De havermoutman

Aanvankelijk dacht ik dat ik voor deze tijden in de wieg gelegd was. Hamsteren, jezelf opsluiten en naar de wereld gluren – het is mijn tweede natuur. Ik was er dan ook vroeg bij met deze crisis. Nog voordat het grauw zich in zijn carnavalstenue had gehesen, sloeg deze jongen al pakken sojamelk en havermout in. Want pap, dat blijft járen goed. En eet gezellig weg, terwijl je je ergert aan YouTubejes van feestbeesten die schijt hebben aan de anderhalvemetersamenleving.

Maar eens in de zoveel weken moet ik nieuwe pap inslaan. Dus vanochtend stond ik om 08:03 voor de Aldi. Da’s voor mij een heel normale tijd, want ook pre-corona meed ik de massa. Maar anders dan voorheen was het er al om 08:05 druk. Daarbij winkelden de klanten alsof ze een soort Rein waren geworden: gehaast, argwanend en doelgericht op jacht naar wc-rollen. De caissières zaten achter plexiglas uit de Bijlmerbajes. De radio klonk als de liftmuziek van de Towering Inferno. Mijn Aldi was de Aldi niet meer.

Er was nog een reden waarom ik me niet op mijn gemak voelde: ik was weer eens verkouden. Dan mag je eigenlijk de straat niet op, volgens het RIVM. Maar straks is mijn pap op. En de Aldi is te goedkoop voor een bezorgerservice. Nood breekt wet.

Terwijl ik me met mijn loopneus en volle kar richting kassa haastte, voelde ik hem opkomen. De nies. Halverwege de afdeling Houdbaar kon ik hem niet langer inhouden. Mijn neus ontplofte, nog voordat ik mijn elleboog gereed had. Een ware snotexplosie was het – mijn coronabacillen waren airborne tot aan de wc-rollen. Zo’n nies waar je 400 euro boete voor krijgt van het RIVM.

De winkelwagentjes in de super kwamen abrupt tot een halt. De muzak viel stil. De kassa hield op met rinkelen. Het grauw nam me met afgrijzen op. Ik deed alsof mijn neus bloedde en legde mijn boodschappen op de band. De caissière, die anders altijd vriendelijk naar me glimlacht, pakte mijn pap op alsof het een volle condoom was. Ik was de eerste persona non grata van de Aldi geworden.

Nu zit ik weer thuis. Maar de crisis is niet meer wat ie geweest is. De quarantaine voelt als een huisarrest. De pap smaakt naar gevangeniskost. En ik verlang naar de tijd dat ik nog een feestbeest was. Als ik nu op YouTube kijk, is dat om te checken of er iemand al een filmpje van mijn nies online heeft gezet. Eenzaam viraal gaan, het is mijn tweede natuur.