Coef
- Categorie: Coef
Trouw 17/12/2016.
Door Nicole Lucas.
Klik op het artikel om het leesbaar te maken.
Telegraaf 11/10/2016
Door Tessa Heerschop.
- Categorie: Coef
Door: Alek Dabrowski voor uitgelezenboeken.blogspot.nl
6 november 2016 | link naar recensie op uitgelezenboeken.blogspot.nl
Coef is de moeder van de auteur. Zij is overleden en heeft hem veertig dozen nagelaten. In de dozen zitten dagboeken, foto’s, cassettebandjes, kortom herinneringen. Coef hield minitieus haar leven bij. Rein Hannik leert door dit materiaal zijn moeder kennen. Coef was maniakaal, dwangneurotisch en getraumatiseerd, kortom gek. De laatste jaren zat zij in een inrichting, de Jel. Zij verzorgde zichzelf niet meer. Zij krijste, schold iedereen in haar omgeving uit. De dozen zijn vies, ze stinken. Rein gaat erdoorheen en komt tot dit verhaal van Coef, met als ondertitel: De weg van de waanzin.
‘Coef’ is ingenieus opgebouwd en bestaat uit een korte proloog, drie delen en een epiloog. Het boek leest als een roman en kan ook zo opgevat worden. Het verhaal is echt: een biografie van Coef en impliciet een autobiografie van de auteur.
In de proloog zit Rein in haar sterfkamertje. Coef kraait en schreeuwt en eist alle aandacht op. “Zelfs doodgaan kan ze niet normaal.” Het eerste deel bevat het verhaal vanuit het gezichtspunt van Rein. Hoe hij opgroeide in het doktersgezin met de steeds gekker wordende moeder. In deel twee gaat de schrijver terug naar de jeugd van Coef, zij groeide op in Nederlands-Indië, maakte de oorlog mee en zat in een kamp. In deel drie komen beide lijnen samen. De ondergang van de volwassen Coef zet in bij haar eerste zelfmoordpoging en hierop volgende behandeling, de LSD-therapie van Jan Bastiaans.
Rein groeide op aan de Heemraadssingel. Zijn vader was huisarts, Coef was doktersvrouw, een rol die zij niet aankon. Zij had weinig oog voor de kinderen en was vaak driftig. De kinderen, Rein had een ouder en jonger zusje, leerden de klappen afweren. “Mijn reflexen waren zo snel geworden dat ik met gym als eerste gekozen werd bij trefbal – een kei in het ontwijken was ik.”
Zijn vader tolereert het gedrag van moeder in eerste instantie. Hij stort zich op zijn werk en ontspant zich met de nodige alcohol. Met Coef gaat het zo slecht dat zij moet worden opgenomen. Vader voelt zich beter maar voor Rein is het geen bevrijding. “Als ik hem zo zag liggen voor de Philips tv, met zijn lompe romp op het statische tapijt en zijn hoofd tegen de poef met hondenpiesvlekken, grote hompen kaas-met-roomboter verstouwend en bij iedere goalkans een knetterende scheet latend, dan miste ik mijn moeder even.”
De opvoeding heeft geen gunstig effect op Rein. Als kind heeft hij geen vriendjes. Later slaagt hij er niet in een studie succesvol af te ronden. Langdurige relaties met vrouwen of vaste banen zijn niet aan hem besteed. Hij gaat af en toe bij zijn moeder langs. “Dus. Daar zat ik. Een afgekeurde vijftiger naast zijn gekke moeder in het gekkenhuis.”
In dit eerste deel vertelt Rein Hannik zijn geschiedenis in een razend tempo. Onnoemelijk veel details komen er voorbij. Storend is dit hoge tempo geenszins, maar je zou meer willen weten over de achtergronden van Coef. In deel twee werd ik op mijn wenken bediend.
Hannik begint hier met de ouders van Coef. Hun vestiging in Nederlands-Indië en de kinderjaren van Coef. De omgeving van hun plantage was niet zonder gevaren, maar de fantasieën en angsten die zij ontwikkelde waren slechts ten dele reëel. Later zou zij deze periode, waarin haar baboe Toek zich over haar ontfermde, verheerlijken.
Na de Japanse bezetting sneuvelt haar vader en komt de familie, moeder met twee kinderen, in een hel terecht, het kamp Banjoebiroe. Coef is een kleine puber, maar zal zich als volwassene door deze periode van honger, uitbuiting en vernedering slaan. Terug in Nederland dient zij het verleden zo snel mogelijk achter zich te laten.
Na een mislukte relatie met een oudere, getrouwde man ontmoet zij haar geliefde Hop. Mooi is hoe Hannik hier de liefde tussen de twee beschrijft. De liefde die hij als kind maar zelden zag. Zij schrijven elkaar honderden brieven. Toch knaagt er iets bij haar. Zij ziet op tegen visites, tegen de omgang met andere mensen. De artsenpraktijk van haar man wordt al snel teveel voor haar. “Ik ben niet gemaakt voor deze knusse beschaving waar je slapend op de dood afstevent met een lichaam vol reumatiek.” Zij krijgt ook last van haar verleden. “Aan het heden kan ik maar niet wennen.”
Dan volgen de meest verbijsterende hoofdstukken van dit toch al opmerkelijke boek. Coef kwam na een zelfmoordpoging terecht bij Jan Bastiaans. Hij profileerde zich als psychiater die patiënten hielp in het verwerken van trauma’s. Bij kampsyndromen zoals waar hij meende dat Coef aan leed, was een radicale therapie nodig. De patiënt moest het trauma herbeleven, de deksel moest van de emotionele beerput worden gelicht. Het middel daartoe was LSD.
Coef onderging een aantal sessies die werden opgenomen en door Coef nauwgezet werden uitgeschreven. Herhaling was onderdeel van de genezing. Er werd geschreeuwd en gezocht naar de oorzaken van haar trauma’s. Bastiaans gaf hier sturing aan, constateert Hannik. Voor het schrijven van dit boek heeft hij heeft alle bewaard gebleven cassettes beluisterd en de uitgetikte verslagen gelezen.
Al snel werd Bastiaans de redder in nood voor Coef. Zij verafgoodde hem. Ook buiten de kliniek was hij een bekend persoon met charismatische uitstraling. Dat hij nogal subjectief te werk ging en patiënten door zijn therapieën juist nog meer geestesziek werden, wilde de professor niet zien. Deze gevaarlijke charlatan heeft veel te lang zijn werk kunnen voortzetten. Rein Hannik oordeelt nogal mild over hem
Opmerkelijk is dat Coef in de kliniek zowaar een sociale kant ontwikkelde. Medepatiënten vonden haar aardig. Zij was ook altijd open geweest. Zij deed vrijwilligerswerk en had grootste plannen. Een film wilde zij maken, die het Nederlandse volk de ogen zou openen. Uiteraard vormde haar verleden hierin het zwaartepunt. Maar zij ergerde zich ook aan van alles. “Eigenlijk kotste ze op iedereen.”
Echte genezing bleef uit. Na een tijdje zelfstandig te hebben gewoond, haar man was van haar gescheiden, namen de paranoia en de angsten zulke vormen aan dat zij weer opgenomen moest worden. Nu voorgoed. Het decorumverlies was totaal: zij schold mensen uit, liet haar ontlasting lopen en koesterde zich meer en meer in haar denkbeeldige verleden. In de veertig besmeurde dozen lag haar leven opgestapeld.
Rein Hannik rode draad door het boek is de vraag hoe zijn moeder zo geworden is. Het antwoord is haar opgetekende levensverhaal. De duiding van Jan Bastiaans dat er een trauma moet zijn dat verwerkt moet worden, is onbevredigend. Hannik vraagt zich zelfs af of de gebeurtenissen in het kamp voor haar wel zo verschrikkelijk waren. De vrolijke tekeningen en haar dagboek laten een genuanceerder beeld zien. “Heeft ze haar ervaringen achteraf gedramatiseerd, in een schreeuw om therapeutische aandacht?” En de LSD-trips hebben haar waarschijnlijk meer schade dan genezing gebracht.
‘Coef’ is een indrukwekkend boek, waar ik mij als in een roman in liet meeslepen. De details en ‘verhaallijnen’ zijn soms wat overvloedig, maar dan bedacht ik weer dat dit geen roman is. Een wetenschappelijke biografie is het evenmin. ‘Coef’ houdt het midden tussen deze twee en is een uniek boek.
