Klik op de foto om hem te vergroten
Zondag… Moederdag! Of D-Day? Zoals bekend bij lezers van ‘Coef – de weg van de waanzin’, was mijn moeder niet bepaald in de wieg gelegd voor het moederschap. Agressief, koud, grillig. Daarom vonden de lezers het lovenswaardig maar ook onbegrijpelijk dat ik van de biografie geen wraakschrift heb gemaakt.
Ik heb die verwijtende toon vermeden omdat ie het boek onverteerbaar gemaakt zou hebben (en mij tot modieus slachtoffer). Verder kwam ik er al schrijvende achter dat ik soms op haar lijk, waardoor ik steeds meer begrip voor haar kon opbrengen. De belangrijkste reden voor mijn mildheid was het karma-effect. Stel je voor dat er ooit een J’Accuse over mij wordt geschreven! Door een nazaat bijvoorbeeld.
Nee, ik heb geen kinderen. Niet dat ik weet. Maar ik kan niet uitsluiten dat ik ooit, in the heat of the night, een dochter heb verwekt – laten we haar Rünhilde noemen. En dat de moeder het verstandig achtte om dit voor mij te verzwijgen omdat ze mij een grillige zak vond. Maar dat Rüna, als ze er decennia later achter komt wie haar vader is, besluit haar roots op te graven, waarschuwingen van de verbitterde moeder ten spijt.
Als ze een aardje naar haar vaartje is zal Rüna grondig onderzoek doen. Ze zal mijn exen opsporen om dier gruwelijke getuigenissen op te tekenen. Ze zal mijn blogs uitspitten op zoek naar leugens die mijn leven mooier doen lijken. Ze zal mijn vrienden uithoren naar politiek incorrecte uitspraken die ik ooit heb gedaan. Om dan, zonder me zelfs maar te ontmoeten, een wraakschrift te schrijven: ‘Rein – de weg van de weerzin’.
Het wordt een eclatant succes. Met optredens in talkshows, een Netflixfilm en een Van den Ende productie. ‘Mijn vader is een foute, pathologische leugenaar!’ citeert een kwaliteitskrant Rünhilde in een paginagroot interview. Als ze de BookSpot Literatuurprijs eenmaal binnen heeft volgen twee sequels, ‘Rein – de weg van de woede’ en ‘Rein – de weg van de walging’, die echter beduidend minder stof doen opwaaien. Daarna wordt het stil rond Rüna.
Intussen hoop ik stilletjes op een ontmoeting. Een gesprek. Een beetje bonding zelfs. Want we zijn vast two of a kind die, onder het genot van een fles Aldiwijn en veel geschater, een gemeenschappelijke vijand in haar rancuneuze moeder vinden. Om vervolgens samen een biografie over haar te schrijven. Met een opvallend milde toon. Als ultiem moederdaggeschenk.
PS Op de foto ben ik 42 jaar, maar Rüna ziet eruit als een vroege dertiger doordat FaceApp rekening heeft gehouden met mijn jeugdige genen. En zeg nu zelf: wat een prachtige denkbeeldige dochter heb ik voortgebracht! Daar moet ik toch even serieus van slikken.