Stripmagazine Donald Duck zit vol foute pedagogen

Vraag een willekeurige seriemoordenaar of mislukte zelfmoordterrorist of hij vroeger thuis de Donald Duck had, en geheid dat-ie uitsnikt: "Neehee, dat mocht ik niet!" Donald Duck is onmisbaar voor een gezonde geestelijke vorming. Toch is de DD voor volwassenen taboe. Let maar eens op bij de kapper. De Privé vol dooie-Diana-foto's wordt nog wel gepakt, zelfs de Aktueel met een prangende Pamela Anderson-cover, maar de DD wordt gemeden als het Vakblad voor Pedofielen.

Begrijpelijk, want een stripblad over een oom die de hele dag in zijn blote kont rondloopt en samenleeft met drie neefjes in hun blote kont, dat geeft te denken als je wat ouder bent geworden. Ook al zijn ze allemaal plasserloos.

Laat ons nog eenmaal onbevangen door Duckstad slenteren. Zo op het eerste gezicht is er geen steek veranderd. Het lijk van Walt Disney is nu bijna dertig jaar ingevroren maar het allegaartje aan leerlingen en epigonen houdt zijn tekenstijl trouw in stand. (Dat het ook anders kan, weten we van de verminkte Suske & Wiske uit het post-Vandersteen tijdperk.)

Nog steeds heeft Donald last van gemankeerde agressieregulatie, geilt Oom Dagobert op zijn florijnen, aast de Grote Boze Wolf op biologisch geteeld biggenvlees, en zijn de zware jongens op zoek naar een kraak. Het universum van DD zit vol zieke geesten en criminelen - een ideale voedselbodem voor de rijpende kinderziel.

Toch is er iets aan de hand met de DD. Het lijkt wel of de redactie geïnfiltreerd wordt door pedagogen. Neem het verhaal over de broodfabriek. Oom Dagobert heeft een uitvinding van Willie Wortel opgekocht waarmee hij heel goedkoop broodjes kan bakken in zijn fabriek. Heel spannend allemaal, maar als je goed leest, stuit je op een verkapt college Vrije Markt Economie. 'Hiermee word ik marktleider in de deegwaren-industrie!' roept Oom Dagobert uit en hij smijt met termen als 'industriële spionage' en 'vrachtkosten'. Kan echt niet in Duckstad.

Verder vertoont de DD bedenkelijke Kijk-trekjes. De rubriek 'Uit het handboek van de Jonge Woudlopers' bekogelt ons met feitjes over bijzondere vissen ('In de snuit van de Lepelsteur zitten sensoren waarmee hij plankton opspoort'). Veel te leerzaam, en bovendien zijn de vissen realistisch getekend - alsof ze uit een vooroorlogs lagere schoolboek zijn gejat.

Nog alarmerender is een zogenaamd ingezonden brief: 'Beste Donald Duck, waarom staan er bij elk verhaal cijfers?' Antwoord: 'Dat zijn codes waarmee ik mijn avonturen uit elkaar kan houden.' Een DD-lezertje dat geïnteresseerd is in archiefcodes!? Kom nou. Echte DD-lezers willen weten wanneer die rotbiggen eens opgevreten worden.

Ik houd mijn hart vast als deze pedagogisch verantwoorde trend doorgezet wordt. Straks krijgt Donald een penis plus pantalon aangemeten, doneert Dagobert zijn triljoenen aan Amnesty, en start de Boze Wolf een vegetarisch eethuis. Vraag dan over twintig jaar eens aan een willekeurige seriemoordenaar of mislukte zelfmoordterrorist of hij vroeger thuis de Donald Duck had, en geheid dat-ie uitschatert: 'Ja, reken maar!'