Coef
- Categorie: Coef
Biedt een kijkje in haar ziel
In Coef: de weg van de waanzin maak ik melding van kunst die mijn moeder in de loop der jaren vervaardigd heeft. De olieverfschilderijen, pointillistische tekeningen, marmersnijwerk, beenderbewerking en andere uitingen maakten diepe indruk op mij als puber.
Die artefacten heeft ze gecrëeerd als twintiger aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten te Den Haag, maar vooral als moeder van middelbare leeftijd op haar Hobbykamer op Heemraadssingel 238, toen ze het niet langer kon opbrengen huisvrouw te spelen. Dankzij haar verbeeldingskracht kon ze zich verliezen in haar jeugd te Nederlands-Indië, maar ook het jappenkamp en haar zwangerschappen zijn terugkerende thema’s. In veel werk schemert een even onbestemde als penetrante dreiging door.
Omdat er in het boek geen ruimte was voor deze kant van Coef – dat gaat over een vrouw die krankzinnig wordt, niet over een kunstenares – plaats ik hier een aantal scans en foto’s van de kunstwerken.
KLIK OP DE FOTO'S OM ZE TE VERGROTEN
olieverf: ouderlijk huis in Indië
olieverf: mannelijk wezen tegen gouden achtergrond
olieverf: jappenkamp Banjoebiroe
olieverf: wezentjes op scheepje
pointillisme: vrouw in kamp II
houtskool: vader met dochter III
tekening: vrouw met brede jukbeenderen
snijwerk beender: vrouw met nachtdiertje (5 cm)
snijwerk beender: gebladerte (4 cm)
snijwerk beender: vrouw met primaat (10 cm)
snijwerk beender: zwangere vrouw (7 cm)
snijwerk marmer: wijze van Paaseiland (8 cm)
snijwerk beender: lange naakte vrouw (16 cm)
snijwerk marmer: nachtdier (6 cm)
- Categorie: Coef
Coef editor's choice in Indië-magazine Moesson, april 2017
Coef in Top-10 non-fictie van Rotterdamse boekhandel Donner, oktober 2016
Coef aanbevolen door Tilburgse boekhandel De Tribune, 03/11/2017
Coef aanbevolen door leesclub NCRV-gids, 28/10/2017
- Categorie: Coef
Het parallelle universum
Net als je denkt dat ‘Coef: de weg van de waanzin’ zijn piekmoment achter de rug heeft, valt er een wel heel bijzondere brief op de mat. Afkomstig van Jet, een zesentachtigjarige dame die niet alleen je boek gelezen heeft, maar ook de eerste vriendin van Coef geweest blijkt te zijn. Sterker nog: ze heeft Conneke, zoals mijn moeder eigenlijk heette, haar bijnaam bezorgd.
Net als Conneke’s vader werkte Jets pa voor de Handelsonderneming van Amsterdam op Sumatra. Het gezin woonde op steenworp afstand, dus er werd heen en weer gelogeerd. Jet beschrijft hoe ze onder de indruk was van de Batakse kunst die Conneke’s huis tot levend museum maakte. Hoe ze net zo’n sarong aan mocht als Conneke placht de dragen. Hoe ze samen met Conneke schommelde in de paradijselijke tuin en ’s avonds genoot van Little Lord Fauntleroy, een echte Hollywoodfilm die door ‘oom’ Rein in de kampong op een wit laken geprojecteerd werd. Hoe ze griezelde bij de spookverhalen die ‘tante’ Geertje vertelde. En hoe ze de voor haar onuitspreekbare naam Conneke verbasterde tot Coef. Waarop de rest van de wereld dat na ging doen.
Maar ook voor Jet brak de oorlog met Japan uit. En volgde internering in een jappenkamp. Dat overleefde ze om, net als Coef, na de oorlog in Holland een kunstopleiding te volgen. Het contact werd hersteld. Ze zocht haar vriendin op in haar Dordtse huisje met dat schitterende uitzicht op de Oude Maas. Maar het ging niet goed met Coef. Ze had haar weelderige lokken afgeknipt, zélf, uit woede en frustratie omdat ze gezakt was voor een examen. Ze had besloten de Kunsten achter zich te laten en te kiezen voor ‘de witte wereld’ zoals ze het medische vakgebied noemde. In de jaren die volgden zouden de vriendinnen nog twee keer contact hebben. De laatste keer telefonisch én langdurig, want Coef was toen euforisch over de aandacht die een cultureel antropoloog aan haar Indië-archief zou besteden. Nu zou alles goed komen!