Alek Dabrowski besprak Coef tevens tijdens programma Boekenstroom van Radio Rijnmond op 14 november 2016.
Door: Kassandra Goddijn, coach voor (volwassen) kinderen van ouders met psychische problemen en ervaringsdeskundige, voor Deviant online ('tijdschrift tussen psychiatrie en maatschappij’)
31 januari 2017 | link naar recensie op Deviant
Veertig verhuisdozen boordevol met dagboeken, tapes van therapiesessies, foto’s, tekeningen en schilderijen. Rein Hannik stond voor de keuze om deze erfenis van zijn moeder (zie foto) weg te gooien of te gaan doorspitten. Hij koos voor het laatste, was er drie jaar mee bezig en schreef er een aangrijpend boek over. Kassandra Goddijn, coach voor (volwassen) kinderen van ouders met psychische problemen en ervaringsdeskundige, herkende er veel in.
Alles draaide om haar
Diep onder de indruk ben ik van het boek van Rein Hannik over hemzelf en over zijn moeder Coef. Het is een spannend evenwicht dat hij schept tussen zichzelf en zijn moeder als hoofdpersoon. Precies het thema van haar aanwezigheid in zijn leven, want alles draaide altijd om haar. Voor de behoeften en noden van Rein en zijn zusjes was heel weinig plaats.
Het middelste van de drie delen waaruit dit boek bestaat, beschrijft puur háár leven. In de veertig dozen blijkt Coef alles wat zij meemaakte nauwgezet te hebben vastgelegd. Haar zoon werkt dat materiaal boeiend uit; een prachtig één-tweetje. En toch ligt met het eerste en derde deel erbij uiteindelijk de nadruk op Rein, op diens leven, op hoe hij zich emotioneel ontwikkelt. Herkenbaar en pijnlijk, en toch ook hoopvol, met name door de toonzetting van de schrijver.
Onveilig thuis
In het eerste deel beschrijft Rein zijn jeugd. Het is een voor lotgenoten herkenbaar verhaal. Overbescherming, fysiek en verbaal geweld, contactloosheid, gekte, suïcidepogingen… Veel kinderen van ouders met psychische problemen (KOPP) hebben met elementen ervan te maken gehad. Rein krijgt de hoofdprijs: het hele pakket. Hij beschrijft zijn jeugd ongezouten en met humor. Recht voor de raap van de onthutste lezer zonder enig sentimenteel vertoon. Als je als lezer al zo geraakt wordt, hoe moet het dan voor de kinderen geweest zijn?! Regelmatig blader ik naar de foto’s die zijn opgenomen in het boek, en dan vooral naar die ene van het complete gezin, waar kleuter Rein bij vader op schoot zit. Dat gezichtje spreekt voor zich. Angst. Een zeer gevoelig kind in een onveilig thuis.
Het is diezelfde grote gevoeligheid die hem uiteindelijk in staat stelt om dit boek te schrijven. Zo oordeelloos, zo zonder wrok, al schuift hij zijn eigen pijn niet onder het tapijt. Uit de veertig dozen vertelt Rein over de jeugd van het kleine Coefje in Indië (zie schilderij hieronder van haar ouderlijk huis in de tropen), de dood van haar vader, het jappenkamp waar ze belandt met moeder en zusje. Een plek waar zij leert om zich onopvallend te gedragen, op straffe van marteling of dood.
Drama-queen
Na de oorlog verhuist het gezin naar Nederland. De creatieve en gevoelige Coef gaat naar de kunstacademie in Den Haag (de schilderijen bij dit artikel zijn van haar hand, gemaakt in haar academieperiode en later als moeder in haar 'hobbykamer'). Coef krijgt als twintiger een verhouding met een kunstenaar die vervolgens haar hart breekt. Het duurt lang voordat ze de realiteit daarvan kan aanvaarden, een periode die ze bepaald niet in lijdzame stilte uitzit. Zij ontpopt zich als een drama-queen die je beter maar niet te veel kunt aanmoedigen in het uiten van haar leed.
Als ze met de vader van Rein trouwt, begint haar burgermansbestaan. Waar zij totaal ongeschikt voor blijkt. Er is veel huiselijk geweld, Coef kan nogal ongeremd losgaan op haar kinderen. Ook vader laat zich op dat gebied, onder invloed van alcohol, niet onbetuigd. Het huwelijk wordt allengs slechter, het isolement van Coef groter. Als Rein in de puberteit is, volgt de eerste zelfmoordpoging. Na een behandeling komt zij nog wel terug in het gezin, getemd en ongelukkig. Ze doet hartverscheurende pogingen om een normale moeder te zijn. Het is duidelijk dat het geen kwestie is van niet willen, maar van niet kunnen.
Gemaximaliseerd leed
Coef moeder dochtersNee, dan het leven als patiënt! Ze komt in therapie bij de bekende psychiater Jan Bastiaans, die een kampsyndroom constateert en Coef behandelt met zijn later omstreden geraakte LSD-therapie. Alles eruit schreeuwen en huilen is het adagium, iets waar Coef toch al niet veel aanmoediging voor nodig heeft. De LSD vergroot haar ervaringen flink uit en Bastiaans dringt daarbij zijn eigen interpretaties op. Die zijn ook niet gespeend van drama, zodat Coef het onderste uit de kan krijgt. Voor de rest van haar leven zal ze dat gemaximaliseerde leed claimen en koesteren.
Er volgen nog periodes waarin zij enigszins functioneert, maar de kinderen zijn dan al het huis uit en Rein heeft tientallen jaren lang slechts sporadisch contact met zijn moeder. Net als veel lotgenoten ervaart hij de noodzaak om de afstand groot te houden, voor zijn eigen gezondheid. Pas als zijn moeder als bejaarde in een echt gekkenhuis zit dat duidelijk haar eindstation is, begint hij de behoefte te voelen ‘om zijn vaders oogkleppen af te doen’ en haar te leren kennen zoals ze is. Er is weinig anders over dan gekte, waar Rein uiteindelijk met een zekere mildheid – en zelfs een soort respect – naar kan kijken. Ook als weinig meer dan een geraamte in een bed in een kale sterfkamer eist ze nog alle aandacht op. ‘Zelfs doodgaan kan ze niet normaal.’
Riskante actie
Na Coefs dood kiest Rein ervoor om die veertig dozen te lijf te gaan. Neemt er drie jaar de tijd voor. Het is een soort herhaling: hij dompelt zich daarmee onder in het leven van de vrouw die altijd de aandacht op zichzelf vestigde ten koste van haar kinderen. Een riskante actie! Uiteindelijk pakt het goed uit, anders lag dat boek er niet. Rein stelt zichzelf in de tekst op de achterkant de vraag of hij er goed aan heeft gedaan. Heeft hij zijn moeder met zijn boek uit zijn systeem geschreven, of haar juist dieper in zichzelf verankerd? Het is duidelijk dat hij veel op zijn moeder lijkt, zowel in de eigenschappen waar hij trots op is als in de minder gezonde facetten. Maar dat zou ook het geval zijn geweest als hij het boek niet geschreven had.
Coef vader met kindDe vraag of hij zijn moeder uit zijn systeem geschreven heeft of juist dieper in zichzelf verankerd, is een vraag die naar mijn mening voortkomt uit angst. Hij hoefde haar niet uit zijn systeem te schrijven en hij kon haar niet dieper in zichzelf verankeren. Hij is haar zoon, door haar gedragen en – voor een belangrijk deel – gevormd. Voor de helft afkomstig uit haar familie, waar zij niet de enige was met een psychische kwetsbaarheid. Geen mens staat los van zijn systeem. Afstand nemen uit angst kun je lang, soms een leven lang volhouden. Veel KOPP’ers kunnen daarover meepraten. Maar het werkt niet. Hoe meer je je schaduw verloochent, hoe harder hij zich manifesteert.
Je ouder niet loslaten werkt ook niet. Rein had van de dozen van zijn moeder een obsessie kunnen maken, net als zij van haar Indië. Misschien heeft hij dat ook wel gedaan en was dat nodig om van de uitersten in het midden terecht te komen.
