De uitgekookte waarheidsdrang van Mulder en Scully

Een lullig, microscopisch klein versteend wormpje in een meteoriet. Dat is de enige aanwijzing dat er buitenaards leven heeft bestaan. En dan nog heel misschien. Het zal UFO-liefhebbers een worst wezen: het geloof in buitenaardse intelligentie is sterker dan ooit. Dat blijkt uit het succes van The X-Files, de eerste science fiction-serie die marsmannetjes serieus neemt.

X-files is een verzamelnaam voor moordzaken waar de FBI met conventionele onderzoekstechnieken geen vat op krijgt. Die zaken lopen uiteen van buitenaards bezoek tot telekinetisch wurgen, van spontane zelfontbranding tot amfibisch kannibalisme. De files worden aangepakt door agent Fox Mulder (David Duchovny) en collega Dana Scully (Gillian Anderson).

Mulder en Scully zijn eikaars tegenpolen; hij is een fanatieke 'believer' in het bovennatuurlijke, zij een scepticus die nog met wetenschappelijke verklaringen aan komt zeuren als ze over een alien struikelt. Altijd kibbelen die twee dus, maar partners door dik en dun. Bovendien hebben ze een onuitgesproken flirt die zo broeierig is dat Duchovny en Anderson tot sekssymbolen zijn gebombardeerd - een hele prestatie voor een acteur die zijn teksten monotoon opdreunt en een actrice die nooit uit haar mantelpakje gaat.

Maar voor geile fratsen hebben Mulder en Scully geen tijd. Veel te druk met aliens. De moderne alien is niet langer de New Age-messias zoals in het afgelopen decennium, maar een schimmige Torn Poes die uit is op menselijk weefsel. Een kille laborant. En hij bestaat nog echt ook. De schrijvers van The X-Files - en dat is cruciaal voor het succes van de serie - putten inspiratie uit degelijke UFO-bronnen.

Bijvoorbeeld uit de sessies van psychiater John Mack, een Harvard-professor die cliënten behandelt die beweren door aliens ontvoerd en fysiologisch onderzocht te zijn. Dit ontvoerings-fenomeen (dat in Amerika zo serieus genomen wordt dat zo'n beetje iedere burger daar wel een keer ontvoerd blijkt) moet Mulders fanatisme verklaren: zijn zus zou als kind per vliegende schotel meegenomen zijn. Tot op de dag van vandaag probeert hij weer in contact met haar te komen.

Tekenend voor de kwaliteit van de serie is het raffinement waarmee de UFO-documenten in de scripts worden verwerkt. Sterker nog, er wordt zelfs voorkennis verondersteld, bijvoorbeeld over de gecrashte vliegende schotel te Roswell. Zo'n aanpak lijkt riskant maar is juist sluw: de UFO-fans, en dat zijn er zo langzamerhand miljoenen, voelen zich eindelijk serieus genomen, krijgen dat ons-kent-ons-gevoel.

Een soortgelijk effect heeft het andere stokpaardje van The Files: samenzweringstheorieën. Die geven de 'en-mij-belazeren-ze-niet'-kick. The X-files drijven op de theorie dat de overheid informatie over UFO's achterhoudt en zelfs met aliens samenwerkt: menselijk weefsel in ruil voor technologische informatie. "Trust no one..." stamelde Mulders informant met doorzeefde borst. "Joh, dat doe ik allang niet meer", snoeft de kijker en voelt zich lekker uitgekookt.

Hoe goed buitenaards bezoek en paranoia ook in de markt liggen, de makers vinden dit te mager voor een wekelijkse serie. Daarom wisselen ze af met B-filmverhaaltjes over zo'n beetje ieder paranormaal of bovennatuurlijk verschijnsel. Ook hiervoor peuren ze uit degelijke bronnen, van wetenschappelijke archieven tot het Groot Mythen & Sagenboek, al lijkt het scenario soms op een krantenberichtje gebaseerd ('Monster van Loch Ness blijkt krokodil') of regelrecht uit de duim gezogen.

Belangrijker dan de plot is echter de uitstraling van de schurk. En gezegd moet worden dat de casting director altijd weer een onbekend talent met lugubere uitstraling weet te strikken. Heftig huiveren was het om Tooms, een amfibie-achtige moordenaar die zijn lijf door de kleinste kelderraampjes kon persen om de lever uit zijn slachtoffers te rukken. Eén blik op zijn smoel en je wist dat hij trek had.

Spannend of niet, Mulder wil je toch het liefst in de weer zien met aliens. Je wil dat hij zijn zus terug vindt, dat hij contact maakt met aliens. Het is deze zoektocht die zo'n band met Fox Mulder schept maar waardoor je de andere verhaaltjes als oppervlakkig entertainment ervaart. "The truth is out there...." The X-files als eerste science fact-serie?

Wel, met die feitelijkheid kon het wel eens tegenvallen. Belangrijker is dat de auteurs kwaliteitstelevisie maken voor toch zeer breed publiek, uiteenlopend van pure UFO-nerd tot die-hard horrorfan tot occulte dromer. En gelukkig neemt de serie zichzelf niet altijd serieus. In een speciale aflevering worden niet alleen Mulder en Scully op de hak genomen, maar ook de kijker: een gebrild eikeltje dat ze overal ziet vliegen. Dat hebben ze met Trekkies nooit durven flikken.