Columns over tv-programma's 1993-1998
- Categorie: Columns over tv 1993-1998
Biologisch ontnuchteraar drinkt 17 borrels per dag
'Debunkers' zijn onmisbaar voor actualiteitenprogramma's. Van Nova tot de Vijf Uur Show: ze hebben allemaal wel eens een wetenschapper over de vloer die met charismatische stelligheid volkswijsheden onderuit haalt.
Nou is het een must voor debunkers dat ze een overtuigende bagage meeslepen. Zo verzekeren Piet Vroon en Maarten van Rossem zich van universitaire rugdekking en beperken ze zich tot hun specialismen. Maar juist de beroemdste debunker van Nederland heeft schijt aan deze conventie: bioloog Midas Dekkers. Deze hoeksteen van de VARA (zeventien borrels per dag) heeft zijn specialisme (de Westindische slak) verloochend om zich op te werpen als een orakelende, self-made cultuurbiosocioloog.
Midas is Neerlands Grote Ontnuchteraar. Met zijn brutale, proto-Darwinistische dwarspraatjes weet hij iedere millieu-idealist en natuurromanticus onderuit te lullen. Hij zegt dat zure regen lulkoek is, dat we allemaal potentiële bestialisten zijn en dat een vredig bos eigenlijk een groot slagveld is. Hij is zo recht voor z'n raap dat niemand zich afvraagt of zijn cynisme wel zinnig is.
Midas pakt het liefst kinderen aan (of moet 'Midas' worden gezien als een programma voor volwassenen waarin Midas toevallig een kindse toon aanslaat omdat hij denkt dat iedereen dommer is dan Midas?). Hij attendeert de kijkertjes op het feit dat kinderboeken en kinderfilms bol staan van leugens over dieren: fictiedieren gedragen zich in het geheel niet als echte dieren. Een beer als Bommel rijdt in een cabriolet en draagt een jas, een eend als Donald Duck zit nooit in het water en snatert Amerikaans. Leugens! Indoctrinatie!
"Kinderen staan al heel jong open voor wetenswaardigheden over dieren," beleert Midas. "Die kennis hadden ze vroeger in de wildernis nodig om gevaarlijke dieren te herkennen (haha). Maar die leergierigheid wordt nu gevoed met leugens, en da's net zoiets als aangeboren spraakaanleg verpesten met wartaal!" Toppunt vindt hij een verhaal over een lesbische marmot: "Iedereen weet toch dat een marmot bij uitstek een heteroseksueel beestje is!" (Ha ha). Jong verknipt, oud gedaan, is zijn smalende conclusie.
Het verraderlijke van Midas is dat hij zijn ontnuchteringen met een hoop ironie brengt. Hij wil overkomen als een wijze oom die zijn neefjes met grapjes prikkelt zodat ze zijn lessen beter onthouden. Maar achter zijn vlotte eye openers schuilt een nare calvinist die ons van onze dromen wil beroven.
Die ons wil wijsmaken dat Heer Bommel eigenlijk Tom Poes zou moeten opeten, dat de regenwouden best gekapt mogen worden. Dat we in een sadistisch universum leven en dat we dat ons iedere dag moeten realiseren. Jammer maar helaas, oom Midas, zo'n ontnuchtering kan een mens pas aan als 'ie zeventien borrels per dag drinkt. Anders heb je af en toe de natte neuzenlulkoek van Martin Gaus nodig.
- Categorie: Columns over tv 1993-1998
Psycholoog Jaap van Ginneken opent open deuren
De stompzinnigheid van de meeste televisieprogramma's is in harmonie met hun functie. Zo zijn de klatershows van de RTL's en SBS'en in feite dunnetjes aangeklede commerciële boodschappen waarvan de hoge debiliteitsgraad een vanzelfsprekendheid is. Moeilijker verklaarbaar wordt het wanneer een zichzelf respecterende omroep als de NCRV een educatief programma maakt dat zó stompzinnig is dat er geen publiek denkbaar voor is. Kijk maar eens naar 'Waarom doe ik dat?', een serie waarin 'psychologen vragen bespreken over alledaagse problemen'.
Gastheer is psycholoog Jaap van Ginneken. Jaap stelt dat veel openbare ruimten produkt zijn van een vernuftig, psychologisch denkproces. Om deze eye opener te onderbouwen, neemt hij ons mee naar een moderne stationshal die er speciaal op is gericht randfiguren te weren. "
Kijk," zegt hij, wijzend naar een rij stoelen: "om te voorkomen dat hier zwervers op gaan slapen hebben de ontwerpers kuipmodellen gebruikt. Daar kun je niet languit op liggen." De camera toont een close-up van een kuipje. Verdomd, Jaap heeft gelijk. "En deze pilaar," vervolgt hij, "is expres smal gemaakt zodat er zich geen enge mannen achter kunnen verschuilen." Ginneken rondt zijn item af met een vuilnisbak die welbewust van een scheve bovenkant is voorzien. "Zo kunnen er geen vandalen op gaan zitten", luidt zijn conclusie.
Collega Willeke Bezemer wil ons deelgenoot maken van de fascinerende wereld der geuren. "Geuren kunnen ons onderbewustzijn beïnvloeden," weet ze. Om dit te illustreren, krijgen we een 'sketch' te zien waarin een vrouw verstrooid langs een pizza-tent loopt en dan opeens trek in pizza krijgt. Want geur wekt trek! Zo werkt dat. Verder beweert Willeke dat vrouwen beter kunnen ruiken dan mannen, en om dit te onderbouwen roept ze de hulp in van hoogleraar functieleer / freelance orakel Piet Vroon. Piet: "Vrouwen hebben een beter reukvermogen omdat het vrouwelijk hormoon een bepaalde invloed uitoefent. Welke invloed dat is, is niet bekend..."
