Blog
- Categorie: Blog
Met je infuus vol epo
Het einde van sick shaming is in zicht!
Voor patiënten die zo snel mogelijk willen herstellen van hun TBC, pest of syfilis, heeft het UMC deze unieke en CO2 neutrale bromfietsbar geïnstalleerd. Sfeervol gesitueerd tegen een decor van uitgestorven woestijnplanten, en uitgevoerd met voldoende afstand tussen de buddyseats opdat u niet geconfronteerd wordt andermans gejammer, garandeert deze medibikebar dat u ook tijdens uw opname aan die o zo noodzakelijke 30 minuten beweging per dag komt. Trek aan die gele UMC-trui!
*krijgt visioen van drie nijdig trappende mannen met rode koppen die elkaar met mind power te lijf gaan*
(Gespot tijdens mijn halfjaarlijkse controle voor blindheid)
- Categorie: Blog
Voor de EGO's
De Aldi. Ik kom er graag. Voel me er thuis zowat. Ieder bezoek maakt me ervan bewust hoezeer ik op de bodem van de maatschappij ben beland – in de tegenhanger van de golfclub zegmaar. Veel werklozen en afgekeurden zal dit besef moedeloos maken. Ikzelf kom er juist door bij mijn kracht. Het afvoerputje der supers geeft mij het idee dat alles alleen nog maar kan meevallen in het leven. Sterker, dat alles mogelijk is. Dat ik mijzelf opnieuw kan uitvinden.
Die behoefte aan een nieuwe verschijning is ook de reden dat ik mijn baard heb laten staan. Niemand vindt het een verbetering, behalve ikzelf. Omdat ik er een ander mens door lijk. Kies maar uit: een Hells Angel in ruste, een opa met platjes, een vergeten schrijver... Of gewoon een ouwe lul in de Aldi. Ik vind het allemaal best. Alles liever dan die jongere oudere die zijn studies en banen en relaties verklooide door te lang charmante grapjes aan de toog te blijven tappen. Mijn kroegtijger moest dood. Waarvan akte, al voel ik hem nog regelmatig stuiptrekken.
Ik vermoed dat er ook legio vrouwen zijn die hun baard willen laten staan. In plaats daarvan houden ze op met het verven van hun grijzende lokken. Waardoor er automatisch tien kalenderjaren bijgetikt worden. Dat hebben ze ervoor over, om zich niet meer de femme fatale te hoeven voelen. Ze zijn hun film noire meer dan beu.
Wat authentiek! lees je bij dit soort metamorfoses op Facebook. Zeker. Maar de vraag is hoe Onze Lieve Heer deze mannen en vrouwen in godsnaam gaat koppelen. Want het is leuk om van jezelf te weten dat je je charmes en good looks gecamoufleerd hebt, de ander ziet je natuurlijk gewoon als een ouwe lul of dito doos. Het oog wil ook wat, om over de rest van het lichaam nog maar te zwijgen. Het is dus zaak elkaars inner slut te herkennen, dwars door die authentieke grijze haren heen.
Gelukkig is daar altijd de Aldi. Op een niveau dat de bedrijfsleiding verre overstijgt, worden er voor ons EGO’s (extra gerijpte ouderen) stilzwijgend plekken geregeld voor spontane ontmoetingen. In de meest deprimerende filialen uiteraard, omdat daar alles nog mee kan vallen en mogelijk lijkt. Een app is niet vereist, de goede verstaander herkent de locaties aan subtiele signalen. Dus. Mocht u tussen de kiloknallers, plofkippen en grabbelbakken een kroegtijger of femme fatale van weleer vermoeden, aarzel dan niet, en ga er onmiddellijk VOL mee op de bek. Want oud, dat bent u maar eenmaal in uw leven.
# YouToo
- Categorie: Blog
Voornemen:
Vaker familie opzoeken, ook al word ik dan bulderend uitgelachen om mijn wijze levensraad.
- Categorie: Blog
Een kerstverhaal met ballen
Uit de speakers schallen de eerste noten van La Bamba. Onder mij dansen mannen in getailleerde blouses met sleutelbeenbrede kragen en enorme okselvlekken. Dat doen ze met vrouwen in veel te wijde synthetische broeken en oversized colbertjes onder stijf gelakte coupes. Ik hang over de balustrade en tuur naar de dansvloer, als een antropoloog die vanuit een helikopter een pas ontdekte Indianenstam in het Amazonewoud bestudeert. Op veilige afstand.
De dansvloer is rond en wordt omringd door afzetpaaltjes met koordjes die de vloer de allure van een rode loper geven. In de vloer zijn spotlampen aangebracht waarvan het licht weerschitterd wordt in de bolvormige discolamp aan het koepelplafond, waardoor de bezoekers zich in een klatergouden waterval wanen. De opsmuk moet hen zaterdagnachtkoorts bezorgen.
