De andere Reins

Zoals bekend gebruik ik Facebook om verhalen op te publiceren. De vriendschapsverzoeken die ik krijg zijn dus meestal afkomstig van onbekenden; lezers die willen reageren op mijn blog, bijvoorbeeld omdat ze iets herkennen uit hun eigen leven. Bij ieder verzoek van zo’n wildvreemde voel ik me vereerd. Ik willig het in zonder te dralen en zonder te checken of er misschien naaktfoto’s van Teletubbies op dat profiel staan. Iedereen is welkom.

Zo werd ik onlangs benaderd door een zekere Mark Bouwman. Om de een of andere reden reageerde ik niet meteen op het vriendschapsverzoek. Iets later die avond werd ik opnieuw door hem benaderd – nu met een sms. Dat benauwde me toch een beetje. Hoe was hij aan mijn geheime nummer gekomen? En waarom die haast? Zou hij zo’n Teletubbieman zijn? Ik kroop er vroeg in die avond, luchtbuks in aanlag naast het nachtkastje.

De volgende ochtend werd ik opgebeld. Door Mark. Hij klonk opvallend normaal. En zijn verhaal was bijzonder. Marks tweede naam luidde namelijk ook Rein. Hij was vernoemd naar de opa waar ik ook naar vernoemd ben. Mark was dus Rein III – of eigenlijk Rein II want 10 jaar eerder geboren! Tijdens zijn speurtocht naar de herkomst van zijn tweede naam was Mark op mijn blog gestuit. Over herkenning gesproken.

Het zat zo. Marks vader, ingenieur Ivo Bouwman, was bevriend met mijn opa, planter te Sumatra. Ze deelden een passie voor de inheemse cultuur van Nederlands-Indië. Zo stak Rein meer tijd in het verzamelen van kunstobjecten dan in het aansturen van ‘inlanders’. Zijn collectie zou naar musea in Nederland verscheept worden, maar de 60 (!) kisten belandden op de bodem van de Indische oceaan. Japanse torpedo. Rein zelf legde het af tegen de Jappen in 1942.

Vermoedens dat Ivo en Rein in eenzelfde eenheid gediend zouden hebben werden ontkracht. Een gerucht dat Rein in Ivo’s armen gestorven was bleek even romantisch als onjuist. Hoe de vriendschap tussen Ivo en Rein zich dan zo intens heeft kunnen ontwikkelen – Ivo sprak van een ‘nobel mens’ – zal voor Mark altijd een mysterie blijven, omdat zijn vader een zwijgzaam man was als het de oorlog betrof. Feit is dat Ivo dusdanig onder de indruk was van mijn opa dat hij diens naam liet voortleven in zijn zoon, zeven jaar later.

Mark en ik hebben foto’s en verhalen uitgewisseld. Ook brachten we zijn zus in contact met mijn tante, jongste dochter van Rein. Zo konden deze dames-op-leeftijd telefonisch terugflitsen naar hun jeugd in de Gordel van Smaragd. Helaas ook naar die zwarte dag in dat hotel te Java, toen mijn oma en haar dochters te horen kregen dat Rein gesneuveld was. Niet veel later werden ze afgevoerd naar Banjubiru, zwaarste der Jappenkampen.

Ik waardeer het enorm dat Mark contact met mij heeft gezocht. Mede daarom heb ik onlangs zelf de moed verzameld om een wildvreemde te benaderen: de vrouw naar wie mijn oudste zus is vernoemd. Deze dame was namelijk de enige vriendin van mijn moeder (gekke moeders maken weinig vriendinnen). Ze bleek inmiddels overleden, maar haar zoon heeft me geholpen aan foto’s en de omschrijving van een bijzonder mens. Die heb ik doorgestuurd aan mijn zus, in de hoop dat zij net zo trots wordt op haar naam als ik op de mijne ben.

De fotograaf was een Japanner
Opa en oma als jonggehuwden aan de wieg van mijn moeder. De idyllische fotografie werd verzorgd door – o ironie – een Japans fotograaf. Pematang Siantar, eind 1930.