'Waarom doe ik dat?' heeft alle elementen van een vet aangezette parodie op een Teleac Cursus Basispsychologie: de onbeholpen presentatie, de lullige onderwerpen, de zouteloze humor, de overserieuze deskundige. Arjan Ederveen had het subtieler aangepakt. Ik vermoed dat de NCRV een subversief element in haar gelederen heeft gekregen, een intrigant die absurde series maakt zonder dat de presentatoren of producenten dat in de gaten hebben.
Je zult zien: in de volgende aflevering gaat Jaap oreren over het vernuftige ontwerp van de WC-pot (Jaap: "Het zitgat is zo gemaakt dat de ontlasting niet op de bril blijft liggen"), en gaat Willeke samen met Piet Vroon de wondere wereld der voortplanting uitdiepen (Piet: "Jongeren kunnen beter vrijen dan ouderen omdat hun hormonen een bepaalde invloed uitoefenen. Welke invloed dat is, is niet bekend..."). Het is te hopen dat Vroon zelf ook in het complot zit.
- Categorie: Columns over tv 1993-1998
Amerikaanse talkshow podium voor trailer trash
Waarom zou het merendeel van de Amerikaanse talkshows door vrouwen worden geleid? Omdat vrouwen meer compassie en inzicht kunnen opwekken bij het publiek? Matriarchaal overwicht enzo? Goed mogelijk, maar daar is verdomd weinig van te merken in de shows van Oprah, Ricki en Jenny. Hun praatprogramma's zijn verkapte volkstribunalen met een lynch-publiek dat honend en joelend 'recht' wijst als er een homoseksueel, een aidslijder of gewoon een individualist zijn 'zonden' opbiecht. Zelfs de Romeinen hadden meer stijl.
Nou verschillen de mannelijke talkshows in zoverre van hun vrouwelijke pendanten, dat zij geen enkele schijn meer ophouden. Denk aan de beruchte Geraldo Show van Geraldo Rivera, een advocaat die kindermoordenaars met ouders confronteert om zijn publiek te laten koken. Rivera's stijl is zo stuitend dat zelfs onze commerciële omroepen hem (nog) niet aandurven. SBS 6 probeert het voorlopig met een zekere Jerry Springer, een ijdeltuit die niet zo grof is als Rivera maar minstens zo fout.
Om Springer eens goed te proeven nam ik een extra vette aflevering op mijn bord: 'Mijn vriendje bleek een meisje te zijn.' Typisch schandpaal-item. Hoofdpersoon was de negentienjarige Shaun, een vrouw met de stem, het uiterlijk en de motoriek van een vent. Zij gaf zich al jaren voor een man uit en had zo tientallen meisjes versierd en mannelijke vrienden gemaakt. Om haar seksuele identiteit niet bloot te geven, was ze nooit te ver gegaan in de seks, ook niet met vriendin Sabrina - tevens in de show aanwezig.
Toen Shaun's ware sekse bij toeval aan het licht kwam, was de hel losgebroken: Sabrina had een nervous breakdown gekregen, haar vader een midlife crisis en Shaun's beste vriend moordneigingen.
De discussie draaide dan ook niet om de vraag waarom Shaun zich achter een pathologisch masker had verscholen, maar hoe hij zo leugenachtig en vals en slecht had kunnen zijn! Springer's publiek ging helemaal uit zijn bol. Briesen, joelen, klappen. Hangen moest dit plasserloze misbaksel! Hypocriet! Hermafrodiet! Shaun werd steeds kleiner totdat hij volledig was weggekwijnd. Televisie als executiemiddel.
Springer is geen hakker als Geraldo. Daar is hij te laf voor. Springer is meer een hitser. Hij herhaalt voortdurend hoe ernstig de 'misdaad' is van zijn gast. Hij benadrukt. Fokt op. Hij laat de lynchpartij zijn 'natuurlijke' beloop om het zelfgenoegzaam vanuit zijn Armani gade te slaan. Een ijdele intrigant.
En Shaun? Shaun werd, nadat zij een half uur had zitten trillen en snikken, getroost met een schouderklopje van een vers aangetrokken, volwassen gasttransseksueel. Maar toen was ze allang zelfmoordrijp. Overigens: zo'n zelfdoding zal zijn ex uitermate geschikt maken voor een Ricki Lake-special: 'Mijn vriendin heeft zelfmoord gepleegd omdat ik haar niet accepteerde als man...'
- Categorie: Columns over tv 1993-1998
BBC opent integere discussie over bezieling
Een van de opvallendste gevolgen van de new age wave is de relativering van het christelijk geloof. Nu er, behalve zwarte kousen ook boeddhisten en hare krishna's door onze polders klauteren, kan er wat meer gelachen en getwijfeld worden als de Here Jezus ter sprake komt. Wat Hem er wel wat menselijker op maakt.
De gevolgen van deze evolutie zijn ook op de christelijke televisie merkbaar. Niet bij de EO, want die is ondanks zijn MTV-achtige camerawerk en grungy presentatoren nog even stijf als tien jaar geleden. Nee, het is de KRO - of beter gezegd: de BBC (van wie ze de serie gekocht hebben) - die met 'Heart & Soul' zin kweekt in een doop. Of in ieder geval in een discussie over bezieling.
Toegegeven: het programma wordt muzikaal omlijst met een wel erg braaf relipopbandje, dat zo uit de Landdag lijkt geplukt - in de geest van "I will find Him". De overige gasten zijn echter allesbehalve stereotype zendelingen. Bijvoorbeeld een freelance pastoor die zijn kerk vaarwel heeft gezegd om zijn werk eerlijker te kunnen doen, of de Amerikaanse christen die een kerk heeft gesticht voor mensen die een hekel hebben aan De Kerk.
Ook zul je bij de EO niet snel een vurige discussie tegenkomen tussen een progressieve bisschop en drie atheïsten over hemel en verantwoordelijkheid ("We zijn het er dus over eens dat godsdienst een interessanter discussieonderwerp is dan seks en politiek!"). Zelfs een actrice die in haar privé-altaartje een Indiase Olifantsgod naast haar houten kruis koestert zou niet snel aandacht hebben gekregen van de Evangelische Omroep.
