Hij was de spannendste filmster van dat moment. Een acteur met maximaal charisma en minimale techniek. Een sekssymbool zonder zijn best te doen. En ook nog eens een rebel op de set. Maar het spannendste aan Mickey Rourke was dat een vriendin had gezegd dat ik op hem leek. Zolang ik glimlachte tenminste. Ik geloofde haar op d’r blauwe ogen. Alles liever dan mijzelf zijn – alsof er een gefrustreerd acteur in mij huisde.
Rourke is bekend van jaren ’80 filmhits als 9½ Weeks. Voor dat soort chick pics haalde ik mijn neus op. Ik was onder de indruk van zijn Motorcycle Boy, een filosofische straatbendeleider in cult classic Rumble Fish. Rourke wist precies hoe je tegen muren moest leunen en naar verdwijnpunten moest staren. De keren dat hij zijn Motorcycle Boy liet praten was dat fluisterend, gevolgd door een glimlach waarin een teder machismo doorschemerde. Ik was vastbesloten me zijn method acting eigen te maken. Voor in de kroeg.
Ik schafte ook zo’n vlooienmarktcolbertje aan en ging met mijn rug tegen de toog leunen, om glimlachend voor me uit te staren. Een kwestie van tijd tot de dames voor me zouden vallen! In theorie dan. In de praktijk hield ik de pose nog geen vijf minuten vol. Te beweeglijk van aard, bovendien meer van de zelfspot dan van de ongenaakbaarheid. Wel bleef ik meer glimlachen dan strikt noodzakelijk. En besloot ik de carrière van mijn idool te volgen.
Rourke bleek een anti-ster. Hij torpedeerde zijn loopbaan met onmogelijk gedrag op de set. In interviews zei hij geen respect te hebben voor zijn metier, en al helemaal niet voor Hollywood. Maar nog het minst voor zichzelf, las ik tussen de regels door. Alsof hij zijn good looks als een slechtzittend masker ervoer. Gedesillusioneerd door de filmwereld liet hij zich als pro bokser in elkaar slaan. Tot ie niet meer gecast werd.
Dertien jaar zou hij op de bank zitten. Pas in 2008, de zelfmoord nabij, kreeg ie de rol van zijn leven aangeboden: een uitgerangeerde worstelaar in The Wrestler. Geen personage waar ik me aan kon spiegelen, maar wat een drama! Voor deze rol had Rourke geen method nodig, en al helemaal geen geleun of gestaar. Hij speelde zijn kwetsbare zelf. Het masker was transparant geworden. Rourke maakte er een hartverscheurende comeback mee.
Sindsdien gaat het weer bergafwaarts. Op Instagram volg ik hem als een bezorgd broertje. Hij job hopt van de ene pulpfilm naar de andere. Als ie nu stoer doet komt ie wannabe over. Een schaduw van zijn Motorcycle Boy! Thuis laat hij zich omringen door Chihuahua’s aangekleed als kleuters, op straat kletst hij met paparazzi die hem de illusie geven dat ie nog een ster is. Zijn kale schedel wordt gemaskeerd door een pruik, zijn gezicht is zo vaak verbouwd dat het tot leatherface is verworden. Vrouw en carrière zijn verdwenen. Het nulpunt is bereikt. Maar hij straalt zielenrust uit. Rourke heeft geen masker meer nodig.
Ik heb evenmin nog de behoefte om in zijn colbertje te kruipen. Sterker, ik hoop stilletjes dat ik niet meer op hem lijk. Toch kan ik wel een beetje van zijn zielenrust gebruiken. En op onbewaakte ogenblikken mag ik nog graag tegen een toog leunen. Uiteraard met een glimlach waarin een teder machismo doorschemert.