Van het Geertekerkhof

Het smalste huis van Utrecht was ‘t, Geertekerkhof nummer 16. 2.40 meter breed, meen ik. Zeker 10 jaar te oud was ik om in zo’n studentenhuis te gaan wonen. Studeerde niet eens meer. Toch was het een mooie tijd.

Het waren de jaren dat ik nog in een dronken opwelling besloot om naar een andere stad te verhuizen. Ik liet een riante etage achter me, met eikenhouten vloer en uitzicht op een singel. De eenzaamheid ontvluchtend. Want mijn Rotterdamse vrienden waren allemaal gaan samenwonen. Hadden zich bezwangerd. Timmerden aan de weg. Ik was aan de bar blijven hangen, omsingeld door vacuüm.

Op het Geertekerkhof snakte ik aanvankelijk naar rust. Niet dat de bewoners asociaal waren. Integendeel. Maar in zo’n samengeperst monumentje sta je elkaar al snel naar het leven. Daarom had ik wat regels opgesteld. Op de gang bellen, met de voordeur smijten of luidruchtig poepen was ten strengste verboden. Zonder die billion dollar smile hadden ze me waarschijnlijk gelyncht, huisoudste of niet.

Ongeveer 10 m² was mijn kamertje groot. Dat ging eigenlijk wel. Zolang ik er maar kon pitten en kon typen. De troef van het Geertekerkhof was echter de keuken. De smalste keuken van Utrecht was gezegend met de smalste huisbar van Utrecht. Een ‘neutral zone’ waar je tot diep in de nacht kon ouwehoeren. Dat deden we dan ook. Over verloren liefdes, overschatte boeken, gedateerde muziek en mislukte films. Een warm bad van onbenullige halszaken.

25 jaar zijn verstreken. Opnieuw beschik ik over een riante etage, ditmaal met uitzicht op een kanaal. Bloeddoorlopen zonsondergangen weerschitteren op de baren, twee IKEA-slaapkamers bieden logeerplek aan familie & vrienden die ik nooit uitnodig. Eigenlijk gebruik ik maar 10 m². Om te typen en te pitten. De rest is ruis.

Ook mijn Utrechtse vrienden wonen allemaal samen. Ze hebben puberkinderen en moeten knokken voor hun baan. Soms ben ik jaloers op hen, zoals je kunt verlangen naar een parallelle werkelijkheid met een geromantiseerde versie van jezelf. Op dat soort momenten voel ik het vacuüm weer trekken. Gelukkig maak ik nieuwe vrienden. Aan mijn virtuele huisbar. Een ‘neutral zone’ waar je naar hartenlust kunt kleppen over verloren liefdes, overschatte boeken, gedateerde muziek en mislukte films. Hoop dat jullie mijn regels over luidruchtig poepen ook kunnen waarderen.

De huisbar
Op het Geertekerkhof vereeuwigd door Claudia Borges, rond 1987