Op de Nieuwe Binnenweg

Eigenlijk ben ik er altijd naar op zoek, bewust of onbewust. Een manier om uit mijn lichaam te ontsnappen. Klinkt een beetje Jonestownachtig, maar wie wil er nou niet verlost worden van het harnas van botten en organen dat ons bestaan dicteert. Alleen wil ik het wel erg vaak. Me verliezen in droom, roes of fantasie. Daarom is film voor mij geen kunst. Het is de nooduitgang.

Van alle winkelstraten op aarde is de Nieuwe Binnenweg de plek waar ik het meest naar roes snak. Dat komt deels doordat het er zo verloederd is. Shoarmatenten, nagelstudio’s, coffeeshops, belwinkels en andere witwascentra broeien er in de schaduw van de vooruitgang. Bijna intimiderend, als je net bent wezen ontsnappen in het café. Toch wordt mijn escapisme vooral gevoed door herinneringen aan een bioscoopje met een grootse naam.

Grand, ook wel Studio 62 genaamd, was een nette tent. Daarmee sloot ze naadloos aan bij de Binnenweg zoals ik die dertig jaar geleden achter me liet: een sliert van delicatessen, literatuur, bontmantels, grammofoonplaten, lampenkappen en natuurlijk een speelgoedzaak met twee keurige pedofielen achter de toonbank. De dienstbaarheid droop er van de etalageruiten af.

Omdat de bioscoop bij ons om de hoek zat, kwam ik er vaak om me aan andere werelden te laven, zoals ik ook thuis aan de beeldbuis gekluisterd zat. Als ik nu archieffoto’s bekijk stelt het zaaltje eigenlijk weinig voor - bepaald geen Tuchinsky - maar voor een snotneus was Grand de Sint Pieter van Verbeelding, een onmetelijke ruimte waarin je je gedachten vrijelijk kon laten zweven in ijle easy listening, popelend tot de gordijnen met enorme paradijsvogels zouden openschuiven om je in ander universum te lokken. Een hemelse belofte.

De laatste film die ik er zag was Apocalypse Now! In 1979. Treffender kon mijn jeugd niet afgesloten worden. Een paar jaar later werd de bios geannexeerd door een evangelisch centrum dat evenzeer handelde in het hemelse. Maar hun verlokking was me te voorwaardelijk. Daarbij miste ik de geur van napalm in de ochtend.

De Nieuwe Binnenweg gaat opgeknapt worden, zo heb ik vernomen. Er zou een streng bestemmingsplan klaarliggen. Meestal betekent zo’n opfrisbeurt dat kleine criminaliteit plaats moet maken voor de puivervuiling van grootgraaiers als Blokker en Action. Mij zul je er niet meer zien mijmeren, nu zelfs het Evangelisch Centrum de kuierlatten heeft genomen. Het is verdrongen door iets met lekker wonen. En ik wil niet lekker wonen. Ik wil niet eens vies wonen. Ik wil ontsnappen.

Bioscoop Grand
Lonkende paradijsvogels