Weer zoon geworden
De voorwaarde voor emotionele gezondheid is even saai als eenvoudig: het gaat om de middenweg. Niet te dichtbij en niet te ver weg. Niet te veel aandacht naar jezelf en niet te weinig. De meeste KOPP’ers moeten op dat gebied veel werk verrichten. Zij hebben nooit geleerd om de aandacht naar binnen te richten en zich af te vragen wat zij zelf nodig hebben. Als zij dat in de loop van hun leven niet alsnog leren, ligt herhaling op de loer.
cover CoefWat mij ontroert aan zijn boek is dat Rein door het te schrijven ervan weer zoon is geworden van zijn moeder. Hij omarmt daarmee zijn emotionele erfenis, hoeveel pijn die soms ook nog doet. Het geworstel blijft een leven lang, maar het scheelt een hoop als je dat kunt aanvaarden voor wat het is. Hoe prachtig verwoordt hij met dit boek het volwassen besef dat we allen kind zijn van onze ouders. Met alles erop en eraan, of we dat nou willen of niet.
Door: Peter Koch, live cartoonist at public debats, brainstorms and closed meetings
13 maart 2017
Iedereen die wel eens naar het geruis tussen zijn oren luistert en toekijkt hoe zijn brein daar een mistige soep van brouwt met haastig op elkaar gestapelde logische constructies weet dat de grens tussen een bruikbare onderhoudende geest en een slopende bijtende of zinloos zwevende geest erg vaag is. Ik kwam net een politiek statement tegen : “I don’t believe in nihilism anymore” van iemand die zo geschokt was door politieke ontwikkelingen dat hij zichzelf moest herijken. De schijnbare tegenstrijdigheid in de uitspraak geeft de grens aardig aan. Een mens die een stukje onbruikbaar of onlogisch denken na het waarschijnlijk stoer en lang gekoesterd te hebben beschouwt en van zich af gooit. Het vorige zelf als vergissing. Voor velen een onbereikbaar doel, hoe vaak we het ook proberen.
Ik ben wat aan het bekomen van het boek Coef van Rein Hannik. Ik kan het hier uit elkaar gaan zitten plukken maar dat is onnuttig en het boek onwaardig omdat ik het te mooi en persoonlijk vind. De uitgever IJZER geeft een samenvatting op haar site. Ik kan wel zeggen wat het met me doet. Daarvoor moet ik een tip van de sluier oplichten. Het boek handelt over zijn moeder’s leven die opgroeit met een kampverleden in Indonesië en langzaam ‘gek wordt’ eenmaal in Nederland en een paar keer haar leven probeert te beëindigen. In de handen van een behandelaar als prof. Bastiaanse lijkt het niet veel beter te worden. Na Rein's eigen jeugd en haar jeugd neemt die behandeling en het effect daarvan neemt een centraal deel van het boek in waardoor de invloed die mensen hebben op elkaar genadeloos in beeld komt. Coef dwingt bewondering af door haar mooie teken- en schilderwerk en haar onophoudelijke zelfregistratie. Wat ze tegenwoordig een selfie noemen is een zielige stuiptrekking vergeleken met de Paramount film die uit de momentopnames van Coef ‘s leven kan worden opgebouwd. Ze tekent en schrijft alles op dat ze meemaakt en vanuit die ook voor hem verrassende erfenis komt Rein Hannik tot dit fascinerende werk. De kracht van de schrijver schuilt in het feit dat hij het aan heeft gedurfd het te aan te pakken en het er heelhuids vanaf brengt. Dat het ook nog een krachtig boek oplevert met veel humor is de beloning van die durf en dat doorzettingsvermogen. Ik moet er niet aan denken mijn moeder van zo dichtbij te ervaren. Dat dit geheel mijn gebrek is mag duidelijk zijn. Mijn leven bestaat voor een groot deel uit weglaten, en ik vermoed dat ons brein daar de grote bestuurder in is. Wat je niet kunt gebruiken op een bepaalt moment laat hij grofweg niet zien. Ik zeg grofweg omdat ik vaak merk dat het brein daar niet erg precies in is. Flarden van onbruikbare externe prikkels en de spoken of schijnbaar verlichte momenten die dat met zich meebrengt verstoren mijn soezende bestaan. Van die inherente functie maak ik in het dagelijks leven dankbaar en bewust gebruik door me af te schermen van dat wat me kan blokkeren nog iets productiefs of leuks te doen.
Rein’s moeder lijkt daarentegen alles genadeloos te registreren. Alsof de volumeknop van het leven voortdurend op tien staat. Of ze nou verliefd is, boos of werkt aan haar carriére. Ze maakt de indruk van een vrijgevochten vrouw die naast de hele wereld ook zichzelf als onderdrukker aantreft. Dat is tegelijkertijd wat ze produceert en ongefilterd doorgeeft aan haar omgeving die zich niet kan afschermen en daardoor in haar bijzijn in hetzelfde universum belandt. Voor een kind is zelfbescherming dan een ondoenlijke taak. Iets ‘extreems’ integreren in je bestaan om later te ontdekken waarom het onleefbaar of in ieder geval zeer onwenselijk was is een belasting die sporen nalaat. Dat is iets dat voor heel veel mensen herkenbaar is denk ik. Het boek vraagt om een breed publiek. Het verhaal is ook van belang voor iedereen die iets met geestelijke zorg te maken heeft. Verder is het voor ieder die iets met het oude Indië heeft een aanrader. Door die brede herkenbaarheid én pure eigenheid is dit een bijzonder boek dat in alle Top Tien’s zou moeten staan. Oh ja, het leest als een trein.
Door: Gaby den Held voor haar blog
11 oktober 2017 | link naar recensie op haar blog
De titel Coef : de weg van de waanzin, en de tekst op de achterflap waarschuwen je al: 'een achtbaanrit door een nucleaire persoonlijkheid.' Dit wordt een onverbloemd verslag over een krankzinnige moeder. Zet je maar schrap. Als je op de eerste bladzijde van de proloog bent weet je dat saillante details niet worden geschuwd. Zo recht voor z'n raap, agressief, egocentrisch en krankjorum als Coef is, zo onbesmuikt wordt het verhaal opgediend. Geen liflafjes. Stevige kost zal je vreten! En ja, soms is de sfeer zo claustrofobisch en zonder mededogen dat het je naar de keel grijpt. Maar waarom blijf je dan verder lezen? Omdat het verhaal, in al zijn hoekigheid, ook zo goudeerlijk, beeldend en vol humor is geschreven. Natuurlijk, het is geen kattenpis wat daar allemaal te berde wordt gebracht: opgroeien in een gezin waarvan de moeder steeds waanzinniger wordt. Maar gaandeweg sleept het verhaal je mee. En zoals Coef, die ondanks haar onhebbelijkheid mensen om de vinger kon winden, zo krijgt het verhaal je uiteindelijk toch in de greep en huiver je mee met haar gruwelijke ervaringen in het jappenkamp en verbaas je je over de LSD sessies die ze onderging bij de omstreden professor Bastiaans waar ze zo idolaat van was. En zit je samen met haar 'met een potje thee, twee rum en een pols van 120 door het raam te gluren' van het Witte huis, die chique tent aan de overkant van de Rhijngeesterstraatweg. En moet je glimlachen om haar botte opmerking: 'ik hoop dat er twee auto's tegen elkaar aan knallen. Dan gebeurt er tenminste wat.' Aan Coef is niet alleen een kunstenares, maar ook een vlijmscherpe en onbarmhartige comédienne verloren gegaan. En zo loop je de weg van de waanzin uiteindelijk helemaal af. In het hart sluiten doe je haar niet: die rare Coef. Die sympathie roept ze eenvoudigweg niet op. Maar fascineren doet ze je wel, tot de laatste letter.
Door: docent/coach MBO verpleegkunde Johan Atsma voor ggztotaal.nl
16 december 2016 | link naar recensie op ggztotaal.nl
Klik op deze screendump om hem te vergroten
Door: Marianne Janssen voor leeskost.nl
14 november 2016 | link naar recensie op leeskost.nl
In de houdgreep van Coef, de moeder.
Als Coef, de moeder van de auteur overlijdt, heeft hij al vele rumoerige jaren met haar achter de rug, vol gruwelijk avonturen. Want moeder Coef mag ooit een gelukkig meisje zijn geweest dat onbezorgd in Indië opgroeide, ze wordt gebroken in een jappenkamp. Als ze dat kamp uiteindelijk toch overleeft en met moeder en zusje naar Nederland reist, staat haar daar nog een lang leven te wachten. Maar geen dag uit dat lange leven zal nog gelukkig zijn, ondanks alle pogingen die ze doet om een ‘normaal’ bestaan te leiden.