Misschien blijkt de mentaliteit van het programma nog het duidelijkst uit de 'controversialiteit' van de gastpresentatoren. Nick Hancock bijvoorbeeld is een gevreesde, supersnel associërende criticus/komiek, die Henk Binnendijk moeiteloos onder de tafel lult. Hancock ontzenuwt kerkregeltjes met zijn itempje 'Dingen die Jezus nooit gezegd heeft' ("Welnee, je hoeft van Hem helemaal niet elke zondag naar de kerk!").
Andere opvallend vreemde eenden in de bijt zijn komieken Smith & Jones, die hun befaamde tête a tête eens op 'geloven' toespitsen ("Geloof jij?" "Een beetje." "Hoezo: een beetje?" "Nou ja, ik hou van Cliff Richard"). Dat zie ik een Freek of een Paul nog niet zo snel doen.
Laat duidelijk zijn dat 'Heart & Soul' zeker niet opgezet om het christelijk geloof te bespotten. Ironie is slechts een onderdeel, een hulpmiddel. Als 'Heart & Soul' al een specifiek doel heeft, is het de humanisering van godsdienst. Ze probeert de bezieling te scheiden van de dogma's en neuroses waarmee de kerk zichzelf heeft belast, om tot een essentie te komen waarin zowel atheïsten en christenen zich kunnen vinden. Zoals de bisschop al concludeerde: "Het verlangen naar de hemel is aangeboren. We hebben er allemaal heimwee naar."
- Categorie: Columns over tv 1993-1998
Eerste homo-programma van Nederland
'Lieve Jongens Allemaal' is het eerste echt homoseksuele televisie-programma van Nederland. En niet alleen daarom is het uniek, maar ook vanwege de zendgemachtigde. Want 'Lieve Jongens' is nou eens niet gemaakt door minderheidsvriendelijke zenders als de IKON of de VARA, maar door het klantgerichte RTL5.
Dat juist een commerciële omroep het risico genomen heeft van imploderende kijkcijfers duidt natuurlijk op politiek correcte pretenties, maar zeker ook op de verwachting van een aanzienlijk kijkerspubliek. En in dat laatste kon hij wel eens gelijk krijgen - samensteller-presentator-muzikant-flikker Jan Rot is erin geslaagd om met zijn mild ironische toon zowel de hysterische iT-nicht als de 'ruimdenkende' heteroburger te entertainen.
Het grootste gevaar dat een homoprogramma loopt is homogeniteit. Omdat gewone homo's zich qua levensstijl niet of nauwelijks onderscheiden van gewone hetero's ligt de focus van bijna iedere homo-reportage op tetterende RoXY-travestieten, Rondom Tien-gesprekken over AIDS, en homoseksualiteit in de cinema - meestal belicht door afstandelijke hetero's. Deze cliché's komen inderdaad aan bod, maar ondanks Rots betrokkenheid houdt hij de items sober, kort en krachtig.
Een paar spetterrende beelden van de RoXY tijdens een Love Ball, een indringend portret van een mooie, besmette jongen die naakt geposeerd heeft op de poster 'Kan ik je verleiden tot veilige seks?', en wat grapjes over de tepels op het nieuwe pak van Batman, de enige vleermuisflikker van Hollywood.
Interessanter echter zijn de items met ludieke aanpak over minder voor de hand liggende onderwerpen. Zo doet hij samen met twee jeugdige homo'tjes een mannensauna aan om hen de ins en outs uit te leggen. "Kijk, als je hier het zwembad instapt word je altijd even aan je pik getrokken door een stamgast. Als je daar niet van houdt moet je dat gewoon even zeggen."
Vertederend is zijn bezoek aan ouders van homofiele zonen die zich schoorvoetend verzoend hebben met 'het probleem'. Een vader in modern geel Hij-pak heeft het er nog moeilijk mee: "Laatst werd ik schoonvader genoemd door de vriend van mijn zoon. Dat vond ik toch niet echt leuk." (Overigens: zijn dochter is onlangs met een Surinamer getrouwd en heeft in de Playboy geposeerd. Sommige mensen hebben ook alles tegen).
'Lieve Jongens' is zeker niet, zoals binnen de homocultuur nogal eens het geval is, een verheerlijking van een seksuele voorkeur of een promotie van een specifieke levenswijze. Tekenend was Rot's gesprek met een gewone, monogame homo die niets van de homosubcultuur moest hebben. Voor hem geen Gay Krant, homohuwelijk, homobeurs of nichtentent: "Huègh, ik word daar claustrofobisch van." Dat 'Lieve Jongens' toch iets meer om wilde seks draait dan om de gemiddelde burgerhomo-relatie kan Rot niet verweten worden; bijna ieder heteroseksueel programma gaat gebukt onder een obseksie.
- Categorie: Columns over tv 1993-1998
Crimi-journalist krijgt eigen tv programma
Het leek een gat in de markt van Nederland Omroepland: een programma met een echte misdaadjournalist. Natuurlijk, we hebben Jaap Jongbloed van Deadline al, maar dat is een laffe roddeljournalist die in de studio blijft hangen als zijn cameraploeg door dronken politiemannen wordt gemolesteerd. Jongbloed is geen veldman.
Dat ligt wel even anders bij Peter R. de Vries, een misdaadreporter die de ontvoerder van Heineken wist te traceren en een scoop had met het vernielde oorlogsmonument. Berucht om zijn spraakmakende reportages in De Telegraaf en Panorama, beste buddy's met de zwaarste jongens van Nederland - zo best dat hij nu voor de rechter is gesleept in verband met de IRT-affaire. Lekker controversieel dus, perfect voor RTL4. Hij is nu de man achter 'Peter R. de Vries, misdaadverslaggever', maar dat had hij beter letterlijk kunnen nemen gezien zijn slappe presentatie.
