De feministe

Mijn favoriete decennium is de fifties. Ik houd van de jazzy sfeer, de verzorgde kleding, de sobere vormgeving, de zwart-witfotografie. Een tijdperk met een stijl en klasse die zouden afsterven in de popcultuur. Jammer dat ik er maar 321 dagen van heb meegemaakt.

Wat de jaren ’50 voor mij extra aantrekkelijk maakt is dat mijn moeder, toen een twintiger, in de kracht van haar leven was. Met good looks en een stel uitstekend werkende hersenen. Niet dat het haar voor de wind ging. Ze was gesjeesd op de kunstacademie, had een rampzalige romance met een getrouwd kunstenaar achter de rug en werd geteisterd door angsten en waanbeelden. De arti-fartiwereld beu, besloot ze tot een shot realiteit. Rightly so.

Ze ging een opleiding tot doktersassistente volgen. Nadat ze met vlag en wimpel was geslaagd kreeg ze een baan als laborante in een instituut waar fysiologisch onderzoek werd verricht. Zo moest ze op locatie metaalarbeiders in de Hoogovens testen. Exact werk dat naadloos aansloot bij haar brein.

In deze periode werd er toevallig een fotoserie gemaakt voor een bedrijfsfolder. Minder toevallig is dat mijn moeder op bijna elke foto te zien is. Wat een schoonheid! Eén foto trof ik onderin een doos, verscheurd als een rancuneuze puzzel. Toen ik hem ‘gerestaureerd’ had vroeg ik me af waarom ze hem had willen vernietigen. Was de proefpersoon een scharrel geweest die haar had laten barsten? Waarschijnlijker is dat ze de kerel onder stroom had gezet om te testen hoe hard ie kon werken.

Ik geniet van de foto’s omdat ze mijn moeder tonen toen ze nog baas in eigen buik was. Een zelfstandige vrouw die op kamers woonde, een volwaardig salaris verdiende en uitging met wie ze wilde. Trots, daadkrachtig en stijlvol als een oerfeministe. Captain of her ship!

Het sprookje eindigde toen ze verliefd werd op haar prins, een arts-in-opleiding. De Marlon Brando van Charlois! Niet veel later was ze met hem getrouwd, zijn assistente geworden én moeder van zijn kinderen. In de ’60’s gaf het gezinsleven haar eigendunk een kortstondige boost. Doktersvrouw! Moeder! Maar ons Little House on the Prairie zou haar steeds meer frustreren en zelfs gekmakend ongelukkig maken. Daar moest iemand de schuld van krijgen.

Eerst lag het aan de Japanse keizer die verantwoordelijk was voor de dood van haar vader. Toen aan de kampbewakers die haar hadden uitgehongerd. Daarna aan de Hollandse kerels die haar hadden uitgelachen. Vervolgens aan haar echtgenoot die een normaal leven wilde leiden. Uiteindelijk hadden álle mannen het gedaan. Dood aan het patriarchaat! In de ’70’s was de kapitein tot drenkeling verworden, de oerfeministe tot twitteraarster avant la lettre.

Dus. Laat mij maar dwepen met de fifties. Met dat gouden decennium, toen mijn moeder nog geen man nodig had om uit te schelden. Een vrouw die ik graag had willen ontmoeten, om over stijl en klasse te kletsen. Maar liever niet als metaalarbeider van de Hoogovens.