Het omen

Het begon met vlammetjes die uit de motorkap kwamen. Al spoedig stond de hele neus van de Eend in de fik. Mijn vriendin P. bleef opmerkelijk kalm en stuurde behoedzaam naar de vluchtstrook. We stapten uit, gristen onze tassen uit de kofferbak en keken toe hoe haar auto affikte. Politie erbij. Takelwagen. Een omen? Het tentamen statistiek moest nog beginnen.

We kregen een lift van de politie naar de Veemarkthallen te Utrecht. Daar arriveerden we bijna een uur te laat, maar toen we verslag deden van ons helse avontuur, mochten we alsnog aanschuiven. Verspreid over de hal stonden tientallen opklaptafeltjes opgesteld, met studenten in diepe concentratie over de multiple choice gebogen. Er liepen vier surveillanten.

Ik had me slecht voorbereid, terwijl het tentamen toch cruciaal was. Een laatste proeve van kunnen voor het ‘kandidaats’. Daarna een doctoraalscriptie schrijven en hoppa, ik zou doctorandus in de psychologie zijn. Succes is een keuze! Mijn slechte voorbereiding had alles te maken met mijn alfabrein. Ik ben simpelweg te dom voor statistiek. Vriendin P. niet. Daarom hadden we afgesproken dat zij haar antwoorden op een vloeitje zou pennen, het vloeitje in haar pakje shag zou stoppen en dat, zodra ze klaar was, op mijn tafel zou leggen.

Een uur lang zat ik zogenaamd in diepe concentratie over mijn multiple choice gebogen, dromend van het atheneum toen ik nog alles bij elkaar spiekte met zelfgemaakte briefjes. Daar schepte ik een pervers genoegen in. Niet zozeer vanwege het F*ck-the-System gevoel, maar omdat ik aanleg bleek te hebben voor fraude. Meester op de vierkante centimeter.

De ene na de andere student leverde zijn tentamen in tot de bezetting flink was uitgedund. Ook P. stond op. Zoals afgesproken legde zij haar pakje shag op mijn tafel. Mijn hart sloeg over, daarna op hol. Ik keek zo nonchalant mogelijk om me heen.

Samen met drie andere Mohikanen werd ik nu in de gaten gehouden door – nog steeds – vier surveillanten. Éen-op-éen. Ze stonden met elkaar te kletsen, maar toch. Er restten me nog vijf minuten. Langzaam maar zeker reikte ik naar het pakje shag. Ik voelde de zweetdruppels van mijn voorhoofd druipen, het bloed uit mijn slapen trekken. Net toen ik het pakje wilde openen, stapte een surveillant op mij af – met een allervriendelijkste glimlach. Hij legde een hand op mijn schouder en fluisterde me in het oor: ‘Laat je niet gek maken, jongen!’

Ik kneep het pakje shag samen in mijn vuist en glimlachte vriendelijk terug. De surveillant ging weer met zijn collega’s kletsen. Ik slaakte een diepe zucht. Het System naaien, prima, maar dit werd persoonlijk. Alsof ik een bejaarde belazerde. Ik zuchtte nogmaals, vulde toen lukraak de keuzen in en leverde het tentamen in. Dat werd gelijk nagekeken. Ik kwam één tiende punt tekort. Eigenlijk een geweldige score voor een klakkeloze invulling.

Buiten stond P. mij op te wachten. Ze keek me verwachtingsvol aan. Ik schudde het hoofd. Pakte het pakje shag. Haalde haar vloeitje-met-antwoorden eruit. Draaide er een peuk van. Toen ik hem aanstak brandde die af als een oude Eend.

Dat kandidaats heb ik later alsnog gehaald. Als door een godswonder. Het document prijkt nu op mijn toilet voor een gesmeerde stoelgang. ’t Ziet eruit alsof het gisteren gesigneerd is.