De lijdensweg naar de digitale snelweg

Mijn PC heb ik altijd als een veredelde typemachine misbruikt. Ik deed er WordPerfect op, maar van autoexec.bat, config.sys en andere mysteriën wilde ik niets weten. Dit struisvogelgebruik heb ik jarenlang naar volle tevredenheid kunnen volhouden. Maar nu internet lokt moet ik me verdiepen in modems en installatieprogramma's en god-mag-weten-meer. Computerdealers willen je doen geloven dat zo'n aansluiting kinderspel is. Dat is een smerige leugen. Hier de lijdensweg van een overmoedige cyberleek.

Mijn eerste computer zag eruit alsof hij op diesel liep. Het was een enorm bakbeest met rioolgroen scherm waar je al na een uur ontstoken ogen van kreeg. Er zaten twee grote spleten in waar je grote floppen in moest steken die dan grommend WP 4.2 opbraakten. Bakbeest was primitief maar betrouwbaar; zelfs agressieve Brintaspetters op het toetsenbord konden hem niet deren. De problemen begonnen toen ik wilde leren E-mailen. Elektronisch corresponderen, dat leek me wel wat.

Dus ik naar de computer-shop voor een modem. Ik kom niet graag in computerwinkels. Voel me er een randdebiel, en de dealers ruiken dat. Willen me vernederen met onbegrijpelijk jargon. Gelukkig was de keuze in modems wel erg beperkt: je had een 'extern' modem, een simpel kastje dat er gebruiksvriendelijk uitzag, en een goedkoper intern modem, een eng plastic plaatje vol koperen frutsels. Dronken van overmoed vroeg ik de dealer of ik zo'n interne zelf zou kunnen inbouwen. "Tuurlijk," verzekerde hij me met een valse grijns. "Kind kan de was doen."

Thuis schroefde ik het plaatje vast, deed Bakbeest aan en verwachtte een tekst als: "Welkom, e-mailer! U heeft een modem ingeschroefd. Proficiat!" Maar er kwam helemaal geen tekst. Niks geen kind dat de was deed.

Vriend en computerfreak Lex erbij geroepen. Hij wierp een blik op Bakbeest, legde een hand op mijn schouder en vertelde me dat Bakbeest prehistorisch was. Dat ik aan een '386' toe was. Een 386!, riep ik geschokt uit (alsof ik wist wat dat was). Een 386 bleek een PC met kleine gleuven. Heel modern en heel duur. Na lang dubben Bakbeest geëuthanaseerd en zo'n kreng aangeschaft. Lex wilde het modem wel installeren. "Tuurlijk! Kinderspel!"

Avonden en avonden is hij ermee bezig geweest. Er waren problemen met poorten, bauds, bits en hosts, zo zei hij. Ik knikte vol onbegrip en verlangde naar een cocktail op een blotebillenstrand. Uit solidariteit heb ik een week lang interesse geveinsd en jenever met koek aangesleept. Maar e-mailen kon ik uiteindelijk wel.

Een maand later hoorde ik dat je op internet blote plaatjes kon bekijken. Dat leek me wel wat, als journalist zijnde. Maar voor cybervoyeurisme had je Windows nodig, en van Windows wist ik natuurlijk niets. Lex gebeld. Hij zuchtte diep en vertelde me dat ik over onvoldoende geheugen beschikte voor Windows. Er moest acht megabyte bij komen. Acht megabyte! riep ik geschokt uit (alsof ik wist wat dat was).

Ik naar de shop met boodschappenbriefje van Lex en terug met twee enge plastic plaatjes vol koperen frutsels. De dealer had me verzekerd dat ik ze zelf kon inbouwen, en omdat ik mijn vriendschap met Lex niet langer wilde tarten ging ik opnieuw aan de slag. Kind kan de was doen!

Maar de binnenkant van een 386 ziet er heel erg ingewikkeld uit. En vijandig. En kwetsbaar. Dat is 'ie ook. Want na wat gewriemel en geschroef brak er iets af. Een megabyte. Of een MS-DOS. Ongetwijfeld iets vitaals, want de 386 was naar de kloten. Geen beeld meer, niks. Nooit eerder heb ik me zo aan automutulatie vergrepen.

Op dit moment zit ik vieze plaatjes op Internet te bekijken. Alles is goedgekomen. Hoe, dat zal ik u besparen. Laat ik me beperken tot de moraal: als cyberdebiel moet je met je tengels vanje computer afblijven. Betaal je vrienden voor hulp en wantrouw laconieke dealers. Berust in je gebreken. Of blijf bij je Bakbeest.

Gilde der Drunken Bastards