De fotoautomaat

Deze kiekjes stammen uit 2011. Ik heb ze bijeen geharkt om ze te laten lijken op zo’n fotostrip uit een automaat. Ze zijn geschoten in café HensePeter, op de hoek van de Nieuwe Binnenweg en de ’s-Gravendijkwal, tijdens een reünie van E., H. en mij. Drie vrienden… ouwehoerend, drinkend, schaterend… een kekke terugblik. Ideaal voor Facebook. Toch?

De voorlaatste keer dat we met z’n drieën waren was in 1980. Tijdens een LSD-trip. Waren hallucinatoire drugs voor E. en H. ingrediënten voor recreatief escapisme, voor mij was dope iets duisters. Op dat gebied – eigenlijk op elk gebied – was ik even bleu als hongerig naar ervaring. Slechts eenmaal eerder had ik LSD gebruikt: in het Zuiderpark met E. Toen ging alles goed. De bomen en het gras groeiden kilometers hoog, de lucht werd paars, wandelaars klonken als een Hammond-orgel. Zelden was het leven zo betoverend. We want more!

De tweede keer hadden we H. uitgenodigd. We zochten nu ook meer uitdaging qua setting. In Diergaarde Blijdorp zouden we de beestenboel op stelten zetten. Maar ik voelde me niet echt op mijn gemak, hallucinerend tussen de kijvende bavianen en Ola likkende dagjesmensen. Bij de tijgerkooi ging het mis. Toen het beest begon te brullen kreeg ik 220 door mijn donder. Angst! We besloten de trip voort te zetten bij mij thuis, een blok verderop. Wel zo veilig.

Niet dus. Vierhoog vóór op mijn kamertje sloegen mijn gedachten op hol. Ik-dacht-dat-ik-dacht-dat-ik-dacht. Met alle macht probeerde ik de maalstroom af te remmen, maar verzet tegen een bad trip jaagt deze juist aan. Bovendien duurt een trip zo’n acht uur, terwijl tijd niet meer bestaat. Ik werd bang om gek te worden. Echt gek. Die doodsangst escaleerde in paniek. Rampzalig voor mij, zo ook voor mijn kompanen. Want ‘bad vibes’ zijn overdraagbaar. E. en H. wilden me tot rede brengen, desnoods met geweld. Jeder für sich und Gott gegen alle! Net voordat de vlam in de pan sloeg met friendly fire, wist ik mijzelf te kalmeren. Gesloopt was ik, ternauwernood ontsnapt aan het vuurpeloton van de krijgsraad.

31 jaar later zaten we buiten op het bankje van HensePeter te roken. Onvermijdelijk blikten we terug op de trip, ook omdat de hectiek van de Binnenweg als een hallucinatie oogde: patsers die rond scheurden in bolides, trambestuurders die fietsers van de rails tingelden, middenstanders die geld witwasten in belwinkels... En drie vijftigers die aan de wijn zaten en zich onsterfelijk waanden. Alsof de tijd weer stilstond. Tot H. bekende dat hij me tijdens de trip een dreun had verkocht – om me te ‘kalmeren’. WHAM! Dat nieuws kwam hard aan. Helemaal verdrongen. We lachten de herinnering weg. Toch moest ik huiveren bij de gedachte wat zij gedaan zouden hebben als ik mijn paniek niet onder controle had gekregen.

De foto’s van de reünie kwamen op mijn pad tijdens een sentimental journey. E. en H. zijn namelijk onlangs overleden. Nee, niet drugs gerelateerd. Maakt de terugblik niet minder bitter. Dat mijn eigen executiedatum nog niet in zicht is, schrijf ik graag toe aan mijn verstandige levensstijl de afgelopen jaren. Maar ik besef tevens dat ik het leven zo te veel getemd heb. Dat de essentie van levenslust lef is, de kern van overleven mazzel. Soms moet je in de maalstroom duiken, kopje onder gaan, bijna verzuipen zelfs, zoals me tijdens de bad trip is overkomen. Nooit heb ik zo veel over mijzelf geleerd als toen met die twee vrienden.

Uiteraard is ook mijn mazzel eindig. Ooit besta ik slechts uit blogs, opgesierd met kiekjes uit de Automaat des Levens. Ik hoop dat jullie dan nog eens terugblikken op mijn fotostrips. Ouwehoerend, drinkend, schaterend... Als bij een reünie. Ideaal voor Facebook. Toch?