De band

Laat ik beginnen met een bekentenis. Soms als ik true crime documentaires bekijk op YouTube, lijkt het alsof ik door het opzoeken van die extremen mijn eigen gevoelsarmoede probeer te compenseren. Alsof ik mijzelf zo wakker wil schudden uit een burgermanscoma. Maar hoe meer misdaad ik tot mij neem, hoe abstracter deze wordt. Straks zijn de slachtoffers gereduceerd tot vergeelde foto’s. Ben ik afgestompt? Nog niet. Onlangs stuitte ik op een casus die me diep wist te raken. Aanvankelijk niet om de reden die je zou verwachten.

In de zomer van 1973 wordt de zevenjarige Susan ontvoerd in Missouri. De FBI en de plaatselijke sheriff ontvangen telefoontjes van de ontvoerder. Hij noemt details waaruit blijkt dat ie de ‘real deal’ is. Hij eist losgeld, maar komt niet opdagen op de afgesproken plek. Dan wordt de familie van Susan opgebeld. De broer neemt op. De FBI maakt een opname van het gesprek. De stem van de dader ligt nu vast, maar het telefoontje laat zich niet herleiden.

Bij deze zaak wordt voor het eerst gebruikt gemaakt van een daderprofiel. Laat lokaal klusjesman en gedecoreerd Vietnamveteraan David nou perfect in dat plaatje passen. Hij wordt toch al verdacht omdat hij wel erg graag meedenkt met de politie, en op plekken heeft verkeerd waar menselijke resten worden aangetroffen. Bovendien beschikt hij over de expertise om telefoonlijnen te ‘hacken’. Maar vermoedens zijn nog geen bewijzen.

Een jaar na de verdwijning van Susan belt de ontvoerder moeder Marietta op. Niet om losgeld te eisen. Om over haar dochter te praten. Volgens hem is zij gezond en wel, helemaal happy bij haar ‘oom’. Ze zijn samen naar Disney World geweest! Marietta gelooft er niets van en is daar duidelijk over. Toch legt ze hem niet het vuur aan de schenen. Integendeel. Ze blijft kalm. Hoort hem uit. De ontvoerder is onthutst dat deze vrouw zich zo weet te beheersen. Hij zegt haar gerust te willen stellen. Susan is nu immers gelukkig! Marietta zegt dat ze hem wil geloven, maar bewijzen nodig heeft dat Susan nog leeft. Ze vraagt wat ze voor hem kan doen. Waarop hij… in tranen uitbarst: ‘I wish this burden could be lifted from me!’ Het gesprek zou een uur duren. Bewijzen komen er niet, maar de band tussen ontvoerder en moeder is een feit.

De politie stuit op steeds meer aanwijzingen dat David de dader is. Ze vragen hem een leugendetectortest te ondergaan. David stemt in, azend op aandacht. Resultaat: ‘inconclusive’. Een waarheidsserum kan evenmin een bekentenis aan hem ontlokken. Maar Marietta herkent Davids stem uit een vijftal opties. Haar laatste restje twijfel is weggenomen.

De politie stelt voor om verdachte en moeder tot elkander te brengen bij Davids advocaat. Dat gesprek verloopt beschaafd. Er worden zelfs handen geschud. Maar er volgt geen bekentenis. Diezelfde avond belt ze hem op. Nu is hij emotioneler. Helaas: geen bekentenis. Ze zoekt hem op in zijn werkplaats. Ze zegt hem te vergeven en dat God dat ook zal doen als hij bekent. Geen effect. Weer later zou Marietta gebeld worden door de ontvoerder. Ze reageert gelijk met een ‘Hello David’ – alsof ingefluisterd door Gods souffleur. Waarop de verbouwereerde ontvoerder uit zijn rol valt. Zijn decor stort in. Hij wordt gearresteerd. En pleegt zelfmoord.

Niet alleen schenkt deze moeder de moordenaar van haar dochter vergiffenis, Marietta blijkt ook als enige in staat om tot Davids gevoelsleven door te dringen. Ongetwijfeld omdat ze door diens toedoen in hetzelfde duistere universum verkeert. David smeekt tussen de regels door om verlossing. Daardoor wordt hun dialoog een beklemmend drama, grijpen de woorden me bij de strot, schudden ze me wakker uit de burgermanscoma, de adem stokkend bij elk woord dat naar biecht neigt. Tot mijn oog valt op de foto van Marietta en Susan. Beiden stralend, onbewust van hun noodlot. Opeens besef ik dat de moordenaar – zelfs post mortem – mijn aandacht heeft weggekaapt bij moeder en dochter. Damn you, David. En damn myself.