Talentenjacht bezorgt verkeerd soort kippenvel

Van een columnist zou je verwachten dat-ie heimelijk beroemd schrijver wil worden. Ik niet. Ik droom al acht jaar van een carrière als zanger. Niets zo mooi als direct contact met je publiek. Probleem is dat ik niet echt een natuurtalent ben. Sterker nog, volgens mijn vrienden zing ik alsof er een revolver tegen mijn slaap gehouden wordt. Verkrampt en paniekerig.

Zelf zie ik het liever als kwetsbaar en integer, maar ik besef dat Ahoy nog even moet wachten. Hoogtepunt van mijn carrière was een optreden in een klaverjassende buurtkroeg, waar ik met kramp in de anus zeventien love songs door de vernietigende blikken van de stamgasten heengeblèrd heb. Barbaren.

Inmiddels heeft de zanger in mij met deze stille wanhoop leren leven, maar als vrienden me voorzichtig aanraden om toch vooral te blijven schrijven bijt ik ze een 'ik volg tenminste mijn hart!' toe. Pas sinds ik Studentalent op RTL5 (zondagavond) heb gezien begin ik hun kritiek als bezorgdheid te zien.

"Play that funky music now boy!", klinkt er heel hard en heel vals door café La Comédie in Utrecht. Een bandje in maffe fanfarepakken en musketiers-bloesen covert alsof er nooit Sky Radio is' uitgevonden. "Play that funky music no-how!" We zijn getuige van de finale van RTL5's talentenjacht 'Studententalent' en dat is goed te merken, want de bandleden zien er ontzettend studentikoos uit: lollig, onbezorgd, drugsvrij. Alsof er nooit rock n' roll is uitgevonden.

De zanger is een pafferige jongen die het publiek probeert te bespelen met wulpse pasjes, wat hem - tot mijn ontzetting - nog lukt ook. Ook de concurrentie slaat in als een bom, vooral een singer-songwriter met protestsong over zijn vader ("Wat heb jij bereeeeeeikt, als de zon verdweeeeeenen is!?"). Jurylid Margriet Eshuys, die drie generaties geleden een hit scoorde ("House for saaaaaale...!") en sindsdien hardnekkig weigert om in de vergetelheid te raken, vond het allemaal geweldig. Ze gaf de winnaars een gouden tip om hun song te perfectioneren: "Verschrikkelijk feestelijk muzikaal, maar het couplet moet een terts hoger."

Nooit heb ik me gerealiseerd hoe weerzingwekkend amateurisme kan zijn. Hoe vals vals kan klinken, hoe vals ik moet klinken. Maar wat me het meest aan de studenttalenters tegenstond was hun misplaatste zelfverzekerdheid. Hoe komt het toch dat studenten zo tevreden met zichzelf zijn zonder dat ze wat kunnen? Waar halen ze die zegen vandaan?

Toch was er een kandidaat waar ik affiniteit mee had. Inderdaad, een columnist. Coen, in driedelig antraciet, had een bloempotkapsel en improviseerde in één minuut een staccatocolumn over studenten en charisma: "Studenten willen allemaal charisma maar doen allemaal hetzelfde in de gracht- ermee!" Coen had een mooie stem, maar klonk verkrampt en paniekerig. Misschien had hij zanger moeten worden. Net als ik.