Darter Barney verplettert vooroordelen

Iedere schoolklas heeft er wel eentje: de 'jongen die altijd het laatst gekozen wordt met gym'. Een lobbezak met zweetoksels die met een dreun tegen het paard aanknalt en onderaan blijft hangen bij touwklimmen. Hij wordt door de hele klas uitgelachen, zelfs de gymleraar kan zich niet altijd inhouden. Als hij eindelijk van school komt heeft hij zo'n verminkt ego dat hij de rest van zijn leven onderaan de maatschappelijke ladder blijft hangen.

Gelukkig heeft God een sport uitgevonden om hem revanche te geven. Vorige week heb ik er voor het eerst naar gekeken. Aanvankelijk met hoongelach, maar al gauw met kloppend hart en uiteindelijk met tranen in de ogen: finale wereldkampioenschap dart in Engeland (live bij SBS 6 en BBC).

"Barney! Barney! Barney!" klinkt het in de zaal. Een paar dozijn Nederlandse supporters met oranje klompen op hun kop ('Proud to be Dutch') moedigen hun favoriet aan in het hol van de leeuw. Barney is de bijnaam van onze eigen Raymond van Barneveld, de eerste Nederlander die kans maakt op de wereldtitel dart.

Zijn vadsige lichaam, kalende snackbarkop en vlassnorretje verraden de sporen van een Laatste-met-Gym-verleden. Dat geldt ook voor zijn tegenstander, een Welshman bijgenaamd 'The Boxer', die volgens het commentaar een ernstig ongeluk heeft gehad (dartpijltjes?).

Barney en The Boxer zien er niet uit als topsporters, maar topdarters horen er ook helemaal niet uit te zien als topsporters. Met hun hangbuiken en slome motoriek zijn Barney en The Boxer 'tailor made' voor de pubsfeer die dart zo smeuïg maakt, voor het dart-bord dat op plasafstand van de atleten hangt en voor het publiek dat uit bingoveteranen met een drankprobleem bestaat. Zelfs bowling heeft een dynamischer aura.

Heel belachelijk dus allemaal, maar na een kwartiertje honen werd ik toch gegrepen door de strijd tussen Barney en The Boxer. Die grote lelijke mannen die met zulk een onverstoorbare concentratie lullige pijltjes in hele kleine vakjes gooien, daar was iets mee. ledere keer dat ze hun pijltjes uit het bord trokken keken ze met een grimmige blik in de camera, alsof ze bij iedere misser in hun fantasie de tent afbraken.

Toen ik na een half uurtje de regels door kreeg begon ik de finale zelfs spannend te vinden. De atleten gingen ademstokkend gelijk op. Bij iedere tussenoverwinning maakten ze een macho overwinningsprongetjes ("Yeah! Yeah!") die in het gymlokaal lachsalvo's opgeleverd hadden maar nu opeens respect afdwongen.

En toen Barney na twee uur met een 'triple eight' de wereldbeker in de wacht sleepte, op de knieën zonk en in tranen uitbarstte, moest ik er ook een zakdoek bij pakken. Barney, postbode uit Den Haag en Laatste-met-Gym, had eindelijk de klas aan zijn voeten gekregen.

Ingezonden brief n.a.v. Revanche voor voor de-laatste-met-gym

Een erg interessant artikel (U 19). Maar dan uitsluitend door de houding die door de auteur wordt getoond. Ik vrees echter wel hij onomwonden de gemiddelde opinie van de lezers verwoordt: Hoe is het mogelijk dat zo'n vetzak zich Oranje Status weet aan te meten? Nou ja, waarschijnlijk omdat darts maar zo'n spelletje is, waarbij je 'lullig pijltjes' in een bord met 'hele kleine vakjes' op 'plasafstand' moet gooien. Ach gut, wat schattig verwoord.

Nou, als het één ding is dat je leert als Laatste-met-Gym, dan is het doorzettingsvermogen te tonen. En darts is nu juist dat doorzettingsvermogen. En ik was van mening dat juist doorzettingsvermogen de essentie van top-sport is. Ik lees in het artikel dan ook niets anders dan het hoongelach en de minachting van de-rest-van-de-klas.

Ik hoop echter dat de auteur de prestatie van Raymond van Barneveld eens in een ander licht zou willen bekijken, in plaats van het louter als een 'revanche' af te doen.

Ing. D.B. van Dam, Fysisch Geografisch Laboratorium; Laatste-met-Gym en dartfan.