Uitvaartmagazine Doodgewoon wil speciaal zijn

Als het me niet lukt om nog tijdens dit aardse bestaan beroemd te worden - en daar lijkt het verdacht veel op - wil ik met mijn begrafenis een onuitwisbare indruk maken. Geen getrut met beschilderde kisten, maar lekker banaal. Mijn lijk moet midje zomer ongebalsemd opgebaard worden en dan zonder kist gecremeerd, waarbij de baklucht de receptieruimte ingewapperd wordt.

Daarna krijgen de gasten een borrel met hamburger en moeten ze mijn videotestament zien, waarin ik hen onverbloemd vertel wat ze voor me betekend hebben en wat ze erven ("Niets krijgen jullie van mij, vuile huichelaars! Ik heb alles overgemaakt aan Children of Christ!"). Pervers? Wel, volgens Doodgewoon, het lijfblad van de dood, zijn we hard op weg de laatste taboes rond de dood te doorbreken.

Doodgewoon. Wat zal de redactie lang over die naam gebrainstormd hebben. Doodleuk, Doodziek, Doodsaai, Doodordinair... zoveel keuze. Nog lastiger moeten ze het hebben met hun lezers, want wie neemt er nou in godsnaam een abonnement op een blad over de dood? Hoogbejaarden die zich willen oriƫnteren op gene zijde? Frontsoldaten die de Playboy beu zijn? Families met hoog zelfmoordgehalte?

Veel vertrouwen in de duurzaamheid van hun abonnees heeft Doodgewoon niet, want de opzegtermijn is maar liefst twee maanden. Doodgewoon is afgedrukt in stemmig en goedkoop zwart-wit. Maar vergis je niet, het blad wil zich verre houden van de stoffige, onderdanige uitvaartbranche. Een cultuurmagazine, dat is het! Dus toch saai? Bwoah. Obligate stukjes over sterfbedden van schrijvers, over doodgaan in Suriname, doodgaan in een onverstaanbaar Frans toneelstuk en PTT's abstracte rouwzegels; onderwerpen waar een cultuurblad aan onderdoor gaat.

Gelukkig is er ook ruimte voor lulkoek. Smullen is het interview met ene Hans Plomp, een mislukt schrijver die zichzelf 'ontdekkingsreiziger van de geest' noemt. 'Mijn sterfbedden waren geen lolletje' luidt de intrigerende kop. Hans heeft, zoals we al vermoedden, in een psychose gezeten ('Ik wist niet meer dat ik Hans Plomp heette') en incarneert nu om de haverklap in mensen die net bezig zijn te sterven. Heel vermoeiend, zeker als je er een diep boek over geschreven hebt dat door de recensenten is afgekraakt. Allemaal taboes, Hans.

Gelukkig is Doodgewoon er om die taboes te doorbreken. Columnist Doodgraver grapt dat de hemel sinds sterfjaar 1997 op een high society club begint te lijken. 'Frank Govers en Versace babbelen over de roklengte van Jezus. Moeder Theresa onderhoudt een face to face met haar Hoogste Chef.'

Ruig hoor, maar spannender zijn de ditjes & datjes. Wist je dat er een uitvaartonderneming bestaat die lijkkist-bakfietsen verhuurt? En wat denk je van de Last Rest Rocket, een vuurpijl waarmee je je as de lucht in kunt knallen. Prijs is 2800 piek (incl. vervoer en pyrotechnicus - zonder gekheid). Noot: de vuurpijl bestaat uit volledig afbreekbaar materiaal. Niet duidelijk is wat ze doen met blindgangers of een onverwacht gillende keukenmeid-effect. Wel geeft het inspiratie voor mijn eigen uitvaart: een Scudraket met compleet Rein-lijk. Niet afbreekbaar.