Silver lining

Soms vraag ik mij af of ik me vastklamp aan het verleden. Immers, voor veel blogs bestudeer ik jeugdfoto’s. Bijna iedere week reis ik terug naar het Toen. Dat ziet de lezer me het liefst doen. Sterker, zonder nostalgisch plaatje zijn mijn Facebookvrienden veel minder geneigd de 500 woordjes door te ploegen. Eerst wat eye candy uit den ouden doosch, dán pas aan den arbeid! Zo werkt het voor mij als auteur ook. Veel verhalen ontspringen uit jeugdfoto’s die me om onbestemde reden betoveren. Als vanzelf verdwijnt dan een moedeloos gevoel dat me ’s middags verlamt. Middagdepressie, zit dat in de DSM-5?

Voor mijn blogs heb ik de beschikking over duizenden foto’s die mijn moeder en ik ooit gemaakt hebben. Daarnaast struin ik regelmatig het internet af naar beeldmateriaal van iedereen die ik ooit heb gekend. Exen, vrienden, familie, buren, collega’s, klasgenootjes, kennissen. Zo masseer ik een geheugen dat verzonken ligt in de Nevel der Verdringing. Maar soms bekruipt me het gevoel dat er achter dat gegoogel een duister motief schuilgaat. Ben ik een voyeur? Onbewust uit op wraak? Of is het een vorm van zelftherapie?

Feit is dat mijn fascinatie voor de middelbare school obsessieve trekjes begint te vertonen. Onlangs heeft het lyceum een jubileum gevierd. Op de website stapelen de foto’s zich op, toentertijd gemaakt in de lokalen, rond het pand en tijdens schoolreisjes. Ik kan er geen genoeg van krijgen. Toch huiver ik bij ieder beeld. Ik bekijk de foto’s zoals een kind naar een horrorfilm gluurt: te zeer geboeid om de ogen ervoor te kunnen sluiten.

Het zijn vooral de gezichten van de leerkrachten die flitsen van weleer in mijn achterhoofd genereren. Momenten van gêne, verlegenheid, desinteresse. Die van mij wel te verstaan. Geen vak dat mij kon boeien, geen leraar die mij wist te enthousiasmeren. Iedere middag was het afwachten in de schoolbanken tot de bel ging. Om dan thuis op te gaan in mijn eigen wereld.

De docenten zijn op de foto’s jonger dan ik nu ben, maar zullen altijd ouder lijken. Machtiger. In mijn herinnering waren ze sarcastisch, hard, vilein zelfs. Toch lijken de meeste leerlingen het naar hun zin te hebben. Zou ik de leraren met terugwerkende kracht de schuld willen geven van mijn middagdepressies? Da’s wel erg makkelijk. Daarbij: de docenten zou ik later verruilen voor werkgevers, de schoolboeken voor werk. Het gevoel zou blijven.

Meer dan door de leraren word ik geboeid door de vertrekken en de spullen. De lokalen, landkaarten, kasten, banken, atlassen, Rijam-agenda’s. Stoffelijke zaken waar ik me ooit blind op heb gestaard. Ik weet nu ook wat ik op de foto’s zoek: vensters. Ik wil weer door de ramen naar wolken turen, zoals ik Toen deed. Fantaserend over een universum dat mij wél inspireert. Dagdromen is voor mij altijd als ademhalen geweest. Het enige vak waarin ik uitblink.

Ik geloof niet dat ik me met mijn blogs vastklamp aan het verleden. Terugverlangen naar de machteloosheid doe ik in ieder geval niet. Zodra ik een verhaal heb geschreven verdwijnt de herinnering weer in de Nevel. En de foto in het archief, want mijn voyeurisme is dat van een eendagsvlieg. De blogs dienen evenmin voor wraak. Ieder stukje opnieuw besef ik dat ‘het’ niet aan anderen lag, dat ‘het’ in mij zit. Gelukkig maar, want lezers gruwen van rancune.

Vermoedelijk houden ze van mijn tijdreizen omdat ik uit de jeugdfoto’s zeer persoonlijke herinneringen destilleer die ik weet te transformeren in verhalen waarin iedereen zich een beetje kan herkennen. Exen, vrienden, familie, buren, collega’s, klasgenootjes, kennissen. Facebookvrienden. Maar het meest schrijf ik ze voor mijzelf. De creatieve focus zet mijn middagmoedeloosheid om in een silver lining die tot in het donkerste klaslokaal doordringt. Alsof ik de scholier-in-mij een plekje bij het raam gun. Tot de bel gaat.