De schreeuwer

Toen de Japanse keizer ons land aandeed in 1971, stond mijn moeder hem op de Parkkade op te wachten met een paraplu. Daarop had ze met plakletters ‘DONDER OP!’ geschreven. Op het moment dat Hirohito’s limo passeerde, klapte ze de plu open. Voorpagina Vrije Volk.

Haar activisme heb ik niet geërfd. Ik ben van de Generatie Nix, twintigers die eind jaren ’70 zo apolitiek mogelijk door het leven gingen. Wij verloren ons in duistere muziek, obscure boeken en cultfilms. Pythoneske humor was leidend in onze kijk op de maatschappij. Activisme, dat was iets voor schreeuwers. Toch maakte ik in 1979 een uitzondering.

De Tamme Paashaas heette de actiegroep. Of eigenlijk was het meer een duo. Een initiatief van H. en A., twee gozers die ik in mijn stamkroeg op Zuid had ontmoet. Ze maakten zich hard voor een vriendelijker samenleving en probeerden dat met ludieke acties te bereiken – en met veel bier drinken uiteraard.

Wat mij aansprak was dat ze hun idealisme zelf met een zeecontainer zout namen. De acties hadden iets weg van absurdistische Flower Power. Een verademing tussen de bloedserieuze socialistische geluiden van die tijd! Direct na kennismaking zegde ik mijn medewerking toe, al was het maar om de monotonie van mijn uitzendbaantjes te doorbreken.

De eerste actie waaraan ik meedeed loog er niet om. Boven de Maastunnelbuis zouden we enorme kartonnen letters ophangen met ‘Tamme Paashaas’. De politie kreeg ons pas in de gaten toen we al foto’s hadden gemaakt. Volgende dag in het Vrije Volk. Move over, mom! Ik genoot van de aandacht, en dan vooral van de vragen die we opriepen (‘tamme wát!?’). Alsof we een absurde film van ons leven maakten. Het proefde naar meer.

Dat meer zou een muzikaal optreden worden in een cultureel jongerencentrum. H. en A. speelden beiden gitaar en schreven teksten. Mijn talent beperkte zich tot meeneuriën. Daarmee was mijn nog rol nog niet uitgespeeld. Ik mocht, als opmaat voor hun optreden, in een ultrakorte toneelscène een baasje vertolken; zo’n foute directeur die werknemers uitkaffert en ontslaat. De scène zou de verharding van de maatschappij aankaarten.

Niet dat mij dat boeide. Ik wilde aandacht! Het nix voorbij! Daarbij, de rol was me op het lijf geschreven, aangezien ik voortdurend in-between-jobs verkeerde (bij elk uitzendbaantje werd ik vroeg of laat ontslagen). Dus, jasje/dasje geleend en de planken op als schreeuwende capitalist pig. Ik zag de krantenkop al voor me: ‘THEATERDIER GEBOREN!’

Mijn method acting bleek niet besteed aan de zaal vol bloedserieuze socialistische jongeren. Er volgde een obligaat applausje, waarna ik H. en A. zag knallen met de Tamme Paashaasband. Mijn rol was uitgespeeld. Exit activist Rein.

En nu? Eens een nix, altijd een Nowhere Man? Welnee. Sinds dat optreden sluimert er een schreeuwer in mij die ieder moment kan ontwaken. Zo heb ik mijn moeders plu van zolder gehaald. Dus als u straks de Maastunnel wilt induiken en omhoog blikt, is de kans groot dat u op een stukje onvervalst activisme uit de seventies stuit. ‘DONDER OP!’

Havenloods 19790125
Havenloods januari 1979

Vrije Volk 1971

Vrije Volk 1971