De muur

Ze had me gevraagd of ik haar wilde helpen met karweien. Gordijnrails ophangen in haar nieuwe flatje. Eigenlijk vond ik dat niet kunnen. Het was net uit tussen ons! En ze wist dat ik een hekel heb aan laat-dat-toch-een-ander-doen kluswerk. Maar de mens is zwak. Ik heb de neiging verliefd te worden op exen. Onbereikbaarheid, da’s romantiek voor bloggers. Dus daar ging ik met mijn boortjes van de Gamma.

Overigens had ze groot gelijk met dat uitmaken. Ik was de laatste tijd niet te genieten geweest. Afstandelijk, koud. Zoals bij elke relatie. Zodra de nieuwigheid eraf was belandde ik in de mokfase, dan stuitten mijn vriendinnen op een muur. Was ik op de vlucht voor hechting? Huiverig voor huiselijkheid? Getraumatiseerd door vroeger? Who cares. F*cked up.

Wat meespeelde was dat ik tijdens onze verkering verliefd was geworden op mijn ex. Die kon eigenlijk geen ex zijn, omdat we geen verkering hadden maar een eindeloze flirt. Als we samen de kroeg in doken gebeurde er daarna van alles. Zo hielden we de spanning erin. Jarenlang, als gemankeerde soul mates. Probeer daar maar eens tegenop te boksen, als degelijke nieuwe vriendin.

Die nu een degelijke nieuwe ex was geworden. Ze zwaaide uit het raam toen ik aanbelde – precies zoals als ze dat deed toen het nog aan was. Eigenlijk waren we enorm verschillend. Zij deed iets idealistisch met vluchtelingen, ik zong in een bandje over zelfmoord. Wat we deelden was een passie voor schrijven. Dat deden we in hetzelfde krantje.

Daarin speelde ik de meedogenloze filmrecensent, terwijl zij met milde pen haar medemens beschreef. Onze stukjes stonden op dezelfde pagina waardoor onze stijlen mooi contrasteerden. Dat maakte het extra spannend toen we het met elkaar gingen doen. En nu hoopte ik dat we weer zouden zoenen. Want ‘aan’, dat was toch ’t nieuwe ‘uit’?

Dus ik vol overgave in haar muur boren. Zou ze me weer willen? vroeg ik me af toen ik het eerste steenboortje verziekt had. Maar waarom doet ze dan zo afstandelijk, ja koud zelfs! dacht ik bij het tweede boortje. Ik wil helemaal niet dat het uit is! besefte ik toen ik het derde boortje verziekt had. En die k*tmuur, die is van beton! Ik smeet de gordijnrails op de grond. We kregen woorden. In een impuls probeerde ik haar te omhelzen, maar ze weerde mijn armen af. Ze zei dat ze bezoek had. BEZOEK!?

Wie dan? Haar nieuwe vriend. Waar dan? Hij had zich verschanst op haar toilet. WAT!? Een asielzoeker uit een oorlogsland. De jongen was zo beschadigd dat hij iedere confrontatie meed. Damn, dacht ik, da’s pas heavy shit. Daar vallen mijn huis-, tuin- & keukentraumaatjes bij in het niet. Hoe zou het met zijn bindingsangst zitten? En kon ie een beetje boren?

Toen ik de boel de boel had gelaten en buiten mijn fietsje besteeg, stond ze niet voor het raam te zwaaien. Mijn hart zonk alsof in beton gegoten. Toch was ik ook wel opgelucht. Nu hoefde ik me niet langer voor te doen als degelijke ex. Eens een fuck-up… Misschien dat mijn ex-ex (die geen ex kon zijn) zin had in een drankje. Eerst naar de Gamma voor een nieuw setje boren.