Ze volgt een opleiding, werkt vol animo in een medisch laboratorium. Probeert wat mannen uit met wie het uiteindelijk niets wordt. En dan ontmoet ze Hop, een huisarts in spe. Met hem trouwt ze en vanaf dat moment wacht haar een rustige toekomst als doktersvrouw en moeder van drie kinderen. Er kan weinig meer misgaan.
Maar er gaat heel veel mis. Want de demonen uit haar kamptijd dienen zich aan en laten Coef geen moment meer met rust, hoezeer ze ook tracht hen te verjagen. Ze schildert, ze tekent, ze schrijft, ze beeldhouwt, allemaal heel verdienstelijk. Maar haar kunstwerken bevrijden haar niet van haar altijd smeulende woede om wat haar is overkomen. Ze doet een poging een eind aan haar leven te maken, wordt op tijd gevonden en opgenomen in Oegstgeest, in de kliniek van de in kampsyndromen gespecialiseerde dr. Jan Bastiaans. Deze zenuwarts en psychiater hanteert bij zijn behandeling omstreden methodes als het toedienen van LSD om herinneringen opnieuw te beleven en al pratend te laten verdwijnen. Coef is dol op ‘Dokter Bas’. Maar ze geneest niet.
Rein Hannik is journalist. Hij schrijft al jaren filmrecensies en columns, is copywriter en webredacteur. Bij het overlijden van zijn moeder Coef erfde hij veertig dozen vol dagboeken, foto’s, geluidsopnames en weergaven van haar therapiesessies. Sinds die tijd houdt hij zich voornamelijk bezig met de analyse van dit materiaal.
Het is niet verwonderlijk dat Hannik benieuwd was naar de bron van moeders waanzin. Zij heeft het leven beheerst van zijn vader, zijn beide zusjes en van hem. Moeders immense buien van agressie hebben iedereen benauwd. In de dozen vol dagboeken leest hij wat Coef allemaal is overkomen. Als haar kampsyndroom haar paranoia maakt, wordt haar leven pas echt een hel. Na een periode in de kliniek werd ze weliswaar ‘beter’ verklaard, maar Coef voelde zich nergens meer veilig. Via een tweede zelfdodingspoging kiest ze voor haar definitieve verblijfplaats tot het eind van haar leven: een psychiatrische kliniek.
Als Coef tenslotte overlijdt rest de auteur, rest de lezer één vraag: is haar gekheid hiermee bezworen of heeft zij zich voor altijd vastgebeten in de persoon van de schrijver?
De zoon volgt de levensloop van zijn moeder gefascineerd, maar ook wat bezorgd. Hij begint zijn boek als de zoon die moeder bekijkt met een ‘macho-achtig’ taaltje, daarna duikt hij mee haar verleden in en dan overheerst het mededogen. Het is angstaanjagend, geschreven in een taal die regelmatig bijna ‘kortaf’ is om het tempo erin te houden
Een boeiend boek. Niet voor lachebekjes.
Door: Jolien Dalenberg voor www.allesoverboekenenschrijvers.nl
6 november 2016 | link naar recensie op allesoverboekenenschrijvers.nl
Toen ik de flaptekst van Coef las, heb ik mezelf dit boek toe geëigend om te recenseren. Terwijl doorgaans toch de kinderboeken meer mijn afdeling zijn. Het intrigeerde me zo, dat ik benieuwd was naar de uitwerking er van. Het concept van Coef de Weg van de Waanzin? Schrijver Rein Hannik worstelt zich door 40 dozen vol dagboeken, geluidsopnames en foto’s van zijn moeder. Hierin doet zij bijzonder gedetailleerd verslag van haar leven dat begint in Nederlands-Indië en eindigt in het “gekkenhuis” Endegeest. De tussenstations zijn onder meer het Jappenkamp Banjoebiroe, de huizen aan de Heemraadsssingel waar het gezin jaren woont, de flat waar Coef in haar eentje woont en de Jelgersmakliniek. In die kliniek zijn de talloze geluidsopnames van Coef’s LSD trips. Haar therapie onder leiding van de destijds omstreden professor Bastiaans. Rein Hannik beschrijft eerst zijn eigen ervaringen met zijn moeder, die overkomt als een intelligente tijdbom die constant dreigt te springen. Daarna reconstrueert hij het leven van Coef vanuit haar perspectief. Een kort citaat waarmee de toon wordt gezet:
Een buitenstaander zou zich gemakkelijk vergissen in deze broze bejaarde. Haar lichaam is zo versleten dat haar endeldarm eruit hangt, heeft de broeder gezegd. Als ze gewassen wordt krijst ze het uit. Ik wil het niet weten. Medelijden met dit wezen kan je op een lel komen te staan.
Coef de Weg van de Waanzin voelt als een achtbaan in een tornado. Het begin is vergelijkbaar met het moment waarop het wagentje naar boven wordt getakeld. Een beetje hortend en stotend qua spanningsboog. Maar dat er een hevige storm nadert, is dan al voelbaar. Hoe verder in het boek, hoe harder de storm gaat waaien en hoe heftiger de achtbaanrit. Waarbij ik op het laatst het gevoel had dat het karretje uit de rails was geslagen en rond geslingerd werd door een enorme tornado. Want dat weet Hannik goed over te brengen. De heftigheid, de waanzin. Zelfs op papier is Coef een tikje beangstigend. Het boek heeft iets enorm beklemmends, zeker naarmate het einde nadert. Daarnaast was het voor mij boeiend om te lezen over hoe de Jappenkampen. Iets waarover ik wel eens gehoord had, maar wat nooit een onderwerp was tijdens geschiedenis. De foto’s die uit de archieven Coef en familie komen, zorgen voor iets extra’s. Na zo’n 160 pagina’s te zijn ondergedompeld in de vrouw Coef, zag ik over wie het ging. Net als Rein Hannik was ik aan het speuren of ik de waanzin in de ogen kon zien. Ze knalt op zijn minst van de foto’s af.
Eindoordeel Rein Hannik Coef de Weg van de Waanzin recensie
Rein Hannik heeft zichzelf een bijzondere taak gegeven, door dit boek over zijn moeder te schrijven. Coef de Weg van de Waanzin is een boek dat eigenlijk niet in woorden te vatten is. De hoofdpersoon is zo heftig, evenals de impact op de mensen om haar heen. Dat ze een behoorlijk intelligente vrouw leek te zijn, maakt dat ze je nog meer naar de strot vliegt. Eigenlijk een boek dat je zou moeten lezen, wil je begrijpen wat ik schrijf. En dat is best te moeite waard. Ik zou dit boek willen beoordelen met een +++ van de +++++ (zeer goed).
Door: Puck Vermeulen voor pucksrecensies.jouwweb.nl
23 oktober 2016 | link naar recensie op pucksrecensies.jouwweb.nl
Over de auteur:
Op zijn website lees ik dat de auteur (1959) filmrecensent, columnist, copywriter en webredacteur is. Tegenwoordig schrijft hij vooral autobiografische verhalen. Zijn site is sowieso wel een bezoekje waard: er staan honderden filmrecensies (en columns), die hij sinds 1989 geschreven heeft voor diverse media. Coef is zijn debuut en gaat over zijn moeder.
Over het boek:
Een lichtbruin/gele voorzijde. Met een wazige foto van de hoofdpersoon, Coef. Dan in grote gele letters de naam Coef. Daaronder in het wit de ondertitel: De weg van de waanzin. En daaronder in geel de naam van de auteur. Rechts naast de naam van de auteur het logo van uitgeverij IJzer. Op de grotendeels witte achterzijde een foto van de auteur, gezeten tussen de door zijn moeder (Coef) achtergelaten dozen en documenten. Daarnaast een korte inhoud van het boek.
Het boek heeft 273 pagina’s, in een fijn lettertype en een bladspiegel met een grote rechtermarge. Het verhaal begin met een proloog (die de titel ‘einde’ heeft). Daarna is het verhaal in drie delen opgesplitst; elk deel ook weer in hoofdstukken. Zowel de delen als de hoofdstukken hebben een titel. Deel I heeft 5 hoofdstukken, deel II heeft 4 hoofdstukken en deel III heeft 3 hoofdstukken. Aan het eind nog een epiloog met de titel: de weg. Vervolgens nog een overzicht van alle geraadpleegde bronnen. Het boek bevat een aantal foto’s.