De makers van 'Peter R. etc.' hebben goed gekeken naar Amerikaanse voorbeelden als Rescue 911 en Unsolved Mysteries. Zo hebben ze de leader vet gesensationaliseerd met 'live' beelden van inbrekers, arresterende politiemannen en natuurlijk een speurende Peter met zaklamp. Een andere stijlimitatie is de voortdurende herhaling van beeldmateriaal uit dezelfde aflevering - soms tot vijf maal toe - die gepresenteerd wordt als previews van items, maar in feite zendtijdopvulling is met het neveneffect van hersenspoeling.
Verder worden de scoops, die met veel te veel tamtam zijn aangekondigd, zelden waargemaakt. Een vals paspoort kopen in de Caraïben lukt Peter nog wel, maar belangrijker zaken - zoals de ontknoping van een twintig jaar oude moord op een meisje - blijft bij lauwe aantijgingen van familie en ex-politie (en is een slap excuus om ons twintig jaar oud beeldmateriaal uit Opsporing Verzocht voor te schotelen). De journalistieke spanning van 'Peter R. de Vries, misdaadverslaggever' stoelt hoofdzakelijk op suggestie.
Grootste zwaktebod is echter Peter's presentatie. Hij wordt terzijde gestaan door nieuwslezeres Vivian Boele, want hij zou zelf het gezicht van het programma niet kunnen bepalen. Peter R. de Vries heeft namelijk geen charisma. Hij is saai. Hij zit daar maar te wauwelen als een verlamde buiksprekerpop, met zijn veel te ijdele wind-machine-coupe en zijn veel te banale snorretje. Als hij mafia-advocaat Hiddema interviewt, lult deze hem onder de tafel. Als hij drugssmokkelaar Steve Brown aan de tand voelt, ontstaat er een welles-niettes spelletje.
"Het viel me best mee," zei hij in RUR van zijn presentatiedebuut. Het is te hopen dat Peter R. de Vries snel wordt opgepakt en als Peter R. in de bak belandt Een mooie scoop voor Jaap Jongbloed, die zijn veldwerk dan eens kan, uitdiepen met een keihard bajesinterview. Eens kijken of Peter R. als erkend misdadiger wèl uitstraling krijgt.
- Categorie: Columns over tv 1993-1998
Gekkebekkentrekker Peter Lusse voor live publiek
Er bestaan weinig televisiepersoonlijkheden die typetjes scheppen voor een burgerlijk publiek. André van Duin's personages zijn te simpel, die van Paul de Leeuw te provocerend, Koot & Bie's typetjes zijn te intellectueel en die van Arjan Ederveen te subtiel. Misschien dat Peter Lusse deze leemte kan opvullen met zijn 'Lekker lang Lusse' op RTL4.
Lusse kennen we als de chipsneuroot uit de Smiths-commercial en als de kantoor/relatie-neuroot in 'Vrienden voor het Leven'. Voor die serie schreef hij ook de teksten, en gezegd moet worden dat zijn typetje perfect aansloot bij de lachdrempel van de gemiddelde burger. In Lekker lang Lusse probeert Lusse zijn spectrum als komiek verder uit te diepen.
Het programma is opgezet als een avondje cabaret. Een podium met live publiek, een paar liedjes en veel sketches. Nog voor dat Lusse begonnen is, wordt duidelijk dat er vette satire komen gaat: een nichterige regie-assistent loopt heupwiegend in beeld om met een bordje 'applaus' het publiek zogenaamd te mennen. Het is een flauw metagrapje dat regelmatig wordt herhaald om Lusse's imago ("er moet vooral niets te serieus worden genomen, en dit programma zeker niet") te onderstrepen. Als Lusse opkomt en een babbeltje met het publiek maakt zit hij nog in zijn Smiths chips-personage, maar in de sketches probeert hij andere typetjes uit.
De meesten zijn doorzichtig en dus flauw: een miezerig ambtenaartje dat bij een drugsbaron vijftig kilo heroïne wil inkopen voor een gemeentelijk legalisatieproject, en een narcistische televisiepresentator die kijkcijfers wil scoren met een hongerige-kinderen-in-Afrika programma.
Toch moest ik me ook een paar keer rotlachen. Bijvoorbeeld om zijn male stripper in midlife crisis die, gehuld in een lullige SM-outfit en een lange blonde pruik, na een optreden bij zijn krulspelden vrouwtje zit uit te huilen ("Het vak gaat naar de klote. Tegenwoordig gaan ze er meteen aan hangen!"). Ook aardig is de benepen Soundmixshow-kandidaat/postzegelplakker die zulke zware wenkbrauwen heeft dat hij van zijn collega's Aznavour moet gaan nadoen, of de helderziende wiens seksleven kapot is gegaan omdat het zo voorspelbaar is geworden.
Lekker lang Lusse is er voor mensen die Ron's Honeymoon-shit banaal vinden maar niet begrijpen wat er nou zo leuk is aan Michiel Romeyns Witte Neger. Het heeft iets weg van studentencabaret, gemaakt door mensen die denken dat ze grappig zijn omdat hun omgeving nog flauwer is. Voor mij persoonlijk was het buitengewoon pijnlijk om zo vaak om Peter Lusse te moeten lachen. Natuurlijk kan ik het er op gooien dat het toevalstreffers waren van Lusse, maar misschien ben ik wel gewoon een laagdrempelige burgerlacher geworden.
- Categorie: Columns over tv 1993-1998
Ongesneden wezenloze beelden van de Autobahn
Non-televisie lijkt me een passende naam voor een fenomeen dat beschouwd moet worden als de heftigste vorm van breinverlamming sinds de uitvinding van het medium. Non-televisie is televisie die niemand wil zien en die iedereen wel eens gezien heeft. Het is zo hypnotiserend dat het een koortshallucinatie lijkt, zo noninformatief dat je naar een inlegkruiscommercial verlangt. Non-televisie ligt voortdurend op de loer, maar is vooral 's middags en 's nachts actief. Wees gewaarschuwd.