Die hebben ze hard nodig, want verder dan wat laffe pasjes komen de meeste feestbeesten niet. Ze bewegen hun benen alsof ze pantoffels afwerpen, hun armen alsof ze een bergwandeling maken. Elkaar aankijken doen ze niet, kunnen op geen enkele gewaagde move betrapt worden. Ze dansen alsof ze staan af te wassen. Da’s disco’s dirty little secret: het is een thuishaven voor passielozen.
En waar kun je beter afwassen dan in Bristol! Er kunnen een paar duizend man in deze tempel van kitsch. En sluit de muziek naadloos aan op hun hartstocht. Het ene doodgedraaide hitje na het andere is de revue gepasseerd vanavond. Boney M, Hot Chocolate, Tavares... Herhaling, daar houden de mensen van. Vandaar ook het razend populaire ritueel bij La Bamba.
Al bij de eerste noten heeft iedereen zijn bacootje op de bar geplempt om op de dansvloer een grote kring te vormen waarbinnen vrijgezellen elkaar dansend proberen te versieren. Zonder de haarlak zou het door kunnen gaan voor een zigeunerritueel, zeker ook omdat er wel eens eentje doordraait als ie te diep gesnoven heeft. Zo is er paar jaar geleden nog een vrouw doodgeschoten, zeggen ze. En de portier, die mij met onverholen minachting binnenliet, schijnt in een Rolls te rijden. Ze geven Bristol het rouwrandje dat mij trekt.
Toch kom ik hier vooral omdat de kroegen afgeladen zijn met kerstgezelligheid. Dan is zo’n discotheek tenminste consequent in haar kitsch. Wel moet ik onvermijdelijk terugdenken aan dat ene schoolfeest waarbij ik in Travolta-outfit verschenen was. Blauw velours pak, hagelwitte blouse met soulkraag, zwarte schoenen met Italiaanse hakken en bolle neuzen. Helemaal in tune met de tijd. Voor het eerst zagen de meisjes me staan, gaven de jongens me schouderklopjes, staken de leraren hun duim omhoog. The Man was ik.
Voor één avond dan. Ik miste mijn vettige spijkergoed. Mijn houthakkersblouse. Mijn suède stinklaarzen. Ik kon het niet opbrengen, dat blitsen. Kan het nog steeds niet, me opdirken en dan onbekommerd mee hossen met de massa, op ongezouten deuntjes vol slippende drummetjes, gespeend van ieder greintje overgave. Muzak die me lijkt vast te nagelen in de tijd.
Gelukkig is er ook in Bristol wel eens een tijdloos moment. Alsof de discobol mijn gebeden heeft verhoord, galmt er opeens een unieke, hees-geile stem door de tempel: ‘Fellas, I’m ready to get up and do my thing! I wanna get into it, man, you know! Get up, get on up! Get up, get on up!’ Ik aarzel geen moment. Plemp mijn glas neer, roets de trap af, spring de vloer op. En ga dansen. Zoals ze daar nog nooit gezien hebben. Met skiënde voeten. Kronkelend bekken. Bezwerende armen. Halfgesloten ogen. Lustige grijns. En zwiepende haarslierten, die zorgen voor een fontein van zweet in het discolicht. ‘Stay on the scene! Like a sex machine!’
Al na een minuut wordt The Godfather of Soul weggedraaid. Loopt mijn machine vast. Open ik mijn ogen. De dansvloer is bijna verlaten. De paar overblijvers staan in een kring om me heen. Nemen me op. Niet met de goedkeurende glimlach van La Bamba, maar met de achterdocht van een groep antropologen die op een sjamaan is gestuit. Ik recht mijn rug. Hijs mijn spijkerbroek op. Trek mijn houthakkersblouse strak. En verlaat het lauwe afwaswater met opgeheven hoofd, terwijl achter mij een ‘Heaven must be missin’ an angel’ wordt ingezet. The Hardest Working Man in Show Business has left the building.
Buiten op het Hofplein raast het verkeer rond de helverlichte fontein. Er staat een Rolls geparkeerd, scheef, op de stoep, met de ramen onder de pekelblubber. Even heb ik de neiging om achterin te stappen en me naar mijn mansion in Beech Island te laten rijden. Maar dan pak ik mijn fietsje en laat ik me verzwelgen door het zwarte gat van de Maasstad. Met nazwiepende haarslierten, dat wel.
Bristols inner cirkel werd wel heel erg klein toen deze prille BN’er zich waagde in de klatergouden waterval van de discobol