De korte inhoud:
Coef is een gelukkig jong meisje; ze woont met haar ouders in Indië. Het tij keert als ze met haar moeder en zusje in een Jappenkamp komt en haar vader verliest. Nadat ze, na de bevrijding uit het kamp, in Nederland komt, gaat het niet veel beter. Ze vindt Nederland plat en saai. Vervolgens beleeft ze een innige, heftige romance met een getrouwde kunstenaar. Als de man definitief voor zijn gezin kiest, stort ze zich eerst in haar werk en verbindt ze zich nadien aan een student medicijnen. De auteur van het boek, Rein, is de enige jongen in het gezin. Hij heeft een oudere en een jongere zus. En met zijn drieën zijn ze de kinderen van Coef en de huisarts. Hun vader heeft mede daardoor – zeker als de kinderen nog jong zijn - weinig tijd voor zijn gezin. Bovendien heeft hij praktijk aan huis, zodat de patiënten letterlijk door de woning lopen. Coef is creatief en ‘anders’. Geen mens is hetzelfde, en ook geen moeder. Maar Coef is wel een heel lastige vrouw om – zeker als (jong) kind – mee om te gaan. Ze is bij tijden suïcidaal, doet daartoe viermaal een poging en ze staat in ieder geval altijd in het middelpunt van het universum. Zelfs de behandeling van haar trauma is anders dan anders; ze is immers een pupil van dé professor Bastiaans. Hij houdt er bepaald omstreden werkwijzen op na (waaronder het gebruik van LSD).
Mijn mening:
Een zoon die een boek schrijft over zijn moeder. Dat klinkt niet zo bijzonder, maar dat vond ik het in dit geval wel. De zoon heeft in zijn leven regelmatig afstand genomen van zijn ouders en zussen en toch besluit hij, na de dood van zijn moeder, haar aantekeningen, tekeningen en cassettebandjes door te ploegen en haar verhaal te schrijven. In het begin en aan het eind van het boek merk je vooral hoe moeilijk het voor hem was, om met zo’n moeder te leven. Daarom vind ik het erg mooi dat het hele verhaal daar tussen toch zoveel warmte en toch ook een waardering c.q. begrip voor zijn moeder uitstraalt, met name als de auteur zelf ouder wordt. Bloed kruipt waar het niet gaan kan? Schrijnend vond ik dat Coef steeds weer dacht dat ‘vanaf nu alles beter zou worden.’ Helaas bleek dat telkens niet het geval. Waarschijnlijk (mede) door alle filmrecensies die hij heeft geschreven, hanteert Hannik een vlotte pen en is het verhaal zeker niet verstoken van humor. Zwartgallige humor, maar toch.
Jammer, dat ik over een aantal (minder dan tien) in mijn ogen redactionele missers struikelde. Een kniesoor (of redacteur in opleiding) die daar op let; de teksten eromheen zijn daar te mooi en te aangrijpend voor. Ik vind het boek een enorme aanrader. Misschien ben ik mede enthousiast omdat het boek gesitueerd is in een tijdsbeeld dat ik (als bijna leeftijdgenoot) herken. Maar vooral vind ik het, gegeven de omstandigheden, knap dat het geen klaagzang is geworden van een verongelijkte zoon over zijn waanzinnige moeder. Kortom: Maak tijd en maak kennis met Coef!
- Categorie: Coef
Onderstaande reacties op zijn door mij integraal overgenomen.
Coef. De weg van de waanzin
Dit boek leest als een roman, is informatief en indrukwekkend intrigerend. Rein Hannik heeft een geweldige schrijfstijl die ik heb leren kennen via zijn vaak hilarisch blog over zijn leven en de filmrecensies die hij schrijft. Dit boek over Coef, zijn moeder, heeft indruk gemaakt en is moeilijk weg te leggen. Aanrader!
door: Jen
Onthutsend, ontroerend, overweldigend
Op bladzijde één worden er onmiddellijk twee dingen duidelijk met betrekking tot dit drieluik van Rein Hannik:
1. Dit boek wil je meteen, zo snel mogelijk, in één ruk en als het moet in één adem uitlezen.
2. Dit boek wil je zo langzaam mogelijk lezen zodat elke letter, elk woord, elke zin en zelfs de ruimte tussen de regels zo goed mogelijk tot hun recht komen.
Heftig portionerend dus lees ik mij een weg door de waanzin van Coef. De waanzin van leven met Coef. De waanzin van Coefs weg. De toon waarmee Hannik deze weg bewandelt is hier en daar lichtvoetig, soms zelfs ironisch te noemen. Echter hoed u, lezer! Het ravijn van ontroering schuilt in een klein hoekje. Een onoverbrugbare diepte ten spijt slaat Rein pijlers waarmee je je - soms tegen wil en dank - identificeert en waardoor toch een brug kan ontstaan tussen de lezer en het onvoorstelbare: andermans psyche. Ogenschijnlijk onschuldig maken Hanniks woorden in het eerste deel sluipvoetenderwijs een unheimisch gevoel in je wakker. En juist op het moment dat dit gevoel tot bedaren is gebracht in deel twee, als Coefs levensgeschiedenis een eind onderweg is, en je je op een veilige afstand waant, komen daar de foto’s. Het fotokatern drukt je met de neus terug op de feiten: Coef was vlees en bloed! Rein is vlees en bloed! Daarna volgt de schrijnende maar daardoor ook macaber interessante inkijk in de keuken van een even omstreden therapie als therapeut en de weerslag van dat alles op de psyche van Coef. Onthutst, ontroerd en overweldigd laat Coef me achter. Hanniks debuut vormt mijns inziens een waardevolle bijdrage aan de literatuur over zowel Nederlandse, Nederlands-Indische, als psycho-sociale geschiedenis.
door: MadamBruistablet
Indrukwekkende pageturner die laat huiveren en ontroert
Ik ben een paar dagen in de ban geweest van deze indrukwekkende biografie over Reins complexe, explosieve moeder: Coef. Gevoel voor nuance en empathie van de schrijver, in combinatie met zijn gevoel voor humor en zijn als een trein lezende schrijfstijl, maken Coef een aangrijpend mooi boek. Een pageturner die me onder de huid kroop en afwisselend deed huiveren en ontroerde.
door: Ana Lyse
Coef, de weg van de waanzin
Een indringend en ontroerend boek. Nuchter en liefdevol, met vaart en de nodige humor, schrijft Rein over zijn moeder; over wie zij was en wat zij niet kon zijn. En wat dat betekende voor hem en het gezin waarin hij opgroeide. Over hoe zij hierbij wel/niet begrepen/geholpen werd, o.a. binnen de hulpverlening/psychiatrie van die tijd/ de afgelopen decennia. Moeder en zoon hebben m.i. ook raakvlakken. Waaronder: zoals Coef o.a. streed tegen het lang genegeerde en ontkende trauma van (mensen uit) Jappenkampen, doet Rein een mooi boek open over wat het betekent om op te groeien met een 'gekke' ouder, nog steeds een onderbelicht thema in de hedendaagse psychische hulpverlening. Mooi ook om te lezen dat - hoe lastig ook - moeder en zoon trots waren/zijn op elkaar, en terecht!
door: Lastdance
Práchtig
Coef greep me naar de strot. Wellicht ook als ik haar echt had ontmoet, overigens. Rein Hannik heeft een oprechte biografie geschreven, gespeend van elke vorm van sentiment. Ontroerend en onthutsend. Ik las het boek in 1 keer uit, geen woord wilde ik overslaan. Wat een práchtig boek. Ze greep me naar de strot en ik ging van haar leren houden. Een échte must-read.
door: Elsjevd
Aanrader!!!
