De kladden

Halverwege de jaren nul werd ik het uitgaansleven beu. En dan vooral mijn kroegpersona. Geen dag te vroeg, want ad rem flirten met een slok op als je de vijftig nadert, da’s vragen om een midlife crisis. Ik zocht naar een alternatief. In die tijd hoorde je vaak over ‘lid’ worden van een digital community. Dat leek me wat afstandelijk want abstract. Tot ik getipt werd op HappyVPRO, een site voor Ons Soort Mensen. VPRO-mensen dus. En al vond ik mijzelf meer een Hunnie Soort Mens, op RelatiePlanet, waar ik vandaan kwam, barstte het van de Normaal Soort Mensen en tussen hen voelde ik me nog minder op mijn gemak met mijn anderszijn. Happy bruiste in ieder geval van de ironie. Hier kon ik lekker sparren met wise cracks en een online persona ontwikkelen. Een date voor je het weet?

Bijna iedere dag zat ik leuk te doen op Happy. Net als eerst in de kroeg. Ik deed dat onder de nickname Crooner, het type zanger dat ik onder de douche imiteer. Zo kwam ik legio leuke mensen tegen. Maar soms leek Happy een dorpshuis, een dolhuis zelfs, vol luidruchtige borderliners. Voordeel was dat ik me bij dit zooitje ongeregeld bijna uitgebalanceerd voelde. En och, het mooie aan digitale druktemakerij is dat je het kunt uitzetten als je het zat bent.

Ik zat vooral op Happy om te flirten. Dat ging me goed af dankzij mijn vlotte pen. Een enkele keer liet ik mij overhalen tot een date. Schoorvoetend, want op Relatieplanet had ik ondervonden dat een afspraakje – flirten met voorbedachte rade – niets voor mij is. Ik zweer bij spontaniteit. Toch heb ik aan Happy een real life relatie overgehouden, met de beeldschone S. Samen met haar en de kinderen geprobeerd er iets van te maken. Veel om elkaar gegeven, maar beiden moeilijke mensen die leven voor hun vak. Toen het uit was  miste ik haar schater die de kamer vulde als ik een rare grap maakte, en de zondagochtenden als we brainstormden tijdens het uitslapen. Ze gaf me het gevoel dat ik de moeite waard was, juist dankzij dat anderszijn. Maar ik miste ook mijn kroegleven. En het alternatief: Happy.

Als ik nu mijn profiel bekijk besef ik hoe lang geleden het is. Even wil ik die oudere jongere weer zijn. Want eerlijk is eerlijk: ik moet me tegenwoordig een ongeluk trainen om dat figuur te benaderen. Mijn baard is grijs geworden, de ogen gaan kaduuk, de onderrug rammelt. Ieder jaar wordt het lastiger mezelf door de APK te krijgen. Toch wil ik niet terug.

Want ik deed toen zó zijn best om zijn plasje in het ondermaanse achter te laten. Ik beklom het podium voor stand-up comedy, zong ballads vanuit mijn ziel voor een klaverjassend publiek, zweefde met een deltavlieger over heuvelkommen. Ik wilde het leven bij de kladden grijpen. Én de Ware vinden. Nu dus met een online persona. Maar die begon me te overschreeuwen, zoals vroeger de kroegtijger me murw had gebruld. Ik was dat lollige mannetje ontgroeid. Minder praats, meer verhaal! Mijn grip op de kladden begon te verslappen. Waarop Happy de geest gaf. Soms sta ik versteld van mijn eigen power.

Inmiddels ben ik 14 jaar ‘lid’ van Facebook. Een sociaal medium voor een Ouder Soort Mensen. Aanvankelijk zat ik ook hier urenlang te sparren, tot ik merkte dat zo’n verslaving tijd vreet. Die energie steek ik liever in blogs en boeken. Niet langer om te imponeren, maar om te ontroeren. Niet meer om te schreeuwen, maar om te schilderen. En om te laten grijnzen. Zo evolueerde mijn online persona in iemand waar ik me graag aan spiegel: een spoorzoeker die omziet zonder wrok en vooruitblikt met het hart. Alsof ik via mijn alter ego mijn Ware Zelf heb gevonden. Niks afterlife crisis! Of doe ik het allemaal tóch voor een date? Wie weet.