Schone slaapster

Deze klassenfoto van gym 4 is gemaakt in 1975. 16 jaar jong was ik toen. Het jaar daarop zou ik naar het atheneum worden gedegradeerd. In de lente van ’75 ging het gym op schoolreisje naar Rome. Dat gebeurde onder begeleiding van de leraar Nederlands, een bejaarde brombeer met speekselrijke uitbarstingen (‘Dat zal je bezuren!’), en de lerares geschiedenis, een hoogbejaarde heks met mannenstem en valse tong (‘Jij hoort thuis op de ambachtsschool!’). Toch waren het niet de leerkrachten waarom ik aanvankelijk aarzelde. Dat kwam door mijn klasgenootjes. Het jaar ervoor, tijdens een schoolreisje naar Zweden, hadden stoere jongens in de sauna de spot gedreven met mijn nog infantiele fysiek. Kinderen zijn wreed. Niettemin besloot ik mee te gaan naar Italië. Want smoorverliefd.

Zij was gedegradeerd van een ander gym naar ons lyceum. Vanaf het moment dat ze de klas binnen deinde, met in slow motion dansende lokken en een schitterend witte overbite, was ik ‘op’ haar. Iets kleiner dan ik en gezegend met een droomfiguur, belichaamde ze alles wat een watje zich kon wensen. Flirten deed ik nog niet bewust, wel wist ik haar met zelfspot aan het lachen te maken. Vermoedelijk vond ze mijn grijns meer cute dan cool. Fotogeniek was ik zeker, voor zo’n verlegen joch. Daar was ik me wél bewust van. Op feestjes droeg ik een hoed boven schouderlang haar. Dan waande ik me een ster. David Cassidy, eat your heart out!.

De treinreis begon als een droom. Ik zat bij het coupéraam, hoed op de kruin, starend naar het leven dat als een ongrijpbaar schouwspel langs me flitste. Plots nam ze, zonder een woord te zeggen, plaats naast mij. Om haar hoofd op mijn schoot te vlijen. En de ogen te sluiten. Ik wist niet wat mij overkwam! En al helemaal niet waar ik mijn handen moest laten. Ik probeerde rustig te blijven. Lang was ons samenzijn niet beschoren, want stoere jongens kwamen als aasgieren op haar af. Ze begonnen haar rug op te vrijen, waarop zij ‘ontwaakte’ en een grapje maakte over ‘slaapje spelen’. Ik werd ruw uit mijn dagdroom gerukt.

Is een schoolreisje bedoeld om cultuur op te snuiven, daar hebben scholieren natuurlijk een broertje dood aan. Toch maakte Rome diepe indruk op me. De combinatie van grootstad en ruïnes, verkeerschaos en sierlijke fonteinen, klassieke kunst en grillige natuur, maakte de stad tot ultieme plek om een verliefdheid te cultiveren. Dat gebeurde vooral tussen mijn oren, want zij werd omringd door stoere jongens.

Wat volgde waren eindeloze groepswandelingen door zinderende straten. We stierven van de dorst. In ons kielzog sjokte de leraar Nederlands, met ronkende sigaar en gierende longen, en de lerares geschiedenis, die met haar basstem het tempo der leerlingen vervloekte. Zonder lokaal bleef er niets van hun autoriteit over. Mijn hotelkamer deelde ik niet met mijn schone slaapster. Noch met stoere jongens. Ik zat opgescheept met twee andere left-overs: een gozer die er veel te netjes uitzag en buitenlandse jongen die om die reden niet meetelde. Even wilde ik de spot met hen drijven. Kinderen zijn wreed. In plaats daarvan ben ik ingeslapen met de hoed over het gezicht. De mond gesnoerd, de blik verduisterd, verloor ik mij in dromen over haar.

De laatste dag gebeurde het. We namen plaats op een terrasje naast een sneltekenaar. Plots schoof zij aan bij mijn tafeltje. We bestelden rosé met ijs. Een beetje tipsy sprak ik de tekenaar aan. Ik vroeg hem een karikatuur van mij te maken, compleet met hoed. Dat deed ie. De impressie was raak: David Cassidy, maar dan hilarisch. Ik toonde hem haar, waarop zij het uitschaterde. Zo liet ik, in de lentezon van 1975, haar ivoren waaier schitteren met een uitbundigheid waar stoere jongens slechts van kunnen dromen.