In de Bijlmer

Het was even thuiskomen afgelopen moederdag, toen ik mijn ex S. en haar dochter J. opzocht in hun nieuwe flat in de Bijlmer. Wat een hartverwarmend wederzien!

Hun adelaarsnest biedt een schitterend uitzicht op toekomst en verleden. Maar ik had vooral oog voor het heden, want J. is uitgegroeid tot een bruisende jongedame van wel zeventien lentes, zo een met hectische bijbaantjes en chronisch appende vriendinnen.

Toch was ik niet geheel van haar horizon verdwenen. Integendeel, ze begon spontaan over Coef: de weg van de waanzin. Dat ze het eigenlijk best raar vond om te lezen dat haar ex-neppapa zelf ooit een snotneus is geweest – een beetje zoals ik het vreemd vond om in Coefs dagboeken te lezen dat mijn moeder al bestond vóórdat ze mij gebaard had. Life is but a dream, toch?

Vast. Want J. mag dan met één been in het volwassen leven staan, toen ik haar in mijn armen sloot voelde ze weer als dat zevenjarig halfverweesde monstertje dat ik altijd een knuffel gaf voor het slapengaan. Sommige brokken in de keel hoor je nooit doorgeslikt te krijgen

En goed gezien: cameravrouw S. kreeg bijkans een flauwte bij het aanschouwen van zoveel emotie, al beweert ze zelf bij hoog en laag dat ze bevangen werd door een aanval van acute acrofobie...