Eigenlijk is het een voorrecht om uit een tijdperk te stammen waarin weinig werd vastgelegd. Immers, voor oldtimers heeft iedere jeugdfoto een waarde die onvoorstelbaar is voor de huidige smartphone-generatie. Nog fijner is het om – zoals ik – opgegroeid te zijn in de oertijd maar wel in een gezin waarin buitensporig veel werd vereeuwigd. Da’s zoiets als paleontologie in een massagraf van dino’s. Zo vond ik dit kaartje uit 1961. Sweet!

Mijn moeder registreerde het gezinsleven niet alleen met tekeningen, foto’s en in dagboeken, ze maakte ook geluidsopnamen met een bandrecorder. De meeste tapes betreffen huis-, tuin- en keukenwonderen zoals kinderen die Sinterklaasliedjes zingen en over school vertellen. Ook legde ze een van haar baarpartijen (!) vast, waarop uiteraard veel gekreun en gesteun klinkt. Meest intrigerend vind ik een tape zonder titel waarbij ze, zo zal blijken, de recorder liet draaien voor een authentieke impressie van het gezinsleven. Reality radio!

Als ik de ogen sluit en op ‘play’ druk houd ik mijn hart vast. Voor mij is zo’n tijdreisje niet zonder risico. Straks zit ik weer vast in dat spookhuis vol geweld en gescheld. Daarbij, geen grotere angstaanjager dan eigen fantasie, die vrij spel krijgt door gebrek aan beeld. Toch lijk ik er ook naar te verlangen, naar die vroege jeugd, toen de wereld nog klein was en het leven vanzelfsprekend. Verkapte zelfkwelling of oprechte nostalgie?

De huiver blijkt onnodig. Zodra ik mijn moeders bakvissengiechel en mijn vaders gedecideerde rokershoest hoor zit ik weer ‘gewoon’ thuis, op de singel, begin jaren ’60. Mijn ouders discussiëren over halszaken als overblijven en de mazelen, beklagen zich over bekakte ouders en idiote patiënten, gebruiken modewoordjes als ‘mieters’ en maken grapjes over ons favoriete hoorspel Paulus de Boskabouter. Those were the days.

Natuurlijk wordt er ook kattig gedaan, maar da’s normaal in een hectisch gezin. Geen moment hoor ik mijn moeder krijsen, laat staan klappen uitdelen. Sterker, ze praat tegen ons met een vriendelijke, pedagogisch verantwoorde stem. Op de achtergrond klinkt singeltje Deep in the Heart of Texas uit de mono speaker van de pick-up. Alles lijkt in tune met het lieftallige gezinnetje dat ze op het kaartje heeft getekend. Zit de horror dan tussen mijn oren?

Nou… Op een gegeven moment ontstaat er op de tape onenigheid over authenticiteit. Volgens mijn vader heeft mijn moeder de neiging het apparaat uit te zetten zodra ze haar geduld verliest. Wat kan kloppen, want soms hoor ik hoe zij er een pedagogisch zeer onverantwoord ‘RRREIN! SSSCHIET OP! GODVERDEGOD…’ uitgooit en dit bruusk wordt afgebroken. Volgens mijn vader moet mijn moeder ook op die momenten de tape laten rollen. ‘Het enige wat er nog niet op staat is jouw gekijf. Over 25 jaar denkt het nageslacht dat je net zo lief en schattig bent geweest als je nu doet. Ze mogen ook weten hoe erg ik het heb gehad!’

Authentiek of niet, ik luister de tape helemaal af. Mijn uithoudingsvermogen – of is het vertrouwen? – wordt beloond. Want opeens begint het gezin te zingen. Spontaan. Vader Jacob. Een canon! We klinken net zo vals en uit de maat als de dieren van kabouter Paulus, maar ik geniet met volle teugen van onze gemankeerde harmonie. Ik moet zelfs iets wegslikken. En weet weer waar ik naar verlangde toen ik het massagraf der dino’s opende.