Waar ik boeken zelden uitlees, heb ik Coef in 1 ruk uitgelezen. Wat een pageturner. Voor een psychiatrisch patient als ik is het boek confronterend, maar vooral mateloos interessant. Prachtig hoe het leven van de hoofdpersoon zich ontvouwt, knap geschreven vind ik, met ook de nodige humor. Hoe moeilijk het leven van Coef ook is geweest (en dat van degenen om haar heen), en hoeveel weerzin ze ook opwekt, ik had toch veel begrip voor haar, en dat vind ik tegelijk het mooie van dit boek: het belicht verschillende kanten van de hoofdpersonen. Ik vind het belangrijk dat dit boek geschreven is, vanuit het oogpunt van het gezinslid, maar ook omdat er niet heel veel goeie boeken met psychiatrische patiënten (in de hoofdrol) bestaan, is mijn ervaring.
door: Syl Borst
oordeel: Ik raad dit product aan / 5 van de 5 sterren
Overzichtelijk / Volledig / Rijk geillustreerd
Achtbaan
In duizelingwekkende vaart neem Hannik je mee op de achtbaan van het gezin waarin hij opgroeide. Tegelijkertijd de nuchtere en begripvolle biografie van de vrouw die zijn moeder had moeten zijn, maar verdronk in haar waanzin. Een ontluisterende schets van de psychiatrie van de afgelopen decennia vormt de afronding. Je kunt het boek lezen als een roman, als de historie van de Jappenkampen en als indringende vakliteratuur voor hen die werkzaam zijn in de psychiatrie.
door: HarmBeijer
oordeel: Ik raad dit product aan / 5 van de 5 sterren
Heldere boodschap / Volledig
Volledig
Bij de proloog duwt Hannik je meteen al het diepe in. Met zijn directe taalgebruik schetst hij genadeloos zijn stervende moeder en haar omgeving. Beide even huiveringwekkend en dan heb je het hele boek nog voor de boeg. Knap vind ik hoe Hannik uit de enorme hoeveelheid materiaal dat zijn moeder hem postuum aanleverde, dit boek heeft kunnen samenstellen. Hij hanteert in krachtige stijl verschillende perspectieven om haar turbulente karakter en dito leven weer te geven. Daarbij ervaar je als lezer zowel de afkeer als de liefde die hij voor zijn moeder voelt. Mocht mijn aandacht iets teruggelopen zijn tijdens het lezen van deel 3, dan was die bij de epiloog weer springlevend. De epiloog ontroerde me zeer. Misschien doordat in dat deel Hanniks onverwoestbare liefde en trots voor zijn moeder duidelijk werd en daarmee de vrij afstandelijke (journalistiek aandoende) toon veranderde in een meer persoonlijke en emotionele. Een aanrader.
door: Margaretakeijs
oordeel: 4 van 5 sterren
Waanzinnig
Iedereen die ouders/grootouders in Jappenkampen heeft gehad zou dit boek moeten lezen. Op indringende en persoonlijke wijze schrijft de auteur over het leven met zijn getraumatiseerde moeder. Hij doet dat zonder enige emotie (soms zelfs met humor) maar tussen de regels door en in de beschrijving van de gebeurtenissen wordt pijnlijk duidelijk wat haar trauma (in combinatie met haar toch al temperamentvolle persoonlijkheid) heeft betekend voor zijn jeugd, adolescentie en eigenlijk zijn hele leven (en dat van zijn zussen en vader). Verder geeft het boek een confronterende inkijk in het leven in het Jappenkamp en in de psychiatrische 'zorg' in de jaren zeventig, inclusief een mooi fotokatern. Het boek is met vaart geschreven en zwaait de lezer uit met een welgemikte klap: Coef gaat dood en laat de schrijver achter met veertig naar pis, poep en tabak stinkende verhuisdozen met dito inhoud, waar hij zich dapper volledig doorheen werkt om dit geweldige debuut te schrijven. Dat alleen al verdient respect.
door: LauraCS
oordeel: 4 van 5 sterren
uniek verhaal |up close & personal
Alhoewel ik geen fanatieke boekenlezer ben, en ik me er toe moest aanzetten het op te pakken en te gaan lezen, had ik het in twee dagen uit. De vlotte en soms onderkoelde ironische stijl maakt Coef toegankelijker dan je op grond het onderwerp zou kunnen verwachten.
Ook daar waar de auteur het over zichzelf heeft maakt de zelfspot het verhaal nooit larmoyant maar juist makkelijk leesbaar. Ik ben in ieder geval meerdere keren in de lach geschoten bij z’n soms droogkomische situatieschetsen.
door: Richard
oordeel: 5 van de 5 sterren
Pageturner
Een intrigerende, huiveringwekkende en meeslepende vertelling Wegleggen, al is het maar even, mislukt steeds jammerlijk. (Mijn blaas heeft in 26 uur tijd het formaat van een watermeloen gekregen) Bladzijde voor bladzijde werd ik steeds een beetje verder mee gevoerd in haar waanzin en haar beklemmende angst. Bladzijde voor bladzijde ben ik een beetje van die vrouw gaan houden. Respect voor haar gekregen, maar zeker voor jou, Rein. Dit boek moet 'au' hebben gedaan. 'Au' tot op het bot. Het was niet alleen haar weg naar de waanzin. Het was ook de jouwe. En dankzij dit boek ook een beetje onze weg. Ik heb gerilt, gezucht en gelachen. Met je schrijfstijl, je haarscherpe observaties (lang leve de genen), je onmiskenbare humor en je snelle pen heb je een prachtig document neergezet. En tussen jou en mij: Ik heb nérgens geworsteld. Dit vraagt om nog een -waanzinnig- boek. (Maar dan graag met iets meer pagina's, kan ik een beetje langer genieten).
door: Marlena Ravi
Jeutje Rein, wat een adembenemend boek heb je geschreven. Wat een indringend verhaal en wat een kracht spreekt er uit. Niet alleen van je moeder, maar ook uit jou, hoe je jouw leven en het hare zo in- en uit elkaar hebt gevlochten. Dat moet een hels karwei zijn geweest, maar je hebt het gered. Het raakt mij, het schrijnende levensverhaal van je moeder. Wat een bijzondere, sterke vrouw. Hoe je door perspectiefwisseling eerst jouw kant en daarna haar verhaal leest. Boeiend, omdat ik sinds 33jr in de psychiatrie rondloop en dus veel herken van de tijdsgeest die jij schetst. Niet dat specifieke van Bastiaans, maar wel het experimenteren. Het natte-vinger-werk. Maar ook de patienten die ik verpleegden, waar ik bang voor was, en die je feilloos op je zwakke plek pakten. Het heeft mij vanaf toen altijd al geboeid wat het nu precies is dat psychotische mensen hebben, weten, waar anderen aan voorbij gaan. Dat laatste is denk ik de crux, mensen gaan zo makkelijk aan alles voorbij, te druk met uiterlijke schijn, waar je moeder ook zo’n pleurishekel aan had. Je hebt een heel mooi, belangrijk boek geschreven. Niet in de eerste plaats voor jezelf, maar voor iedereen die meer wil weten over het opgroeien in een gezin met een ouder die aan een psychiatrische ziekte lijdt. Door haar perspectief er nu bij te hebben, omdat jij de moeite en lef had om dit alles door te spitten, krijg je een breed beeld wat dat voor allebei betekent. Ik wens je ongelooflijk veel publiciteit en succes met verkoop. Hopelijk staat de deur nu wagenwijd open voor al je hersenspinsels die in mooie verhalen (in boekvorm!) gegoten gaan worden. Ga vooral door, want schrijven kan je en ik wil nog veel meer van je lezen!
door: Merel de Derde
Wat heb je toch een goed boek geschreven! Een geweldige bekroning op al dat harde werk. Ik heb Coef het boek net zo snel uitgelezen als je manuscript vorig jaar zomer, in twee dagen dus. En het definitieve boek vind ik, het moet gezegd, stukken beter. Je moeder en jij hebben allebei veel meer diepte gekregen waardoor het boek enorm aan kracht heeft gewonnen. De stijl was sowieso super maar je hebt er erg goed reliëf en spanning in aangebracht. Je moeder is van vlees en bloed geworden en iemand waar je ondanks haar gekte, en fysieke en verbale geweld, van kan houden. Je hebt jezelf ook duidelijk meer kleur gegeven. Maar nergens strandt je zoektocht naar betekenis en verklaring in zelfbeklag. Ik ontdekte een mooie balans tussen mededogen en afstandelijkheid. In het mededogen en de herkenning van zijn moeder in zichzelf, ze heeft hem tenslotte de helft van haar genen gegeven, laat de tweede hoofdpersoon/schrijver mij meevoelen.
door: vriend die testlezer is geweest
Je boek vanmorgen via persoonlijke bode in de bus gekregen. Kost me de hele dag moeite om vanaf te blijven, van serieus werken komt dus niet veel. Nu al in het tweede hoofdstuk. Goddomme, wat schrijf je goed!
...
