BN'ers laten hun imago graag de benen spreiden

Iedereen is te koop, luidt een oud maffioos spreekwoord. Klopt. Zelfs schatrijke sterren als Tina Turner en Michael Jackson verkwanselen hun ziel geregeld aan colablikjes. En zij vragen tenminste nog enorme bedragen voor hun corruptie. Dat is wel anders bij Bekende Nederlanders. Afgaande op het enthousiasme, het gemak en de frequentie waarmee onze coryfeeën zich in de reclameblokken nestelen, krijg je het vermoeden dat zij de benen gratis spreiden.

Er bestaat maar één manier om als BN zonder gezichtsverlies te schnabbelen: kies een grappige commercial. Een lachende kijker vergeeft sneller dan een geïrriteerde. Probleem is dat er, op Rijk de Gooijer en Jules Deelder na, geen grappige BN's bestaan die ook nog eens de smaak hebben om een grappig spotje uit te kiezen.

Op 't randje zit Sylvia Millecam met de pinpas-commercial waarin ze haar exhibitionisme laat parodiëren (Story-achtig reportageteam snapt haar in bikini). Dat soort zelfspot kunnen de mensen altijd waarderen. Maar als Rob de Nijs hetzelfde probeert door stoer op zijn Harley rond te tuffen, krijgt de kijker onmiddellijk zin om hem van zijn motor te sleuren en net zo lang in z'n kruis te schoppen tot-ie z'n pincode verklapt. Oftewel: BN's moeten niet proberen zichzelf belachelijk te maken - dat doen wij wel voor hen.

Het ergst zijn de BN's die menen dat hun komische uitstraling op zich voldoende is om een spotje te dragen. Peter Faber is zo'n lummel. Ooit integer verbonden aan Het Werktheater probeert hij nu bij te schnabbelen als studiebegeleider bij een cursusinstituut. De grappen zijn flauw (Faber zit tegen een tafel vol gebakjes aan te hikken die hij van geslaagde cursisten heeft gekregen) en dus probeert de acteur zelf voor knipogen te zorgen: in een koddig rood pak improviseert hij koddige opmerkingen tegen een koddig keffertje, dat door de hondentrainer buiten kader aan het blaffen gemaakt wordt, maar veel liever heel hard in Fabers kale rimpelsmoel zou willen bijten. Net als de kijker.

Bij sommige BN's weet je niet eens meer of ze zich verkocht hebben, omdat het hoereren zo'n vanzelfsprekend onderdeel van hun imago is. Zo is Frank Govers' abjecte uitstraling volkomen in harmonie met de irritatie die een wasmiddelcommercial behoort op te roepen. Iedereen vindt het heel normaal als hij mooi kleurtje! roept tegen een doodsbange Peruaanse boer of een orgasme faket bij de kleurechtheid van een modeshowjurk.

Haaks op Govers' eenduidigheid staat een andere rasprostitué: concertpianist/mooie jongen Jan Vayne. Vayne leeft al jaren in een identiteitscrisis. Volgens de Head & Shoulders-commercial wil hij sinds zijn vierde concertpianist worden, maar de arme jongen wordt geteisterd door een kontlange hardrockerscoupe. "Mooi lang haar betekent vrij zijn", smoezelt hij in de camera, terwijl hij zijn blonde manen omhoog zwiert. Maar wij weten welk een leed achter deze ijdeltuiterij schuilt: onder die haarbos hebben zich dikke lagen roosschilvers opgestapeld, die bij elke aanslag en masse op de toetsen neerdwarrelen en hem het spel onmogelijk maken.

De kroon van Nederland Schnabbelland spant Monique van de Ven. Ooit met de billen bloot in Turks Fruit en sindsdien tevergeefs bezig een reputatie als serieus actrice op te bouwen, gooit zij nu haar vingerhoedje integriteit te grabbel in een hele serie FBTO commercials en advertenties. "Waarom juist ik?", had Monique zogenaamd aan de firma gevraagd toen deze haar voor de campagne wilde inhuren. "Omdat u recht door zee en betrouwbaar bent!", had FBTO zogenaamd geantwoord. "Omdat u een goedkope hoer bent", denkt de kijker hardop.