Van de kansloze winkel

Het is niet iets waar ik graag aan herinnerd word. Aan mijn plan om middenstander te worden, nog niet zo heel lang geleden, ergens eind jaren negentig. Als voormalig filmrecensent wilde ik een ‘kwaliteitsvideotheek’ beginnen. Ik was op dat onzalige idee gekomen door de introductie van de DVD. Eindelijk een drager die het medium waardig is! dacht ik, na me jarenlang geërgerd te hebben aan de smoezelige VHS-bandjes. Ik zag mijn shop al voor me: een cinefiele oase waar filmliefhebbers van heinde en ver op af zouden komen. Door een tekort aan liquide middelen is het er nooit van gekomen. Sterker, ik had mijn masterplan geheel verdrongen tot ik het onlangs met Facebook-vriendin Pien over troosteloze etalages had.

Iedereen heeft er wel eens een gezien: zo’n winkel met een etalage zó deprimerend dat je weet dat daar never nooit een klant over de vloer komt. In mijn jeugd zat er op de Nieuwe Binnenweg een beschimmelde drogisterij waar jarenlang een ruggenkrabber-met-minihandje van één gulden aan een zuignap tegen de etalageruit geplakt hing. Iedere keer als ik er langs liep voelde ik een onstuitbare drang om naar binnen te gluren. Nooit een klant gespot. Jaren later kwam ik in Crooswijk te wonen tegenover een sigarenboer annex kiosk die nooit open was. Met vergeelde, door het zonlicht kromgetrokken softpornoblaadjes in de etalage. Grote kans dat het lijk van de eigenaar zich in gemummificeerde staat achter de toonbank bevond.

Een speciale subcategorie wordt gevormd door etalages die zo mistroostig zijn dat ze instant medelijden oproepen. De schoenenzaak op de foto is er zo een. Pien, die hem vereeuwigd heeft omdat zij eenzelfde fascinatie koestert voor kansloze winkels, viel als een blok voor de nihilistische, zeg maar post mortem styling. Toen ze eenmaal de moed verzameld had om naar binnen te gaan, raakte ze zo mogelijk nog dieper onder de indruk van het interieur, dat gevuld was met gesloten, tot aan het plafond opgestapelde schoenendozen. Alsof de eigenaar na inkoop van zijn waar de lust was vergaan om die op een aantrekkelijke manier uit te stallen.

Als ik toentertijd mijn videotheekplannen had doorgezet, was Pien nu op mijn vergeelde etalage gestuit. Dat zit zo. Het afblazen had niet alleen te maken met geldgebrek. Het was tot me doorgedrongen dat sommige ondernemers alleen maar willen ondernemen omdat ze dan geen baas hebben die zegt dat ze aan het werk moeten. Zo’n ondernemer was ik. Ik wilde videotheekhouder worden om de hele dag films te kunnen snoepen, niet om winst te maken. Als ik over voldoende startkapitaal had beschikt, was dat inzicht vermoedelijk tijdens de opstartfase – bij de inrichting van de shop – bij me ingedaald. Wat tot een knoeperd van een depressie had geleid. Én tot een troosteloze etalage, waarin een paar stoffige DVD-doosjes met softpornofilms. Ikzelf zou door Pien zijn aangetroffen achter de toonbank, in gemummificeerde staat, met één vinger op de pauzeknop van de DVD-speler. Het had een geweldige foto opgeleverd, dat wel.

Credit foto: Pien Niehe

De gemummificeerde etaleur
Alleen het linkermodel is beschikbaar