftige gezinnetjes kunnen bij mij de cursus ‘Stadsduif braden op waxinelichtjes’ volgen, opgewarmd met gruwelverhalen over Huize Hannik. Hangt een prijskaartje aan, maar da’s de schuld van de inflatie. Dessert (cake) zelf meenemen!