Jongerenmagazine Kijk ontdekt sensatie

Mijn ouders zijn lang bang geweest dat het niets met me zou worden. Ik spiekte mijn huiswerk bij elkaar, deserteerde uit de padvinderij en las de hele dag Guust Flater. Pas toen ik geïnteresseerd raakte in dinosauriërs kregen ze hoop. "Er zit een wetenschapper in onze zoon!" kraaiden ze en smeerden me onmiddellijk een abonnement op de Kijk aan.

Op de cover stond een grommende Neanderthaler, dat was cool, maar de inhoud rook naar schoolbanken: futurologische tekeningen à la Hoog Catharijne, een beeldverhaalversie van Hamlet en een dwarsdoorsnede van een dieselmotor.

Wat mijn ouders niet begrepen was dat mijn dinohobby geen ontluikende fascinatie voor wetenschap was maar platte sensatiezucht (ik fantaseerde dagelijks dat een Tyrannosaurus mijn zussen zou opvreten). De Kijk vond ik iets voor droogklootjes die op het schoolplein in elkaar geslagen werden. Anno 1998 zijn die droogklootjes echter sociopaatjes geworden.

'Wordt dit het transportmiddel van de toekomst: een luchtschip dat zo groot is dat het de zon verduistert en bij regenval een hele stad als paraplu dient?' begint een artikel over futuristische reuzenzeppelins. Even lopen de rillingen over mijn rug. Het is precies dezelfde stijl als dertig jaar geleden. Zo oubollig, zo pedagogisch verantwoord. Toch is er iets nieuws aan de hand met de Kijk. Iets onvoorstelbaars: de Kijk heeft sensatie ontdekt. En cynisme.

Het begint met een artikel over brandwerende Formule I-pakken. Paginagrote foto's van coureur Jos Verstappen spartelend in een vuurzee, krijgen koddige bijschriften als 'Eindelijk vuurvast' tot 'Slecht brandende coureurs'. Dan 'Martelen met schone handen', over folterpraktijken met elektronische middelen. Kijk heeft Amnesty Internationals archief geplunderd voor smeuïge foto's van stumpers die bewerkt worden met elektroden, compleet met close-ups van geroosterde voetzolen. 'Voor dit soort wapens heb je geen stopcontact nodig', grapt Kijk. Zelfs Panorama heeft meer scrupules.

Als toetje nog wat sociaal Darwinisme van de koude grond over het nut van rellen. 'We willen niemand opjutten en ook niemand aanzetten tot geweld. Maar het is niet anders: als de computermodellen kloppen, wordt het weer tijd voor een paar stevige rellen.'

Dat de Kijk vergroeid is tot een snuff-magazine kan ik hebben. Sterker nog, als de Kijk in mijn tijd zo fout was geweest had ik me er tot in mijn pubertijd aan vergrepen. Waar ik eng van word is de bèta-geilheid waarmee de achterliggende techniek geanalyseerd wordt. 'Met twee 9-voltsbatterijtjes kun je meer dan 200.000 volt opwekken, genoeg om een boom van een vent een kwartier uit te schakelen.' Kijklezertjes, toch al autistische technofrustraten met aanleg voor sadisme, zullen zich en masse op de postordercatalogussen storten.

Voor mijn koters dus geen abonnement. Rest de vraag of ouders nog wat te vertellen heb. 'ledere maand probeert Kijk te voldoen aan het verwachtingspatroon van de lezers. Staan er voldoende spannende zaken in?' schrijft de hoofdredacteur in zijn openingscolumn. Jonge onderzoekertjes martelen hun ouders net zo lang tot ze een abonnement krijgen. Maar wees gerust: sociopaatjes anno 1998 vinden de Kijk ongetwijfeld net zo saai als ik hem vroeger vond.