Met kerst heb ik buiten getraind. In het kader van de lockdown had de sportschoolhouder voor trouwe leden wat apparatuur op de stoep gezet, dus ik kon om 7 uur ’s morgens los. Als enige, want minus 5 graden Celsius. Met windkracht 3 leverde dat een gevoelstemperatuur op waarbij normale hersencellen afsterven. Een uur lang waande ik mij Master of the Universe.
Voor de annalen heb ik een selfie gemaakt. Dat was even slikken. Ik lijk zo’n Olympische bejaarde die zichzelf nog eenmaal wil bewijzen, zo’n mannetje-op-leeftijd. Alsof er een motivational speaker in mij schuilgaat.
Wat goed kan kloppen. Of het nu gaat om sporten of schrijven, ik ben gezegend met een uitzonderlijke wilskracht en zelfdiscipline. Daarbij weet ik enthousiast over de meest uiteenlopende zaken te vertellen. In al die energie moet een verdienmodel schuilen, zou je zeggen. Tenminste, op YouTube weten motivational speakers hele volksstammen in te palmen. Dus waarom roepen ze bij mij zo’n weerzin op?
Om te beginnen hebben de speakers vaak een controversiële of zelfs duistere achtergrond. Zoals die zwendelaar waar The Wolf of Wall Street op gebaseerd is (566k subscribers), of die ex-capo van de Colombo crime family (765k subscribers). Beiden natuurlijke praters met het nodige charisma, maar bovenal zondaars die het licht hebben gezien. Waarin ze hun publiek laten baden.
Om daarin te slagen houden ze hun boodschap simpel. ‘If you put your mind to it, you can accomplish anything!’ Uiteraard verzwijgen ze hun dirty little secret, dat succes ook te maken heeft met mazzel, cynisme, opportunisme en een rücksichtloze persoonlijkheid. Wie in de zaal is bereid zijn medemens te belazeren of zelfs om te leggen voor een Forbes-notering?
Bij een motivational speech gaat het echter niet om inhoud (die is het publiek de volgende dag vergeten), maar om adrenaline (waar het publiek nog een hele werkweek op kan teren). In wezen proberen motivational speakers hun publiek te motiveren om zelf motivational speaker te worden. Ontdek de powerprater in u! Een piramidespel gedrenkt in cafeïne.
Waarmee we bij de bron van mijn weerzin zijn gekomen. Want erger dan de gebakken lucht, zwendel en moord, vind ik dat steroïdengevoel dat de sprekers ons opdringen. Die zucht naar zelfoptimalisatie, die manische positiviteit, die druktemakerij. Deze mannen willen winnen, ik wil niet eens meedoen. Maakt mij dat tot demotivational speaker? Of zie ik een ander licht?
Met de jaren heb ik geleerd om alledaags vakmanschap te koesteren in plaats van me blind te staren op ambities. Ik creëer liever dan dat ik presteer, houd steeds vaker mijn grote mond als anderen iets kwijt willen, omarm eenzaamheid als anderen amechtig op zoek gaan naar een partner. Ik dool liever rond in een Edward Hopper, dan dat ik het universum verover in een Marvel movie. Allez, tot de sportschool roept.