Wat een boek! In één ademloze adem uitgelezen.
door: Albo Helm
Rein, ik heb Coef uit, in drie avonden gelezen want er moest helaas ook geslapen worden. Holy shit, wat een relaas en wat een prestatie om je door al dat materiaal heen te worstelen. Ik kreeg er plaatsvervangende buikpijn van. Maar ik ben dan ook niet zo gestaald als jij. Diep respect, ook voor het proza. Helpt het als ik het boek aan mijn Indische moeder aanbeveel voor haar leesclub? Druppel op de gloeiende plaat, maar ga het lekker toch doen. Ik wens je torenhoge royalties toe!
door: Laura Schweig
Ik wil je van harte feliciteren met jouw debuut! Ik heb het gekocht en gelezen en ben zeer onder de indruk van het verhaal en jouw schrijfstijl! Wat een bevalling moet het zijn geweest! Er zal heel wat op je af zijn gekomen de laatste tijd. Succes en geniet ervan!
door: F. de R.
Tjee Rein! Wat een boek! Zo mooi hoe jij het leven van en met jouw moeder hebt beschreven. Gisteren begon ik aan jouw boek en ben nu halverwege. Eigenlijk zou ik het het liefst in één keer uitlezen maar wil ik het ook bewaren zodat ik tijdens mijn werk reisjes ergens in een park kan gaan liggen om verder van jouw boek te genieten. Coef is vast een goede reisgenoot. Wat ik kortom wil zeggen is dat jouw boek geweldig vind. Je laat de lezer van jouw moeder houden en ook snappen waarom jij moeite met haar had. onderwerp en schrijver, moeder en zoon. Een haat/liefde verhouding die je begrijpt. Nogmaals Chapeau!
door: Sandra Mol
Ik zeg: koop het en lees en ervaar het adembenemend levensverhaal van deze markante vrouw die ik een paar jaren heb mogen leren kennen in het Oegstgeestse ( De Jelgersma Kliniek van prof. Bastiaans en De Intensieve Zorg van het psychiatrisch ziekenhuis Rivierduinen/Endegeest). Een prachtig geschreven biografie, wars van sentiment, door haar zoon Rein Hannik.
door: Selwyn van Aerde
Rein, het is lang geleden dat ik een boek zoals Coef heb gelezen. Dank daarvoor. Ze is fascinerend, charmant, hard, zacht, observerend en met een leven in een rollercoaster op de voorste bankjes, dwars door een doornenhaag...en zo gek als een deur natuurlijk. Ik raad het iedereen aan. Van het begin tot het eind.
door: Arthur MacLeish
Ik vind jouw boek een meesterwerk, zeker qua compositie, maar ook qua research en verhouding afstand / betrokkenheid / liefde. Ik heb van het boek erg genoten, en ik kon de vriendschap van toen met jou herbeleven en mezelf menen te herkennen als één van de 'provinciaaltjes' uit het boek.
door: Hans Heijkoop (psychotherapeut)
Het zit onder mijn huid en blijft daar zitten. Razend knap, gruwelijk goed geschreven.
door: Jet de Wilde
Heb het in een paar dagen uitgelezen. Op de tweede pagina was ik verkocht. Echt steengoed.
door: Lex Vanderwal
Gelezen. Roerend en ontroerend bijzonder. Een geschenk aan je moeder en aan jezelf!
door: Renata Berk
Highly recommended (zowel het interview als het boek)!
door: Lex Vanderwal
Hij is binnen, en meteen al 30 pagina's verslonden, Rein Hannik . Goed teken: Zo veel lees ik niet meer.
door: Erik Willems
Oh, wat is het toch naar om een boek te lezen dat geschreven is door iemand die je kent en die je alleen maar goeds wenst. Wat nou als het niet goed is? Het duurde slechts enkele bladzijden voor ik die gedachte los kon laten. Toen werd ik meegenomen in het verhaal van Coef. Het is een rijk verhaal, en jij hebt het prachtig opgetekend, Rein. Chapeau!
door: Geesje Tomassen
Boek net af. Ik hoef niets te zeggen toch? Dat lees je in je profiel van iedereen: Wat een mooie, indrukwekkende en geweldig geschreven boek! Het lees als een trein!!! Ik kon het niet opzij zetten. De laatste hoofdstuk greep naar mijn keel. Het gaat over de tijd, in een boek die liefde spreek. Pet af!
door: Claudia Borges
ik maak je boek net uit rein. er is inmiddels al veel moois over gezegd, dus dat ga ik niet ook doen, behalve dat ik het met alle lof méér dan 1s ben. ik denk dat je je coef er een groot cadeau mee doet, en ik hoop dat het als net zo een groot cadeau voor jou mag uitpakken. met liefs, 11x
door: Claudia C. ten Hoeve
Wat een geweldig boek. Wat een leven heeft ze gehad. Aan de eendere kant heeft ze geweldig geleefd en aan de andere kant zo veel geleden. Het was voor mij zeer aangrijpend, had ik maar wat meer van haar geweten. Dit is altijd nadien gepraat. Het heeft heel veel indruk op mij gemaakt en ik ben blij dat je dit boek onder mijn aandacht hebt gestuurd. Hartelijk dank. Ik vind het zo knap dat haar zoon zo over zijn moeder heeft kunnen schrijven. Eigenlijk met veel afstand. Ze heeft heftig geleefd en de kinderen zullen er zeker onder te lijden hebben gehad. Dus zo knap geschreven. Ik moet zeggen dat ik blij ben geweest een zo geweldig mens te hebben gekend.
door: Joke van het zorgteam dat Coef verzorgde in Endegeest
Gelezen: Coef, de weg van de waanzin, door Rein Hannik. Inderdaad raar om een boek te recenseren van iemand die je kent, Geesje. Maar ik ga het toch doen. Rein schrijft namelijk ook nog over zijn eigen moeder, en dus over zichzelf. Bij de dood van zijn problematische (understatement) moeder erft hij veertig dozen met materiaal uit haar leven, door haar zorgvuldig opgespaard en bewaard, dagboeken, brieven, foto's, door haar gemaakte kunst, niet alles in goede staat door de psychische toestand waarin ze verkeerde. Normaal gesproken zou ik niet snel zo'n boek lezen, maar nu ik het deed heb ik er geen spijt van. Het eerste deel, de jeugd van de schrijver met en zonder zijn moeder, vind ik het wrangst. Door de "Rein-humor" (sarcasme, met zelfspot en extravagant taalgebruik), afstandelijkheid, directheid, rauwheid, komt het leed alleen maar harder aan bij de lezer. Maar ook schoot ik af en toe onwillekeurig in de lach. Zo'n lach waarbij je je gelijk daarna schaamt dat je om zoiets hebt gelachen. In het tweede deel van het boek beschrijft hij het leven van Coef zelf, en dat is een bewogen leven, als kind in het Jappenkamp gezeten, haar vader was toen al gesneuveld, haar repatriëring, haar ongelukkige eerste liefde, haar aanvankelijk gelukkige huwelijk, de voortekenen van haar psychoses, nouja, ik vertel niet verder. De epiloog vond ik misschien wel het mooiste stuk van het boek. Kortom: indrukwekkend verhaal, met lef geschreven (om even een modewoord te gebruiken)!
