Hypocriete menselijkheid in de Vietnamoorlog

Amerikaanse televisieseries zijn doordrenkt met propaganda en gaan gebukt onder een hardnekkige culturele zelfcensuur. Die propaganda bestaat niet zozeer uit schreeuwende WASP-statements als wel uit subtiel gecamoufleerde nationalistische en seksistische speldeprikjes, nauwelijks voelbaar en terug te vinden in de meest respectabele series (van MASH tot Hill Street Blues).

De zelfcensuur is eenvoudiger te signaleren: zo hebben zwarte mannen nooit een relatie met blanke vrouwen, krijgen Aziaten nooit een hoofdrol, en worden homoseksuelen steevast als probleemgevallen of sicko's afgeschilderd. Enzovoorts. Kortom: de Amerikaanse televisieproducent brainwasht de massa, en paait de kritische kijker met quasi-zwarte series als The Fresh Prince en pseudo-maatschappijkritische komedies als All in the Family.

Het is interessant om propaganda te detecteren en haar onder de loep te nemen. Neem de oorlogsserie 'Tour of Duty', het buisaftreksel van Oliver Stone's bioscoopfilm 'Platoon'. 'Tour of Duty' gaat over een Amerikaans peloton dat eind jaren zestig in Vietnam gelegerd is. Het peloton moet buitensporig veel vechten - in iedere aflevering - ongetwijfeld om kijkcijfers op te fokken.

De schrijvers proberen dit geweld te compenseren met onderhuidse anti-oorlogspretenties: ze maakten van de sergeant geen fanatieke commiekiller maar een zorgzame veteraan die alleen maar wil dat zijn soldaten heelhuids thuiskomen, en van de jongens geen minderjarige Rambo's maar onzekere, gevoelige knullen die hun diensttijd uitzitten onder het motto 'a man's gotta do what a man's gotta do'.

Dit schijnpacifisme schept identificatiemogelijkheden voor de kritische, vaak anti-militaristische kijker, waardoor deze zich onbewust en dus zonder gewetensbezwaren solidair kan voelen met het peloton, wat hard nodig is als dit weer eens wat Noordvietnamezen neermaait. Dit proces wordt nog eens vergemakkelijkt doordat de schrijvers de vijand tot schim hebben gereduceerd en lekkere sixties hits op de achtergrond draaien. Rock and roll!

Het leed dat onder de Zuidvietnamese burgers werd aangericht (vanzelfsprekend nooit door toedoen van dit peloton) wordt wel aangekaart, maar parmantig gepresenteerd als een objectieve indruk van verschrikkingen, terwijl het in wezen als kapstok misbruikt wordt voor het manwordingsproces en het levensinzicht van de jonge soldaten ("Wat hebben ze een hoop meegemaakt daar in 'Nam'!"). War is hell. Uh huh.

Na een stuk of wat afleveringen van de Tour verlang je terug naar John Wayne. Naar The Duke, die in The Green Barets naar Vietnam ging om daar ongegeneerd 'Gooks' overhoop te knallen. In de serie doen de soldaten precies hetzelfde, maar verschuilen ze zich achter een hypocriet, menselijk gezicht.