Schaduw

‘Van de maan af gezien zijn we allen even groot’. Aan deze quote van Multatuli moest ik denken toen ik vanmorgen vroeg in alle stilte een wandeling maakte. De slagschaduw die mijn persoon over het asfalt wierp deed me beseffen waarom de spreuk zo poëtisch is; Multatuli’s gebruikt niet voor niets ‘groot’ in plaats van ‘klein’.

Een troost in deze tijden waarin een microscopisch klein kwaad de mens nietig doet voelen. Zelden zijn we zo weerloos geweest. Zo kwetsbaar. Zo eenzaam. En al geef ik dat niet graag toe, ook een schrijfsoldaat als ik gaat eronder gebukt. Vooral onder die sociale afstand – nota bene dezelfde afstand die ik mezelf het afgelopen decennium heb opgelegd om boeken te kunnen schrijven. Nu die me wordt opgedrongen heb ik het er moeilijk mee. Verleidt ie me tot zelfmedelijden. En dat is misschien wel de lelijkste emotie denkbaar.

Ter medicatie bekijk ik dagelijks vlogs van het front. Niet van politici of virologen, maar van artsen en verpleegkundigen. In Italië, Spanje, Groot-Brittannië, de VS en derdewereldlanden. Brandhaarden waar zorgsoldaten onomwonden vertellen over het slagveld der IC. Zij hebben geen tijd voor zelfmedelijden, geen ruimte voor ego. Ze werken zich – steeds vaker letterlijk – dood (alleen al in Italië zijn inmiddels 54 artsen in het harnas gestorven). Vanaf de maan lijken we misschien alleneven groot, maar ik kan niet in hun schaduw staan.

Ik rond deze blog af met een link naar een vlog van een Britse arts die inmiddels zelf cornoa heeft opgelopen. Een grimmig verhaal, gespeend van het sentiment en de relativering waarmee wij onze zorgen sussen als we de benen strekken voor een wandeling in de morgenstond van deze schitterende lentedag.

Duur: 5 minuten. https://www.youtube.com/watch?v=0ts8X3HDtPE