Hengelsportmagazine Beet kent geen genade

Diep, heel diep verborgen in mij huist een jager. Nou ja, een hengelaar. Ik haal er een kick uit om urenlang naar een wippende dobber te staren, het topje te zien krommen, de prooi te zien spetteren. Toch heb ik al een kwart eeuw geen hengel meer aangeraakt.

Twee redenen. Allereerst merkte ik als puber reeds dat het vissersimago - regenpakken, bivakmutsen, Mobiletjes, en bloempotcoupes - 't slecht doet bij de vrouwen. Ten tweede schuldgevoel. Elke keer als ik mijn slachtoffer panisch van de stress naar adem zag happen met een bloedende mondhoek, wist ik dat ik een zonde beging. Inmiddels leid ik dus een visvriendelijk leven (eet uitsluitend kistkalveren) en als ik mijn jagersinstinct voel knagen koop ik hengelmagazine Beet.

'Beet'. Dat klinkt als een verenigingsblaadje voor contactadverteerders (een seksblaadje had 'Klaar' geheten). Maar vergis je niet. Beet heeft twintig jaargangen achter de rug en kent het zwiepen van de hengeltop; zowel inhoud als vormgeving maken een professionele indruk. Dat mag ook wel, want als je de advertenties doorneemt blijkt hengelsport van bejaardenhobby in een high-tech jagersspecialisme te zijn geƫvolueerd.

Ging je vroeger op pad met een bamboestok, een kromme spijker en wat uitgedroogd witbrood, de moderne visser is uitgerust met een synthetische karperhengel van tweeduizend piek, een elektronische waterdiepte-/temperatuurmeter annex beetmelder ('registreert aanbeet, geen beweging door wind of golven') en een middels lasertechniek ontworpen aluminium molen ('Het line control system vermindert het risico op pruikvorming'). Ik weet niet eens meer waar ze het over hebben.

De fishhunter in Beet is ook niet langer tevreden met een zompig slootje achter de A2. Hij pakt zijn 4WD en scheurt naar het Bledskomeer in Sloveniƫ's Sava-Bohinjkadal om op meervallen te jagen. Op de cover zie je drie Friezen een enorme Sloveense meerval aan boord hijsen. Hun verhaal leest als Big Game Hunting: 'Angstige blikken worden naar elkaar geworpen. "Draaien!" schreeuwt Janvier. "Draaien!" Er verschijnt een meerval van 120 pond aan de oppervlakte.' Jaws is voor mietjes.

Nog steeds raak ik opgewonden van de vis-avonturen, zelfs bij een foto van een dikke recordkarper. Zou er zoiets bestaan als visfetisjisme? De vissers in Beet zien er in ieder geval niet uit of ze ooit seks met een mens hebben gehad: regenpakken, bivakmutsen, bloempotcoupes. Ik ben er op tijd mee gekapt, da's duidelijk.

Ja, en dan de ethiek. Beet staat vol gruwelijke foto's van opengerete vissen, brute handen die kieuwen vastgrijpen. Toch voelt het magazine zelf ook nattigheid. Tenminste, na tips hoe je krabben als levend aas kunt gebruiken ('Rijg de haak enkele malen door het zachte lijfje') volgt een sentimenteel stukje getiteld Verlossing, waarin een barmhartige visser verhaalt hoe hij 'hartje zomer een oververhitte zwangere karper schaduw gaf zodat ze kracht vond om kuit te schieten'. Vanzelfsprekend opdat haar kroost volgend jaar weer aan scherpe haken gehoekt kan worden, maar dat stond er niet bij.