Mijn eerste kennismaking met non-televisie waren de Auto-bahn-video's op de Duitse televisie. Deze - zonder gekheid - uren durende opnamen van Duitse rijkswegen zijn gefilmd vanaf een vast standpunt op een dashboard en laten favoriete Duitse Autobahnen 'in hun totaliteit' zien. In één eeuwigdurend shot. Toen ik 's nachts met zatte kop op dit programma stuitte, dacht ik dat het een low budget artfilm over asfalt en wegenwachtpaaltjes was.
Maar er kwam geen commentaar. En er gebeurde ook niets. Alleen maar rijksweg, rijksweg, rijkweg. Een non-televisie expert vertelde me later dat deze beelden bedoeld zijn als minimal television, als hypnosemiddel om jezelf in slaap te kijken. Maar ik werd er klaarwakker door. En zwaar overspannen. Urenlang heb ik op een montagelas zitten wachten. Op een kettingbotsing. Op een slippartij. Op een lifter. Op een platgereden egeltje. Op iets. Ze hebben ze me een week later schuimbekkend onder het bed aangetroffen.
Zo mogelijk nog absurder is kijkradio. Kijkradio is een onafgebroken, statische videoregistratie van een discjockey (Stadsomroep, RTL4 of Veronica) die bezig is plaatjes te draaien. Begrijp me goed: de discjockey doet niet raar; hij staat niet hip te dansen, eet niet uit zijn neus, zit niet aan zijn kruis, kijkt zelfs niet in de camera. Hij is alleen maar bezig met plaatjes draaien. Blijkbaar leeft de 'programmamaker' in de veronderstelling dat hele volksmassa's gefascineerd kunnen raken door dit métier. Zo van: "Nee schat, we kunnen niet naar de begrafenis van je moeder, we hadden dit weekend toch gereserveerd om te zien hoe Jeroen van Inkel plaatjes draait!"
Dit zijn slechts twee voorbeelden van non-televisie. Er is veel meer. En er komt nog veel meer. Want het grauw is zo lamgebuisd dat het alleen nog maar non-informatie wil: de Autobahn-beelden zijn nu zelfs op video verkrijgbaar en vinden gretig aftrek. Een gat in de markt dus. En dat gat ga ik opvullen. Met mijn eigen non-televisie. Wat dacht u van een onafgebroken, statische videoregistratie van een U-blad columnist die zwaar neurotisch op zijn PC zit te rammen, daarbij ongegeneerd in zijn neus pulkt en non-stop in zijn kruis krabt? Zo'n video werkt heel enthousiasmerend voor mensen die maar niet aan het werk komen. Verkrijgbaar bij de betere U-blad redacties.
- Categorie: Columns over tv 1993-1998
Don Quichotte guerrilla style
Kritisch buizend Nederland wil de oerdegelijke BBC nog wel eens een hoog NCRV-gehalte toeschrijven. Klopt wel een beetje: de ooit befaamde Engelse satire heeft haar venijn zo langzamerhand verloren om voor een allessmorende gezelligheid plaats te maken. Gelukkig zijn de anders zo chauvinistische Britten nu zo dapper om een Amerikaan in te huren voor het nodige vuurwerk. Het is documentairemaker Michael Moore, die iedere maandagavond met zijn satirische 'TV nation' een uur lang knuppels in het hoenderhok gooit. In het Amerikaanse hoenderhok, dat wel.
Michael Moore ziet er met zijn buikje, floddercolbert, lange haren, basebal cap en metalen brilletje uit als een overjarige psychologie-student. Allemaal schijn. Als een ware Don Quichotte rijgt hij het ergste schorriemorrie aan zijn microfoon: Ku KJux Klanleden, corrupte politici, wapenfanaten, homo-haters, reactionaire Republikeinen - geen psychopaat is hem te bar.
Moore's belangrijkste wapen is charme. Hij oogt en babbelt zo gezellig dat zijn prooien hem voor naïef verslijten en hem als lotgenoot opnemen. Zo krijgt hij de zwaarbewapende leiding van survivalists-leger (12.000 leden!) zo gek om een middagje suikerspin te happen op de kermis en lukt het hem een KKK-bijeenkomst te ondermijnen met een 'love' gospelkoor en een Mexicaans feestbandje.
Als hij gelezen heeft dat volgens een nieuwe wet Amerikaanse Congresleden niet meer rechten hebben dan niet-gekozen burgers, spoedt hij zich naar Washington om daar een plaatsje te bemachtigen in hun restaurants, hun privé-metro of hun relaxcentra. Pas als hij een heel peloton beveiligingsambtenaren een zenuwinstorting heeft bezorgd en heeft aangetoond dat Congresleden nog steeds more equal zijn dan gewone stervelingen, gaat hij naar zijn volgende prooi.
Nou moet gezegd worden dat de BBC Moore buiten proportioneel spekt. Dat blijkt bijvoorbeeld uit een aflevering waarin hij een grimmig ogende maar volstrekt onschuldige zwarte Amerikaan rehabiliteert. De man is al meer dan twintig keer door de politie gearresteerd omdat hij er Verdacht uitziet'. Moore zet een reclamecampagne rond hem op poten compleet met posters en televisie-commercials ('This man is not wanted') om de politie onder de neus te wrijven dat de man geen misdadiger is.
Zo'n geintje zou onze Endemol zich niet kunnen permitteren. RTL4 heeft het tevergeefs geprobeerd met een vervelende persteek die zo opdringerig was dat je vanzelf sympathie kreeg voor de corrupte wethouder/foute fabrikant in kwestie. Misschien moeten onze commerciële zuilen naar een hoger NCRV-gehalte streven om dan een scherpe satirist bij de BBC weg te lokken. De dreiging van allessmorende gezelligheid is in onze cultuur in ieder geval voortdurend aanwezig.
- Categorie: Columns over tv 1993-1998
Koude rillingen in een yellow cab
Iedereen die wel eens in een taxi door nachtelijk New York gereden is, weet hoe macaber fascinerend het straatleven daar dan is. Een mooie impressie van deze urban hell was te zien in een Amerikaanse documentaire in het kader van BBC's 'New York Stories'. De docu was gebaseerd op de formule van Maarten Spanjers programma 'Taxi', waarin passagiers hun verhaal vertellen in een taxicabine voor vijf verborgen camera's.
