Noem het mijn lost years. Begin jaren tachtig te Rotterdam. Ik woonde als schoolverlater in een achterbuurt. Studeren wilde ik niet, contact met familie had ik nauwelijks. Ik leefde van ongeschoold werk. Bij gebrek aan tv las ik boeken van de bieb, meest klassieke horror als Lovecraft en Poe. Of ik lag op bed naar het plafond te staren, luisterend naar de buizenradio of grijs gedraaide platen van The Doors. Dromend van een vriendin (type: zigeunerin). Maar ik piekerde vooral over leven & dood. Een spook voelde ik me. Ik wilde gezien worden!
Daarom hing ik ’s avonds met vrienden aan de bar. Echter, zodra zij verkering kregen gingen ze hokken. In mijn eentje stappen vond ik niks. Dus ik op bezoek bij die paartjes. Vaak voelde ik me een nar, ingehuurd om hun verveling te verdrijven. Dat lag niet aan hen. Normale mensen doen normale dingen en die zijn saai. Althans, dat maakte ik mezelf graag wijs.
Zo ging ik iedere dinsdagavond naar een stel. Hij was een stoere vent die nooit piekerde. Zij was een stuk dat met me flirtte. We dronken pijpjes bier, rookten halfzware shagjes, keken tv. Heel gezellig eigenlijk. Eén avond verliep alles anders.
De tv stond uit. Op de salontafel lagen Scrabble-letters, alfabetisch gerangschikt in een kring. Te midden van de letters stond een omgekeerd borrelglas. Een geïmproviseerd ouijabord! ‘We gaan geesten oproepen,’ kondigde de vrouw des huizes aan met onheilspellende blik. Ze had gelijk mijn aandacht. Contact met Gene Zijde. Klassieke horror!
De regels van zo’n seance zijn simpel: deelnemers laten hun wijsvinger op de bodem van het omgekeerde glas rusten. Zonder druk uit te oefenen, want het is niet de bedoeling dat je het glas verschuift. Dat moet het spook doen. Het tikt letters aan om zinnen te vormen.
Ons medium vroeg of er een ‘geest’ aanwezig was. En verdomd. Het glas begon te bewegen, met onze vingers erop. Vastberaden! ‘Het’ bleek een ‘zij’. Een jonge vrouw, studente filosofie. Ze had zelfmoord gepleegd maar aarzelde af te reizen naar Het Licht. Ze worstelde met gevoelens die haar aan het aardse bonden. Smoorverliefd was ze. Op wie? Op een jongeman. Welke jongeman?
Toen de letters mijn naam vormden sloeg mijn hart over. Mijn wijsvinger begon te beven op het glas. Het spookmeisje vertelde over zichzelf. Dat ze haar gevoelens nooit had durven delen. Dat ze dodelijk verlegen was. Dat ze Slavische roots had. Type zigeunerin?
Na een uurtje communiceren vond ons medium het welletjes. De geest werd bedankt. De letters werden opgeruimd. De tv ging aan. Maar ik bleef met mijn gedachten bij mijn Roma. Verliefd zijn op een geest… hoe romantisch wil je het hebben.
Die nacht lag ik op mijn bed naar het plafond te staren. Scrabble had ik niet in huis, dus ik kwam niet in de verleiding. Geen dirty talk met Gene Zijde. Misschien maar goed ook, want ik voelde me opeens enorm bekeken. Zou ze weten wat ik onder de lakens uitspookte?
Decennia later bekende het medium dat ze de geest een handje had geholpen. Dat ze sturing had gegeven aan het glas. Boos kon ik er niet om worden. Integendeel. Door die seance voelde ik me minder maagdelijk. Minder verloren. Minder een spook. Ik werd gezien! Om die reden schrijf ik nu blogs. Lezers oproepen via Facebook… hoe bezield wil je het hebben.
De illustratie is gemaakt door striptekenaar Peter Koch: https://www.peterkoch.nl/