Het deed Jet verdriet te lezen hoe het Coef verder vergaan is. Ook spreekt ze in de brief haar bewondering uit voor mijn inspanning om het aangrijpende relaas op te tekenen. Verder trof ik in de enveloppe een kaartje waarop kunst is afgebeeld. Jets werk, zo bleek. Ik googelde haar naam en stuitte op nog veel meer moois van haar hand. Ze heeft carrière weten te maken met haar kunst! Zo had het Coef dus ook kunnen vergaan, dacht ik even. Als haar vader niet was gesneuveld en zij haar opleiding had afgemaakt en niet zo’n moeilijk mens was geweest en geen kampsyndroom had gehad en ook geen schizofrenie. Maar zo werkt het leven nu eenmaal niet.
Daarbij draagt ook Jets huis een kruis – dat zo mogelijk nog zwaarder weegt dan dat van Coef. Jets zoon, een roemruchte punkkunstenaar, is amper volwassen gestorven aan een overdosis heroïne, in dezelfde tijd dat ik experimenteerde met LSD. Een intense jongen van mijn leeftijd, net als ik zoekende naar zingeving. Er is een documentaire aan hem gewijd. En een biografie. Maar moeders zien hun zoon liever honderd worden dan vereeuwigd.
Dankzij Jets brief besef ik dat ‘Coef’ haar weg naar de lezer zelf moet vinden. Dat ze haar tempo zelf bepaalt. En dat ze daarbij haar pad zorgvuldig kiest, opdat zelfs die ene lezer bereikt wordt aan wie het boek zijn titel te danken heeft. Zo werkt het leven dus soms ook. Dan bezorgt het mij, reikhalzend toekijkend in de coulissen, even koude rillingen.
Op deze vakantiefoto van 16 februari 1933 op Sumatra zien we Conneke/Coefje vierde van links staan, vlak bij mijn grootouders. Jet zit zevende van links – die met die gezonde wangetjes.
- Categorie: Coef
Een surprise op Moederdag
Als het aan Coef gelegen had, was het iedere dag Moederdag geweest. Zij gruwde van haar taken en liet dit iedereen die dat niet wilde horen weten. Zo gaf ze het gezin in de jaren zeventig een plakboek, waarin ze op ironische – of is het sarcastische? – wijze verslag doet van haar wrede lot als moeder annex huisvrouw. De cartoons lezen aanvankelijk als een geintje, als een feministisch Facebook avant la lettre. Maar wie de biografie kent zal constateren dat de grappen steeds grimmiger worden, tot het plakboek (nota bene een Sinterklaassurprise!) ontspoort in een regelrechte J’Accuse. Of is het een wanhoopskreet? Kortom, Moederdag zou nooit meer hetzelfde zijn.
Ik heb de selectie zo veel mogelijk beperkt tot ‘grappen’ die mij en moeder betreffen. Zo vond ik haar sarcastische opmerkingen over mijn vaders postuur ongeschikt voor publicatie.
Klik op de plaatjes om ze te vergroten. Dan wordt Coefs getypte tekst ook leesbaar.
- Categorie: Coef
In Coef: de weg van de waanzin beschrijf ik hoe Coef in 1975 en 1981 opgenomen werd in de Jelgersmakliniek te Oegstgeest, waar ze o.a. LSD-therapie kreeg van Professor Bastiaans. Hun band werd zo innig dat ze na de therapie werkzaamheden voor Bastiaans zou gaan verrichten.
Hieronder enkele foto's die Coef destijds van de 'Jel' gemaakt heeft.
Jelgermakliniek in 1975
Jelgersmakliniek met de Mercedes van Bastiaans in 1981
Jelgersma Dependance: LSD-kamer 8 in 1975
Jelgersma Dependance: LSD-kamer 8 in 1981
Jelgersma Dependance: LSD-kamer 8 in 1981
Jelgersma Dependance: LSD-kamer 8 in 1981
Jelgersma Dependance: het LSD-blaadje in 1981
Jelgersma Dependance LSD-kamer 8: de bandrecorder in 1981
Jelgersma Dependance LSD-kamer 8: mep-kussentje om af te reageren in 1981
Jelgersma Dependance LSD-kamer 8: kunst aan muur in 1981
Jelgersma Dependance: woonkamer met Bastiaans en oa Coef 1981 Sinterklaas
Jelgersma Dependance: woonkamer met Bastiaans en oa Coef 1981 Sinterklaas
Jelgersmakliniek Dependance: woonkamer met Coef en andere patiënten Oudjaar 1981
Jelgersmakliniek Coef reageert zich in de tuin af met 100 watt lampen in 1981