Verschil met Spanjer's programma was dat er echte taxichauffeurs gebruikt werden en uitsluitend nachtelijke ritten werden geregistreerd. Ook de 'vrachtjes' waren van een ander karakter: een motor-ruigo die zojuist een vent had kapotgeslagen omdat deze er met gecollecteerd begrafenisgeld vandoor was gegaan, een transseksueel die tot in details uitlegde hoe zijn penis tot vagina is omgebouwd, een crack-hoer die haar twijfels opbiechtte over een mogelijk huwelijk met haar voor driekwart verbrande vriend.
'There's animals out there,' zei Robert de Niro in 'Taxi Driver' over het straatleven, maar omdat de passagiers in alle rust hun verhaal konden vertellen waren ze eerder hartverscheurend dan bedreigend of afstotelijk.
Eén verhaal bezorgde me echter koude rillingen. Het werd verteld door een politie-agent die lid was van een reddingsteam. Hij had in zijn professie alle mogelijke gruwelijkheden gezien, maar waar hij nooit aan kon wennen waren treinongelukken met voetgangers. Niet de frontale aanrijdingen, maar ongelukken waarbij de voetganger van het perron geduwd is en in de ruimte tussen de trein en het perron terecht is gekomen.
"Het onderlichaam komt dan vast te zitten terwijl het bovenlichaam door de klap van de trein als een tol rondgedraaid wordt," legde hij uit terwijl hij zijn verhaal met een verdraaid plastic zakje illustreerde. "Het slachtoffer is dan meestal niet dood. Hij is vanaf zijn middel verlamd, maar bij bewustzijn. Hij zit dan te schreeuwen dat we de trein moeten weghalen, maar wat hij niet weet is dat zijn ingewanden kapot naar beneden zakken zodra zijn lichaam vrijkomt. Hij is dan binnen twee minuten dood, daar kan geen chirugisch team wat aan doen. Het is mijn taak dan om hem te vertellen dat hij gaat sterven. Voordat we de trein wegslepen halen we een priester en familie erbij. Soms zetten we het hele station af om hem in alle rust te laten sterven."
De politieman keek uit zijn ogen alsof hij de hemel had zien branden. "Ik neem mijn werk niet mee naar huis," beweerde hij terwijl hij het plastic zakje in zijn jaszak stopte. Hij was volledig opgebrand. De volgende keer als ik in een taxi door nachtelijk New York rijd en gefascineerd raak door haar macabere schoonheid, zal ik even aan die man denken - voor romantisering van The Big Apple is alleen in een taxi plaats.
- Categorie: Columns over tv 1993-1998
Renaissance-televisiepulpman walks the walk
Menig televisieshow wordt vanwege zijn hoge stompzinnigheidsgehalte afgedaan als huisafval. Terecht. Maar het gaat te ver om de makers dan ook maar meteen voor onprofessioneel te houden. De shows zijn het resultaat van uitgekiend marktonderzoek en sluiten naadloos aan bij de wensen van de grote massa. Maar meer nog dan de samenstellers dwingen de showmasters respect af met hun kunde om kabeldiarree in kijkcijfers om te toveren.
Het metier 'showmaster' is ongrijpbaar - niemand weet precies 'wat' iemand tot een goede showmaster maakt. Voor de hand liggende sleutelkenmerken als seks-appeal, intelligentie en vlotgebektheid vind je niet bij allen terug, sterker nog: de meest succesvolle masters zijn dommig en onaantrekkelijk.
Henny Huisman heeft voeling met de Gewone Man maar wordt gekreupeld door een boerenlichaam en een afstotelijke motoriek. Ron Brandsteder mag een charmante vleeshomp zijn maar komt niet uit zijn woorden door een te kleine hersenerwt, Peter-Jan Rens heeft een dynamische uitstraling maar behandelt zijn publiek als kleuters omdat hij zelf in die fase is blijven steken. De enige presentator die scherp genoeg is om ook een kritisch publiek te verleiden is Rolf Wouters.
Rolf is de Renaissance Televisie Pulp Man. Het is die zelfverzekerde glimlach, dat geile smoel. Als Rolf Wouters de showtrap af komt dansen straalt hij een onweerstaanbare egomanie uit. Hij heeft ballen. Toen hij 'Wedden Dat' presenteerde stapte hij, om te bewijzen dat hij niet onderdeed aan zijn gasten, zonder dralen een leeuwenkooi in. Ook deinsde hij niet terug voor een bungee-jump van een hoogwerker.
Zijn brutale zelfgenoegzaamheid komt het mooist tot uiting in de koppelshow 'Liefde op het eerste gezicht', waarin hij overmoedige jongens afstraft met "Heel leuk, de vraag is alleen of wij dat willen weten!" en flirtende dames net iets verder provoceert met: "Zooo je hebt hem gezoend... maar waar precies!?"
Wouters' enige zwakte lijkt ambitie. Zijn laatste show op Veronica, 'Uhhh...vergeet je tandenborstel niet!', is bijvoorbeeld ontspoord in een Broadwayshow met wilde MTV-camerabewegingen en een losgeslagen dansend en zingend publiek. Wouters rent als een Nederlandse Jay Leno de studio uit om willekeurige passanten de show in te sleuren. Kortom: een circus waar ons bedompte klompjesvolk nog lang niet aan toe is.
Wouters was ooit samen met Komrij te gast bij Sonja, naar aanleiding van een boek dat Komrij had geschreven over een televisiepresentator. Komrij was scherp maar gespannen, Wouters relaxed en ad rem. Hij dwong respect af. Misschien heeft Wouters een echte uitdaging nodig, bijvoorbeeld een Wedden Dat Special waarin hij met Peter van Ingen ruilt. Eens zien hoe hij zich redt met Zomergasten in plaats van post-pubers. Zeker is dat Van Ingen het niet redt als leeuwentemmer of bungeejumper. Of zelfs maar als showmaster.
