De dreiging

Een onveilige jeugd creëert een onrustig brein. Als knulletje was ik voortdurend op zoek naar een manier om aan de klappen van mijn moeder te ontsnappen. Op straat spelen of ergens logeren mocht niet, dus moest ik het hebben van mijn geest. Een uitdaging voor een joch dat niet van lezen hield. De zwart-wit-tv stond boven op de slaapkamer, want in de jaren ’60 werd alleen ’s avonds uitgezonden. Ik had toen – besef ik nu – goud gegeven voor zoiets als YouTube. Niet alleen om in te ontsnappen, ook om mijn hongerige brein mee te voeden.

De ironie wil dat diezelfde driftige moeder haar kinderen wist te betoveren met zelfgemaakt escapisme. Foto’s, dia’s, geluidsopnamen, babyboeken, vakantiealbums… Dat deed ze om haar ‘rotkinderen’ bezig te houden zodat die haar met rust zouden laten. Maar haar toewijding en nijverheid – dat besef ik nu ook – getuigen evenzeer van oprechte moederliefde.

Liefst dook ik in de albums die zij gemaakt had met foto’s uit de Televizier. Geen plaatjes van kinderseries zoals Swiebertje, daar vond ik geen zak aan. Dat wist mijn moeder. Ik hield van huiveren. Van science fiction met aliens, van shoot-outs in saloons, bijtbeesten in de jungle, twisted horror. Van Voyage to the Bottom of the Sea, Rawhide, Daktari, The Twilight Zone!

Die suspense paste bij de sfeer van ons spookhuis, maar gaf mij ook energie. In het weekend, als mijn ouders uitsliepen, speelde ik de series in de huiskamer na, waarbij er geheid iets aan diggelen ging. Waarop mijn moeder de trap afstormde om me een lel te geven. ‘Rrrotjong!’

In die tv-albums zaten ook foto’s van tijdschriften uit de leesportefeuille, zoals Panorama (nog zonder bloot) en Revu (nog zonder bloot of ‘Nieuwe’). Omdat er in ons klompenlandje weinig fotogenieks gebeurde, kochten de redacties regelmatig beeldmateriaal op bij buitenlandse magazines. Een van die beelden maakte diepe indruk op mij.

Het toont een baai met op de achtergrond een man in kano, op de voorgrond het dreigende silhouet van een monster dat vlak onder de zeespiegel zwemt. Er stond weinig tekst bij de foto, maar uitleg was overbodig. Ik was ervan overtuigd dat het om een kolossale, prehistorische kikkervis ging, hongerend naar toeristen. Naar rotkinderen die pootjebaadden! De foto boezemde mij zoveel angst in, dat ik de klappen van moeder glad vergat. Hoe helend!

Huiveren mag afleiden, het heeft mijn geest er niet rustiger op gemaakt. Integendeel. Ik ben YouTube-junkie geworden. Dagelijks verslind ik filmpjes over UFO’s, westerns, fauna, true crime, noem maar op. Liefst met een kritische voice-over die, zo nodig, ontzenuwt.

Natuurlijk kan ik de verleiding niet weerstaan om een beschrijving van de kikkervisfoto in te typen. En verdomd. Beet! Volgens YouTube is The Hook Island Sea Monster-foto in 1964 gemaakt door een Franse fotograaf. Decennia later is de kiek viraal gegaan op internet omdat hij pre-Photoshop is en dus authentiek moet zijn. Maakt de kritiek er niet malser op. Het monster wordt verklaard als ‘school vissen’, ‘scheur in zeebodem’ of ‘reep plastic’, zijn fotograaf ontmaskerd als een fraudeur op de vlucht voor Interpol. Maar dat wil ik helemaal niet weten. Ik wil dat het mysterie intact blijft. Dat het silhouet voor altijd een prehistorisch monster met een hongerig brein is, azend op pootjebadende rotjochies. Fantasie is oneindig veel inspirerender dan stomme feiten! Sterker, soms zou ik er goud voor geven als het internet even op zwart werd gezet. En iedereen een plakboek van mijn moeder kreeg. Inclusief lel.