In de toekomst

Lang geleden, toen ik nog een snotneus was die de Kijk las, bestond er zoiets als de Toekomst. Althans, dat beweerden futurologen. Zij presenteerden hun visioenen in fraaie tekeningen van vliegende auto’s, kolonies op mars en steden op de oceaanbodem. De beelden waren bij voorkeur gedateerd rond de millenniumwisseling, want ‘2000’, dat klonk in mijn jeugd nog als toekomstmuziek.

Bijster origineel of fantasierijk vond ik hun kristallen bol echter niet. Pas later besefte ik waarom. De concepten borduurden voort op al bestaande technologieën. Niets nieuws onder de zon! Bovendien maakte hun Toekomst een wel erg ordentelijke en optimistische indruk. Allemaal brave gezinnetjes, omringd door techniek die de mens dient. Geen spoor van overbevolking, wereldhonger, epidemieën en haves en have nots die elkaar naar het leven staan. De schaduwzijde van de mens, die ik zo goed had leren kennen uit persfotoboekenserie Het Aanzien van Negentienzoveel, zou in de Toekomst geheel en al verdwenen zijn. Zelfs op de zeebodem scheen het zonnetje.

Hoe kortzichtig de futurologen waren blijkt uit het feit dat geen van hen de informatierevolutie heeft voorspeld. In de Kijk nergens een tekening van een Zalando of een Facebook. Natuurlijk oogt zo’n homepage weinig fotogeniek, maar zelfs áls de visionairs het internet voorspeld hadden, dan zouden ze het opgediend hebben als een medium waar ideeën en ervaringen respectvol uitgewisseld worden. Niet als een digitale beerput waarin je kinderporno kunt bekijken, handgranaten kunt bestellen, andersdenkenden de huid kunt vol schelden of je buurman met webcambeelden kunt afpersen. Futuristen hebben een blinde vlek voor het menselijk tekort. Misschien wel een vereiste om in progressie te geloven.

Waar ik sinds de Kijk op wacht zijn journaalbeelden waardoor ik zeker weet dat ik in de toekomst terecht ben gekomen. Geen AH-karretje op Mars, maar aliens die Poetin de tentakel komen schudden. De eerste foto’s van het Hiernamaals, van de menselijk geest, van een droom. Giant-leap-for-mankind beelden. Maar ik kan wachten tot ik een ons weeg. We staan met z’n allen in de File der Vooruitgang, onze koekblikken vol behangen met high tech lulkoek.

Het enige wezenlijke verschil met Vroeger is dat er tegenwoordig tweemaal zoveel mensen zijn. Waardoor het menselijk tekort verveelvoudigd is. De nieuwe generatie futurologen werpt zich daarom graag op als onheilsprofeten die duurzaamheid prediken. Maar hoe duister hun kristallen bol ook, voor het menselijk tekort hebben ze nog steeds geen oog. Want de meeste stervelingen kunnen zich helemaal geen Toekomst veroorloven. Laat staan een duurzame. En de lezertjes van de Kijk zitten niet te wachten op een tekening van de mensheid die wegzinkt in haar plasticsoep van gesmolten poolijs. Hoe fraai de zonsondergang ook.

Gelukkig leven we nog even in het Heden. En daarin is toch één beeld dat indruk gemaakt zou hebben op de snotneus in mij: een stadion vol mensen die tijdens een concert een klein schermpje in de lucht houden. Weer iets wat futurologen gemist hebben. Maar zelfs áls ze de telefooncamera voorzien hadden, dan zouden ze geen tekening gemaakt hebben van filerijders die een gruwelijk ongeluk aan de andere kant van de snelweg vastleggen om er thuis van na te kunnen genieten. Misschien is dat de reden waarom we ons nu blind staren op een duurzame toekomst: we hebben nooit echt naar onszelf durven kijken in het vluchtige Heden. Heb ik het al over de selfie gehad?

Duurzaam tekort
De Kracht van het Nu voor het Straks