Realistische politieserie blijkt achteraf uitgekookt

Terwijl het ruig-realistische politiegenre in de bioscoop altijd goed gescoord heeft, is het op de buis nooit echt uit de verf gekomen - te veel censuur. Eigenlijk kan alleen het inmiddels tien jaar oude Hill Street Blues aanspraak maken op enige realistische diepgang. Tenminste, dat dacht ik indertijd. Nu ik de herhalingen van Captain Furillo en zijn Mannschaften bekijk, valt me op hoe gladjes de serie eigenlijk is.

Toegegeven: de makers hebben er alles aan gedaan om de sfeer geloofwaardig te maken: camerawerk uit de hand, veel opnames op straat, smoezelige bureaus, ongeschoren undercover agenten. Veel gepraat door elkaar heen, veel chaos. Net echt. Zo echt, dat je er bijna in zou geloven. Het probleem met politiekorpsen is echter dat ze vol zitten met rotte appels: racistische, sadistische en corrupte agenten die hun penning misbruiken ter compensatie van persoonlijke frustraties.

Met zulke etters is het natuurlijk moeilijk identificeren. Dus wat hebben de makers gedaan? Ze hebben de hoofdpersonages door middel van wat zwakheden (denk aan de sjacherende ladykiller LaRue, of heetgebakerd beest Belker) weliswaar onevenwichtig, maar toch vooral menselijk gehouden, en de echte rotte plekken volledig in buitenstaanders of idioten geconcentreerd.

Zo worden de rechts-radicale tendenzen binnen het korps samengebald in de idioot Howard. Howard, hoofd van de anti-terrorisme brigade, is wapengeil en trigger happy, maar zal door de kijker nooit serieus genomen worden omdat zijn idealen hooguit als een echo uit een lang vervlogen John Wayne-cultuur klinken. Howard is een clown. En niemand neemt aanstoot aan een clown. Ook de corruptie wordt volledig teruggebracht tot één man, de commissaris (lees: politicus).

Dit ambitieuze personage loopt rücksichtlos over de ruggen van Furillo en zijn mannen heen, maar is te dom en te bang om hen werkelijk te naaien en duikt te sporadisch op om echt met het korps geassocieerd te worden - in feite dient de commissaris uitsluitend ter accentuering van Furillo's onkreukbare imago. Wat het hardcore racisme en sadisme in Hill Street Blues betreft: daar worden simpelweg gastspelers voor ingehuurd, anonieme gezichten die na hun wandaden steevast overgeplaatst of gedood worden (lees: weggeschreven). De 'Hill' zelf moet zuiver blijven.

Mischien is het een beetje flauw óm een overigens zo onderhoudende en professioneel gemaakte serie ethische verwijten te maken. En misschien moeten we blij zijn dat niet alle politieseries vol zitten met PVC-rokjes, speedboten, en Armani-ruigo's. Maar bij dat soort ordinaire series weet je tenminste meteen dat je belazerd wordt.