- Categorie: Columns over tv 1993-1998
Patty zoekt sensatie bij saaie zwervers
RTL 5, Brard gaat Extreem: 'Zesdelige reality TV-serie waarin Patty Brard steeds deel uitmaakt van een extreme groepering of doelstelling.' Brard... Brard... Brard? Sommige Bekende Nederlanders moet je even opzoeken in de Larousse.
Oh ja, Brard is die miep van popgroepje Luv' die met Ron Brandsteder trouwde maar van hem scheidde toen bleek dat hij zich liever liet onderpoepen door hoeren, daarna de Bananasplitshow ging presenteren, vervolgens het grote geluk zocht in Amerika, toen al haar geld verbraste en pas een come-back maakte op de Nederlandse televisie met een serie over Europese steden waar ze alle bagage voor miste.
Affijn, Brard gaat nu extreem dus. De extremen in deze aflevering moeten komen van daklozen. Passend gestileerd in oud gemaakte jeans en viltstifttattoo sluipt ze op de soepwagen van het Leger des Heils af. Zwerver Willem, met baard van een maand waarin soep van een maand, zit daar nietsvermoedend duimen te draaien op een bankje als hij door haar belaagd wordt. Brard: "Haai. Hé, wil je een sigaretje? Hier schat, ik heb alles voor je."
Ze sleurt Willem mee naar het hoofdkwartier van het Leger voor een douche, maar hoe het hem verder vergaat krijgen we niet te zien. De focus ligt namelijk geheel en al bij Brard, want die zal drie dagen èn nachten bij het Leger blijven! Goed dat ze undercover is, want als de zwervers haar van Bananasplit herkennen verliest het programma natuurlijk zijn intensiteit.
Er is echter een ander probleem: daklozen blijken saai. Daklozen zuipen wat, blowen wat. Ouwehoeren wat. En ouwehoeren nog wat. Brard had er ongetwijfeld op gegokt dat ze er eentje rukkend in een telefooncel zou aantreffen of een gemene steekpartij zou meemaken. Maar de extremen van deze jongens gaan niet verder dan het pilsje en het blowtje. En het geouwehoer. Even leeft ze op als blijkt dat er sero-postitieven in het pand zijn. "Die gaan dood, dat is toch wel extreem!" moet ze hebben gedacht. Maar ook deze jongens willen alleen maar wat zuipen en blowen. En ouwehoeren.
In 'Brard gaat Extreem' gebeurt helemaal niets. Maar dat is nog niet half zo storend als Brard zelf. Wat een gênant wijf! Dat gabber-gedrag, dat street credibility gedoe. "Doorvechten, toch!" zegt ze tegen een sero-positieve jongen die net zijn maat aan AIDS verloren heeft. "We gaan vanavond wat leuks doen, en als je met me wilt praten, dan kan. dat ook zonder camera."
Brard wil ons doen geloven dat ze een gewone meid is gebleven, een volksmeid met hart voor de mensen. Toegegeven: ze is nog steeds oliedom, maar de enige denkbare 'Brard gaat Extreem' die geloofwaardig is zal over haar zelf moeten gaan. Over haar ondergepoepte man en haar verbraste miljoenen. Echt extreem.
- Categorie: Columns over tv 1993-1998
Telefoongetreiter ontspoort in misdaad
Iedereen kent hem wel, De Telefoonhijger. Een masturbant die 06-sekslijnen te saai vindt en burgers lastigvalt met rukgehijg en vieze praatjes. Vervelend, maar nog niet half zo erg als de echte Telefoonterrorist. Die belt zijn slachtoffers honderden malen per dag op om hen te zieken met obsceniteiten en dreigementen. In Engeland worden zo jaarlijks vijftien miljoen mensen in hun privacy aangetast. RTL 5 zond een BBC-documentaire uit over een klachtenbureau dat 500 klachten per week verwerkt en in samenwerking met PTT en politie de daders tracht te traceren.
Toegegeven: sommige bellers werken op de lachspieren. Zo was er een 'professionele' hijger die zich uitgaf voor politie-inspecteur en, onder het voorwendsel dat er een gluurder in de buurt gesignaleerd was, echtparen over hun seksleven uithoorde ("Hoe noemt u de penis van uw man?") en hen zich voor hun raam deed uitkleden. Honderden slachtoffers per dag trapten in zijn verhaal ("Hij dreigde ons te arresteren!").
Van een heel andere categorie was de psychopaat die bejaarden opbelde met de mededeling dat hij een familielid gegijzeld had en deze zou doodschieten als mevrouw zich niet voor het raam zou ontkleden. Hij bezorgde een dame twee hartaanvallen. En dan de pedofiel die vanuit zijn huis kinderen opbelde via een telefooncel bij school, om ze over zijn pik te vertellen en afspraakjes af te dwingen. "Het is ons geheimpje", fluisterde hij ze toe.
Soms ontspoort telefoongetreiter in een zware misdaad. Een vrouw werd door een vent eerst maandenlang kapot getreiterd met vieze telefoontjes, daarna door hem in de tuin aangerand, en vervolgens ontvoerd, verkracht en bijna vermoord. Ze hebben hem nooit kunnen pakken.
Slechts een fractie van de bellers wordt getraceerd, en die komen er meestal vanaf met een boete. Een marinier die vrouwen lastig viel kreeg 650 gulden boete en werd niet eens ontslagen. Een jaloerse echtgenote die de ex-vouw van haar man een zenuwinstorting bezorgde met ontelbare nonsens-telefoontjes kwam op borgtocht vrij. En ook de pedofiel kon, ondanks een bevestigende stem-analyse en een straflijst met verkrachting, na verhoor de straat weer op wegens gebrek aan bewijs.
Een geheim nummer is niet altijd een oplossing omdat de bellers meestal bekend zijn met het slachtoffer. Verder zijn telefonistes vaak doelwit omdat zij de telefoon wel moéten aannemen. Een telefoniste van een taxicentrale werd dag en nacht belaagd door een masochist die steeds vroeg of ze hem zou willen geselen als hij naakt de centrale binnen zou stappen. Zij: "U maakt me doodsbang!" Hij: "Een reden temeer om mij te geselen!". Maar binnenkort is het payback time. Dan komt er een telefoonsysteem waardoor je kunt zien welk nummer jou gebeld heeft. Kun je eindelijk eens terughijgen.
