Het kwam door dat huis. Piet woonde in een schitterende villa nabij Boijmans Van Beuningen. Het gezin had de ambstwoning toegewezen gekregen omdat Piets vader ambassadeur was. Het pand zag er – op een ouderwetse manier – hypermodern uit, met wit pleisterwerk, grote ramen en afgeronde meubels. Zo anders dan ons spookhuis met tweedehands meuk! Vooral de keuken, badend in daglicht en geurend naar verse kruiden, had een hemelse ambiance. Een plek waar je je welkom voelde. Ik was er kind aan huis.
Het kwam ook door de ouders. Met haar blonde lokken en zwevende jurken leek Piets moeder een arische godin. Immer goedlachs maakte ze de lekkerste dingen voor ons klaar in de keuken. Zo anders dan mijn moeder! Die zat liever achter de ezel dan het fornuis. Piets vader was ook anders dan mijn pa. Gekleed in maatpakken met zijden dassen walste hij door de vertrekken met de zwier van iemand die gewend is te delegeren. Een man van de wereld! Mijn vader was meer van de koude grond: een ambachtsman die met lompe stappen en lubberende broeken zijn praktijk runde. Piets ouders waren zo gepolijst dat ze bij de villa leken te horen en de jongeman een vlekkeloze jeugd moesten bezorgen.
Piet zelf had ik op de lagere school leren kennen. Dat hij uit het buitenland kwam was voor mij een pré. Ik koos altijd voor uitheemse kameraadjes (Deens, Surinaams, Chinees) omdat die net zo afwijkend leken als dat ik me voelde. Dat gold zeker voor Piet. Hij was net zo’n dagdromer als ik. Ook deelden we een passie voor ‘uitvinden’. Ik zag mijzelf graag als een kwantummechanicus à la Guust Flater. Piet was behalve denker vooral doener. Op het dakterras had hij allerlei apparaten staan die hij uit elkaar haalde om ze weer foutloos in elkaar te schroeven. Dat deed ie onbevreesd, ook omdat er in de villa nooit klappen vielen.
Misschien voelde ik me er daarom nooit helemaal senang. Alles was er zo… perfect. Alsof ik in een simulatie was beland, een pedagogisch experiment. Die moeder die de godganse dag gastvrij liep te doen met haar eeuwige glimlach… maar kunst maken zoals mijn moeder kon ze niet. En die vader die de godganse dag succesvol liep te doen met zijn zwier… maar mensen beter maken zoals mijn vader kon ie niet. Toen het gezin werd overgeplaatst naar een villa op de evenaar, beloofden Piet en ik elkaar te schrijven. Waarop het contact verwaterde.
Nu internet van de wereld een dorp heeft gemaakt komt Piet weer voor op mijn radar. Hij is ingenieur geworden. Een briljante! Eerst werkzaam bij een bekende vliegtuigbouwer, nu topmanager bij de Amerikaanse luchtmacht. Specialiteit: artificial intelligence.
Op YouTube presenteert hij zijn high-tech verhaal met aanstekelijk enthousiasme, ondanks die kapot gepoetste jeugd. Zo daagt hij zijn team graag uit om out of the box te denken. ‘Ontwerp een compleet nieuw soort pennenhouder!’ grapt hij met serieuze grijns. Ik denk gelijk mee. Maar belangrijker: zou je met AI ideale ouders kunnen ontwikkelen?
De villa nabij Boijmans Van Beuningen staat er nog steeds. Het is een museum geworden. Of is het een simulatie? Bestemd voor dagjesmensen die dromen van kokkerellen en delegeren. Binnenkort ga ik er langs om mij succesvol te voelen. Of liever nog, om er met een pen te spelen. Op het dakterras uiteraard. Out of the box, de enige plek waar ik me thuis voel.