Het bericht

Echt. Het vlekje heeft de vorm van zo’n wit SMS-icoontje. Alsof mijn onderbewustzijn me iets wil vertellen. Of is het mijn beschermengel? Van de zomer begon de vlek me op te vallen. Hij hinderde me bij het lezen. Eerst gaf ik de felle zon de schuld. Maar hij verscheen steeds op dezelfde plek en – alarmerender – in mijn rechteroog. Dat behoort gezond te zijn. In tegenstelling tot mijn linkeroog, dat blind wordt door een erfelijke ziekte. Soms verandert het icoontje in een kleurrijke ‘dia’. Een mini-hallucinatie, eveneens geërfd van mijn psychotische moeder? Ik besloot een afspraak te maken met de oogpoli. Daar ben ik kind aan huis vanwege mijn linkeroog. Ik moest aandringen, want mijn zicht was onlangs nog stabiel bevonden.

Begrijp me goed, ik ben allergisch voor gezeur over ziekten. Mensen die op hun praatstoel ploffen voor hun kwalen, ik kan ze niet uitstaan. Alsof malaise recht geeft op onverdeelde aandacht. Zelf benader ik ziekte rationeel. Ik schakel mijn gevoel uit, bedenk het worst case scenario, maak een plan en voer dat plan uit. Niet zeuren, niet piekeren. Doen! Maar door dat consult heb ik opeens een enorme behoefte om over mijn ziekte te zeuren.

De oogarts constateerde erfelijke degeneratie van het netvlies in het gezonde oog. Hij bracht het nieuws alsof het mij bekend zou zijn. ’t Stond immers al in mijn dossier. Ik wist van niets. Het zei me weinig. Iets met ouderdom? De arts deed er niet dramatisch over, dus ik haalde de schouders op. Even later fietste ik zuchtend huiswaarts.

Maar dat vlekje zuchtte ik niet weg. Ik googelen. Netvliesdegeneratie blijkt niet uitzonderlijk na je 50ste. Wel ingrijpend. En ongeneeslijk. Het centrum van je zicht wordt aangetast, om te ontaarden in een zwart ‘gat’. In de toekomst moet ik rekening houden met visuele beperking. Lezen, schrijven en internetten worden lastig. Films onbegrijpelijk. Gezichten onherkenbaar. Ooit kan ik mijzelf niet meer zien in de spiegel. Wacht mij het Grote Verdwijnen?

De gedachten sloegen op hol. Hoe lang kan ik nog met vrienden naar de sneak om te flirten met die ene ouvreuse? Hoe zit het met zelfstandig boodschappen doen in de paupersuper? En wandelen langs het kanaal, lukt dat zonder kopje onder te gaan? Word ik straks opgenomen in zo’n tehuis vol Jules de Kortes die zeuren over ziekten? Ik kreeg er slapeloze nachten van.

Opnieuw de poli gebeld. De arts vond mijn pessimisme wat ‘dramatisch’. Die reactie vond ik wat ‘rationeel’. Ik steven af op het Zwarte Gat en ben nu een drama queen!? Ik heb recht op onverdeelde aandacht! Volgens hem kan de aftakeling járen duren. Veel ouderen leren ermee leven. Maar dat wilde ik niet horen. Ik wil niet gesust worden met verhalen over genietende opa’s. Ik ben van het worst case scenario. Op het ergste voorbereid zijn, dát maakt mij rustig.

Enfin. Niet zeuren, niet piekeren. Doen! Wederom gegoogeld, nu naar geruststellende info. Over lotgenoten, diëten, hulpmiddelen. Maar ik stuitte vooral op verhalen over depressie en injecties in ogen. Verder blijkt er een complete industrie te draaien om visuele beperking, tot en met onbetaalbare elektronische wonderbrillen. Sites vol stockfoto’s van euforische bejaarden. De opa’s van mijn oogarts! Ik wil ze het licht uit de ogen slaan.

In plaats daarvan stuur ik mijn beschermengel een SMS. Of ze me nog een paar jaar het licht in de ogen wil gunnen. Want een schrijver zonder schrijfsels, da’s bitter, zelfs voor een doemdenker. Misschien mag ik plaatsnemen op de praatstoel in haar biechthokje, om mijn hart te luchten over het Grote Verdwijnen. Kan ze me gelijk leren hoe je contact maakt met gesloten ogen. In de eerste plaats met mijzelf, maar ook met mijn innerlijke demonen. Strak plan.

PS Die ‘dia’s’ heb ik inderdaad van mijn moeder geërfd. Niet in psychotische zin. Ze horen bij de degeneratie. Syndroom van Bonnet. Fantoomzicht. Mooi beeldmateriaal voor imaginaire schrijfsels, mocht het licht echt uitgaan. Troost uit eigen keuken! Zo zie je maar. Niemand kan mij zo gek maken als uw blinde blogger. Kwestie van vooruitkijken. In de spiegel. Met een boos oog.