De adem

Vader achter het stuur van de Opel Rekord. Naast hem oma die alvast Italiaanse woordjes met ons oefent. Achterin moeder die de wereld observeert via haar Olympus Pen en de kinderen zoet houdt met boterhammen. Vóór ons de open Rijksweg. Het is de zomer van 1965. We zijn uit Rotterdam vertrokken, op weg naar het station van Den Bosch. Daar zal de auto op de autoslaaptrein gehesen worden en wacht ons een gereserveerde coupé met slaapplekken. Het avontuur lonkt! Maar verder weinig bijzonders aan, zou je zeggen, zo’n vakantiekiek. Dus waarom?…

Als mensen denken aan de hoogtepunten van hun leven – de momenten die langs zullen flitsen op het moment van verscheiden – is dat waarschijnlijk een soort levensverzekeringscommercial in fast foward. Met greatest hits als een lachende moeder boven de wieg, trotse ouders bij de diploma-uitreiking, de eerste zoen in de fietsenstalling, het gekrijs van een pasgeboren baby, een schouderklop bij promotie op de zaak, het gouden huwelijksfeest met te veel champagne, en een huis vol kleinkinderen tijdens de laatste verjaardag. Maar het leven is geen commercial. En allerminst verzekerd van geluk.

Voor de meeste zielen is het bestaan een aaneenschakeling van afzien. Armoede, honger, misbruik, afwijzing, verkrachting, drugs, geweld, ziekte, dood. Voor dat inzicht hoef je geen zwartkijker te zijn. Gewoon het journaal aanzetten volstaat. Aanslagen, bombardementen, roofmoorden. Op de meeste plekken is een mensenleven geen stuiver waard. De vraag is wat de ziel dàn kiest voor het filmpje bij het verscheiden. Die moet zich dan behelpen met subtiele momenten. Een onverwachte glimlach, een helpende hand, een troostende schouder. Zaken die ik als verwende, upper middle class dagdromer onvoldoende zou weten te waarderen.

Want ik mag me bepaald niet mag beklagen over mijn leven. Dat ik dat toch vaak doe komt doordat drama meer verhaal oplevert voor blogs. Ik verken mijn dieptepunten graag voor inspiratie. Zo had mijn moeder nooit ma mogen worden met haar schizofrene agressie. Was mijn vader ongeschikt als pa met zijn neiging tot afkeuring. Had ik graag De Ware gevonden, en een baan waarin ik gestraald had. Bovenal had ik een eigen kind de liefde willen schenken die ik mijzelf gewenst heb. Maar een rotleven? Welnee! Er is zo veel goed gegaan. En dan heb ik het niet over de kansen die mij aangereikt werden. Het zat hem in andere dingen.

Ik herinner me hoe mijn moeder me inspireerde met haar creatieve kijk op het leven. Hoe mijn vader me op zijn machtige schouders droeg in de branding van de Middellandse Zee. Hoe ik de euforie van het nachtleven vierde met liefde, lust en schaters. Hoe ik mijn stiefkinderen voorlas tot ze in slaap vielen. Hoe ik mijn boek presenteerde in een afgeladen Donner. Hoe ik met hoogstpersoonlijke verhalen op Facebook herkenning oproep bij wildvreemden. Echt, ik heb mijn portie geluk wel gehad. Toch is het de vraag of déze momenten langs zullen komen.

Misschien kiest de ziel per definitie voor minder nadrukkelijke herinneringen. Gaat ie voor ogenschijnlijk alledaagse voorvallen. Voor de poëzie des levens. Zoals dit moment in de Opel Rekord. Niet omdat we een chique vakantie in het vooruitzicht hadden. Maar omdat de reis een afleiding bood die ons tot elkander bracht. Hij maakte van het gezin even een écht gezin, zonder geruzie of gevloek, waanzin of geweld. Dus wie weet, komt die rit naar Den Bosch wel langs als ik mijn laatste adem uitblaas. Voor mijn part de hele rit, mocht ik een lange adem hebben. Om te voelen hoe bijzonder het allemaal is geweest. Adembenemend zelfs.