Modelspoorbaanmagazine Miniatuurbanen ontspoort

Iedere gezonde mannetjespuber komt er op een gegeven moment achter dat hobby's iets seksueels moeten hebben. Een hobby is pas 'cool' als je er indruk mee kunt maken op het andere geslacht. Brommers zijn goed, hengelen is fout; gitaar spelen is goed, computerspelletjes zijn fout. Een enkele puber komt hier nooit achter, ook niet als hij de vijftig gepasseerd is. Maar voelt dan wel nattigheid. De ergsten spelen nog met treintjes en lezen Miniatuurbanen.

Saaie vormgeving, saaie zwartwitfoto's, saai lettertype; Miniatuurbanen ziet eruit als een orgaan van de modelspoorbouw detailhandel. Ze noemt zich ook 'Vaktijdschrift voor de modelspoorhobby' - liever het stigma van saaie zakelijkheid dan van infantiel plezier.

Heel sluw heeft ze een rubriek speciaal 'voor de jeugdige modelbouwers' ingericht, zogenaamd om pubers te leren hoe je een baantje opzet, maar eigenlijk om te benadrukken hoe volwassen de rest van het magazine is. In een interview drukt een treintjeswinkelier de lezer op het hart om het vooral nooit over 'treintjes' te hebben: 'Het zijn modeltreinen. Je hoort een munten- of postzegelverzamelaar toch ook niet zeggen dat hij muntjes of postzegeltjes verzamelt?’

Nou moet gezegd worden dat de modelspoorbouw vol hogere electronica zit. Computers die spoorbanen ontwerpen, kreten als 'instelbare massatraagheid simulatie' en 'digital-plus decoders', da's geen speelgoed, toch? De treintjesfreak van Miniaruurbanen ziet zichzelf dan ook graag als een high-tech micro-architect met een flair voor geologie. Hij wil niet met treintjes spelen, hij wil het universum van de spoorwegen natuurgetrouw op schaal brengen.

Zijn grote probleem is om de buitenwereld uit te leggen WAAROM hij dit allemaal doet. Waarom duizenden guldens en duizenden uren aan een modelspoorbaan wegspoelen? Omdat hij niets anders te doen heeft?

De treintjesfreak heeft in ieder geval de neiging om zijn afwijking zo veel mogelijk voor de botte buitenwereld verborgen te houden en alleen met soortgenoten te delen. In Miniatuurbanen een railplan 'voor het op-een-na kleinste kamertje' waar de baan achter het wasrek gecamoufleerd kan worden.

Verder een huiveringwekkend lange agenda met dia- en videoavonden, een artikel over een reuzenmodelspoorbaan in Krimpen waar de freaks zelf machinistje kunnen spelen, en een lijst van speciaalzaken waar je op een persoonlijke behandeling kunt rekenen (winkelier: 'Ik ken alle klanten bij naam').

De geheimzinnigheid van Miniatuurbanen heeft een bijna perverse ondertoon, maar juist het gebrek aan seksualiteit heeft haar lezers tot de treintjes gedreven. Treintjesmannen hebben eerder last van een godscomplex. Ze willen de wereld verkleinen om zichzelf groter te maken. En dan deze wereld afstraffen met vreselijke ongelukken. De fabrikant speelt hier gretig op in.

Märklin, het beroemdste treintjesmerk, heeft een speciale loc op de markt gebracht met ingebouwde videocamera. Om alle schade zo realistisch mogelijk in beeld te brengen. Op de advertentie zie je een volwassen vent zijn videoloc met een noodgang op de huiskat afsturen, terwijl zijn vrouw op de achtergrond toekijkt met een blik van 'Mijn God, is dit de man waar ik ooit seks mee heb gehad!?...'