Met de crematorium-look

Graag even uw likes voor mijn spiksplinternieuwe inrichting. Heb ik wel verdiend. Zoals u ziet heb ik gekozen voor een strakke maar stemmige ambiance, waarbij zwartlederen zitcomfort, haagbeuken laminaat en asgrijze vitrages warmte en verdieping krijgen dankzij een nauwlettend gecomponeerde foto-impressie van watervallen en een salontafel vervaardigd van duurzaam tropisch hardhout. Ook heb ik me laten verleiden een televisie aan te schaffen (uiteraard in gelijksoortige stijl), om meer verbinding met de maatschappij te voelen. Home is where the heart is!

Hoe graag had ik dit stukje zo willen beginnen. Helaas. This is not my beautiful house. Ik leef in een leugen. Waar ik over een week alweer uit moet. Het is een zogeheten logeerwoning, waarin ik moet bivakkeren tot mijn eigen flat opgeknapt is. Alsof dat iets zal helpen.

Want waar ik ook woon, altijd oogt mijn thuis alsof er net is ingebroken. En zelfs dat niet. Komt allemaal door mijn voorkeur voor pragmatische inrichting. Lees: troosteloze meuk die je bij het grofvuil van een TBS-kliniek verwacht. Die neiging naar ongezelligheid is een keuze, zo maak ik mezelf graag wijs. In een huis dat zijn best doet zou ik me ongemakkelijk voelen. ‘Als het maar werkt’ is mijn devies. ‘Je woont in een werkhok!’ verzuchtte mijn ex toen ze na een weekendje logeren toch wel erg opgelucht was dat ze weer mocht vertrekken. Ze bedoelde natuurlijk ‘woonstudio’. Omdenken, dat geeft zoveel gemoedsrust.

Maar niet voldoende. Want de enkele keer dat er een loodgieter over de vloer komt of de laatste Jehova’s getuige zijn voet tussen de deur wringt, staat het schaamrood me op de kaken. ‘Ja, ik ben aan het opknappen,’ begin ik dan ongevraagd, ‘de vorige bewoners hebben het compleet uitgewoond!’ Vrienden ontvang ik zelden aan huis. Liever maak ik een afspraak in het café, waar ze de leuke Rein treffen, in plaats van de manisch typende mood swinger die ‘IS HET HIER GODVERDOMME NOG NIET GEZELLIG GENOEG!’ brult als zijn ex een kaarsje wil aansteken. Terwijl mijn flat volgens haar zó’n potentieel heeft. Zeeën van ruimte! Schitterend uitzicht op het kanaal! Fonkelende lichtinval!

Dus. Genoeg is genoeg. Over een week gaat het roer om. Dan moet en zal ik aarden, voor het eerst in veertig jaar. Sterker, van de woningbouwvereniging heb ik al nieuwe keukenkastjes moeten uitzoeken. En een beukenhouten aanrechtblad. En kekke douchetegels. Mijn gezelligheidsdetector sloeg uit alsof ik lamellen ophing in de living van Tsjernobyl. Jammer dan. Ditmaal zet ik door. Groots genieten ga ik van mijn nieuwe thuis. ‘Het begint al!’ hoor ik Kamagurka’s Bert zeggen.

Voor nu echter mag ik nog even mijzelf zijn in deze logeerwoning. Woonideeën opdoen. En smullen van de dure chocolade die de woningbouwvereniging heeft achtergelaten om de verbannen bewoner welkom te heten. Merci! Niet dat ik gepaaid hoefde te worden, want ik voelde me direct thuis in de crematorium-look. Alsof ik een woonmagazine ben binnengestapt, of andermans bestaan heb gekaapt. Niets dat me aan mijn eigen leven herinnert! Er hangt zelfs een onpersoonlijk luchtje. Zouden er spuitbussen bestaan met Neutrale Mensengeur, zoals ze ook nieuwe auto’s allemaal hetzelfde luchtje meegeven?

Woongenot is een keuze
Het begint al!