door: Juul Zwennes
Coef
De eerste regel van het boek is natuurlijk een parodie op de eerste regel van Astérix le Gaulois. Het grote verschil is dat de Galliërs alleen bang waren dat de hemel op hun kop zou vallen, dit boek gaat over een familie die dit gevaar weliswaar bezworen heeft maar daarna steeds banger worden voor van alles en nog wat. Maar de toon is gezet, het boek leest net zo makkelijk als een Astérix maar bij nauwkeurig lezen zitten er dubbele bodems en retorische trucs in verstopt. Het laatste boek waar ik op facebook wat over gezegd heb was van Hope Jahren. Ze heeft een website met het adres hopejahrensurecanwrite.com. Met een kleine aanpassing kan Rein dat adres zo overnemen. Het klinkt weinig bescheiden van Hope, hoeft ze ook niet te zijn want ze staat in de Time top 100 van meest invloedrijke mensen, toch maakt ze in haar boek de indruk dat ze wel heel bescheiden is, zelfs angstig. Dat is in dit boek van Rein hetzelfde en dat verbaasde me énorm. Rein ken ik vooral uit mijn studietijd en dan eigenlijk alleen van de feesten, waar hij het middelpunt was en iedereen tegen hem opkeek. The leader of the pack. Natuurlijk iedere studie die hij begon strandde binnen een jaar en met zijn baantje op het postkantoor maakte hij ook weinig indruk. Maar dat bewees alleen maar dat hij niet burgerlijk was en had Bukowski ook niet op het postkantoor gewerkt? Dat hoorde er blijkbaar bij wanneer je een groot en getormenteerd schrijver wilde worden. En dat Rein dat zou worden, dat stond voor ons allemaal vast. Ik was zelfs voorzichtig in zijn buurt, hij kon soms gemeen naar me uitvallen. En dat soms was altijd net wanneer ik naast een meisje stond waar ik aan begon te plukken. Maar goed daarvoor was hij dan ook het alpha-mannetje. Feesten was voor ons toen harder werken dan onze studie. Nog een overeenkomst tussen Rein en Hope Jahren, beide proberen hun onzekerheid te bestrijden met hard werken en perfectie. En daar gaat het boek – vind ik – vooral over. Een vrouw die haar hele leven op een neurotische manier heeft gedocumenteerd. En Rein die de afgelopen drie jaar bezig is geweest om uit al die informatie dit boek te distilleren. Voor de goede orde even snel de inhoud. Het boek bestaat uit drie delen en een epiloog. Het eerste deel zijn de herinneringen van Rein aan zijn moeder (vind ik het leukste deel, want geschreven in de typische Rein stijl die we kennen van facebook). Het tweede deel is het leven van Coef (Rein’s moeder) voor Rein geboren werd. Dat is grotendeels gebaseerd op haar dagboeken en brieven én die van haar ouders. Alles willen vastleggen voor het nageslacht is blijkbaar een familieziekte. Het derde deel gaat over het eind van Coef’s leven; in en uit het gekkenhuis maar vooral haar behandeling door professor Bastiaans van de Jelinek kliniek. Op basis van de ondertitel van het boek, Rein’s verhaal in de kluis en zijn radio interviews, moet dat de pièce de résistance van het boek zijn. Maar helaas dat deel trek ik nu juist niet, ik heb me er doorheen moeten worstelen.
Het schijnt wezenloos populair te zijn, veel tv programma’s zijn op dat format gebaseerd: er is ergens een enorm schandaal – en daar schijnt een eindeloos aanbod van te zijn – en iemand is de schuld daarvan en die moet aan de schandpaal. De schandpaal is van de markt naar het tv scherm verhuisd. Hier is meneer Bastiaans de sheepgoat. Rein maakt een voodoo poppetje van hem stopt daar al het leed van zijn moeder in en doorsteekt hem met naalden.
Ik houd er niet van om de schuld bij anderen in de schoenen te schuiven, maar erger het past hélemaal niet bij Rein! Hij is de eeuwige cynicus, die alles relativeert. Hij is de aap boven op de berg, maar geen terriër. Hoewel?
Het boek eindigt met een epiloog, een soort the making-of the book, en daarin vergelijkt Rein zichzelf met captain Willard op zoek naar colonel Kurtz, dat was wél een bijtertje. Maar ik vraag me nu nog steeds af lijkt Rein meer op Willard of op Kurtz? Ik ben trouwens niet zo’n filmheld. Toen ik het de eerste keer las dacht ik aan Lieutenant Raine op zoek naar Colonel Landa. Het zal duidelijk zijn aan deze recensie hebben jullie helemaal niets. Behalve dat jullie het boek moeten gaan lezen, daarna nog een keer overlezen en waarschijnlijk een tijd later nog een keer. Oja wie een gelukkig huwelijk wil, of anderszins onbeschaamd gelukkig worden die moet dit boek vooral lezen!
Al ben ik bang dat de mensen die gelukkig zijn zullen zeggen: "Dat wisten we allang." en de mensen die niet gelukkig zijn, het nog niet zullen begrijpen na het lezen van dit boek.
door: Leon Dooijes
- Categorie: Coef
Tijdens het LSD-symposium
Naar aanleiding van mijn biografie Coef werd ik door de Radboud Universiteit uitgenodigd om gastcollege te geven over Coefs LSD-therapie bij professor Bastiaans. Dit gebeurde in het kader van hun LSD-symposium op 21 maart 2017. Een hele eer!
Het symposium werd ingeleid door Tineke van Rijn (MD, PhD), die begin jaren tachtig als coassistent heeft gelopen bij professor Bastiaans in de Jelgersmakliniek. Dat kon geen toeval zijn! Ze legde uit hoe onze hersenen reageren op narcolyse (therapie met Pentothal) en psycholyse (therapie met LSD), en trakteerde ons op een smakelijk hapje geschiedenis: LSD schijnt in zijn oervorm (als broodschimmel Claviceps purpurea) hele dorpen gek gemaakt te hebben in de Middeleeuwen. Those were the days!
Na Tineke mocht ik een half uur los met het verhaal over mijn moeder, waarbij ik haar leven in vogelvlucht onder de loep nam om vervolgens uitgebreid stil te staan bij de troeven én gevaren van LSD-gebruik, zowel in recreatieve als in klinische zin. Om de intensiteit van het middel – en dus ook van de therapie – te onderstrepen liet ik twee geluidsfragmenten horen van zo’n Coefs sessies met de controversiële therapeut Jan Bastiaans. Hoe slecht verstaanbaar ook, tussen Coefs wanhoopskreten door kon je een speld horen vallen in de collegezaal. Door merg en been.
Derde spreker van het symposium was Jennifer Nikolova van Labyrinth Psychotica. Zij had een virtual reality-apparaat meegenomen, een soort high end View Master. Die bootste bij vrijwilligers een psychose na door beeld en geluid te vervormen. Prima idee om meer begrip te kweken voor de verwarde medemens. Alhoewel. De vrijwilligers, die met het apparaat op hun snufferd rondzwalkten als stuurloze idioten, werden door Jennifer geplaagd met opmerkingen als “wat doe je gek!”. Ongetwijfeld om de doorsnee reactie op verwarde mensen te illustreren, maar zo ontstond er een sukkels-die-moeten-zingen-met-koptelefoon-op-in-tv-show-sfeer. Daarbij zal de simulatie nooit de doodsangst en de onontkoombaarheid van een psychose of een bad trip voelbaar kunnen maken. Niettemin een aanrader om eens te ervaren.
Wat ik dus gedaan heb. Met enige reserve, want het apparaat zou maar net een diep weggestopte psychose bij me triggeren, of een flashback van een bad trip uit de jaren tachtig (my inner Coef). Viel allemaal reuze mee. De virtual reality vertraagde beeld en geluid, liet rare stemmen horen en vreemde dingen zien, maar erger dan een kerstkoopavond in Hoog Catharijne was het toch niet. Toen ik mijn teleurstelling kenbaar maakte haastte Jennifer te benadrukken dat ik op een low level was blijven hangen.
Al met al vond ik het symposium een geweldige ervaring, waarbij ik in de watten gelegd werd door Tineke van Rijn, Marijtje Jongsma en studenten Michelle Jansen, Tanya van de Water, Moniek van Beekveld en Sjoerd Meier. Volgend jaar opnieuw, maar dan met verplicht LSD-gebruik voor alle toehoorders.
- Categorie: Coef
De club voor hoogbegaafden
Toen ik door de hoogbegaafden-club Mensa gevraagd werd een lezing te geven over de totstandkoming van mijn debuut Coef, moest ik toch even slikken. Want het betoog moest maar liefst anderhalf uur duren. Zo lang praten tegen een hoogbegaafd publiek, da’s creatieve roekeloosheid. Maar dat was het schrijven van Coef ook. Zat stof voor een lezing.
Maanden en maanden ben ik bezig geweest met de voorbereiding. Mijn insteek was: Hoe schrijf je een spannende biografie over een onbekende vrouw? Hoe maak je zware kost verteerbaar en zelfs herkenbaar voor een groot publiek?
Die zondagochtend was het zo ver. Na een uurtje zwetend spookrijden in een gehuurde Passat met een haperende TomTom, kwam ik afgepeigerd in de Veluwe aan. En toen moest ik nog beginnen!
Gelukkig werd de lezing een succes. Het publiek genoot en liet dat blijken. Na afloop heb ik een doos Coefs verkocht. Nieuwe Facebookvrienden gemaakt. En vooral heerlijk gespard. Een warm bad!