- Categorie: Columns over tv 1993-1998
Upper class zwervers weerspreken stereotype
New Yorkse toeristen verbazen zich er nogal eens over dat er zo weinig daklozen in Amsterdam te zien zijn - in the Big Apple zwermen immers duizenden wino's en bag ladies over de avenues. Toch is er ook in Amerika sprake van zoiets als een onzichtbare daklozenprobleem. 'Off Beat America' (RVU) besteedde aandacht aan enige Amerikaanse vrouwen die het zonder huis moeten stellen, maar bepaald niet aan het clichébeeld van zwervers beantwoorden.
Lou is 37. Ze komt uit de hogere milieus, was ooit getrouwd en had een goede baan. Ze werd ziek, verloor haar baan en haar man, en kwam zonder alimentatie op straat te staan. Maar Lou laat zich niet kisten. Ze kleedt zich goed, gaat dagelijks naar het badhuis en heeft een baan in een restaurant. Soms huurt ze een bestelbusje waar ze zich in terugtrekt om van de straatspanningen bij te komen. Laatst heeft iemand de bus opengebroken en haar pistool gejat. "Maar ik laat me niet bang maken," stelt ze fier als ze eenzaam in een parkje uitblaast. Ze hoopt ooit weer te trouwen.
Josephine heeft een upper middle class-achtergrond en bezit een eredoctoraat. Ze is de dupe van een onfortuinlijke investering en is nu al zeven jaar dakloos. Toch kleedt ze zich altijd stijlvol. Haar kinderen en collega's weten dan ook van niks. "Ik kan me niet identificeren met het beeld dat mensen van daklozen hebben," zegt ze. Josephine woont in haar auto, maar die is te klein om uitgestrekt in te slapen. "Als ik dit had zien aankomen, had ik een ander model uitgekozen," lacht ze.
Marie is wat ouder, halverwege de vijftig. Ze heeft haar baan verloren en is te oud om werk te vinden dat bij haar opleidingsniveau hoort. Ze maakt schoon bij mensen en woont ook in een auto, die ze bij een rustige begraafplaats heeft geparkeerd. Elke dag is ze bang dat 'ie gestolen wordt of weggesleept. Ze laat wat mantelpakjes zien die ze keurig opgevouwen in de kofferbak bewaart. "Voor sollicitaties. Het is moeilijk om er iedere dag verzorgd uit zien. Hygiëne kost veel tijd als je op straat leeft." Familie heeft Marie niet. Soms heeft ze behoefte aan een knuffel. Dan moet ze huilen.
De vrouwen zijn bepaald geen stereotype zwerfsters. Ze zien er verzorgd uit, komen zelfverzekerd over, drinken niet, gebruiken geen drugs, zijn niet gestoord. Ze hebben gewoon pech gehad. Pech dat het alimentatiebureau maar 27 procent van de wanbetalers weet op te sporen, pech dat ze te weinig verdienen om de borg voor een huurwoning te kunnen ophoesten. Pech dat Amerika geen plaats heeft voor mensen met pech. Er zijn drie miljoen dakloze Amerikanen. In het jaar 2000 worden dat er 6,5 miljoen. Waarvan meer dan de helft vrouwen.
- Categorie: Columns over tv 1993-1998
De grenzeloze ambitie van starlets in Tinseltown
Sinds Madonna met wat discopasjes, een hoop blow jobs en een welhaast psychopatisch manipulatievermogen honderd miljoen dollar en een plek in Tussaud wist te vergaren en daarbij vreemd genoeg het respect van feministen won, is het hek van de dam in Hollywood. Duizenden en duizenden plattelandsmeisjes trekken naar Los Angeles in de overtuiging dat 'wilskracht' en enige fysieke 'correcties' hen een handafdruk in het cement van de Walk of Fame zullen opleveren.
Ze gaan in deze queeste zo ver dat je van een obsessie kunt spreken: naast de verplichte orale routine bij de casting director vinden ze het tegenwoordig vanzelfsprekend om zich chirurgisch te laten bijschaven tot een siliconenbabe met hoogrussische jukbeenderen. Kortom: het is even huiveren bij de documentaireserie 'Hollywood Women' op RTL5.
Een vloek voor het feminisme? De voornaamste indruk die de Hollywood Women maken is dat ze het allemaal willen. Of het nu de domme blondjes zijn die over carrière wauwelen (softporno actrice: "There's absolutely nothing that's gonna stop me from being a second Michelle Pfeiffer"), of de gevestigde actrices die belerend op de moordende concurrentie wijzen ("It's so destructive - you have to learn to love 'NO'"), ze zijn allemaal zo verslaafd aan roem dat het gênant is.
Het is moeilijk te zeggen welke categorie de emancipatie het meest voor schut zet. Zo komt de nieuwe garde er bijna trots voor uit dat vlees hun enige troefkaart is; ze wijzen lacherig op hun siliconenvullingen en vertellen trots wat ze er voor over hebben om in Playboy hun benen te kunnen spreiden (Heffner opent deuren in Hollywood die voor eerzame vrouwen gesloten blijven).
De oudere bimbo's en uitgerangeerde actrices daarentegen zitten quasi feministisch over seksisme en onderdrukking te klagen. Zo meent actrice Margot Kidder dat "Hollywood is not filled with stupid bimbo's with no IQ, but with very smart, talented young women who just don't get a chance. And then go and do the Dynasties and the tit lifts. They become victims." Allemaal schapen en slachtoffers?
De programmamaker besteedt opvallend weinig aandacht aan de Hollywood Women die succes boeken met creatieve kwaliteit; scenarioschrijfsters als Nora Ephron, regisseuses als Susan Seidelman en editors als Thelma Schoenmaker. Wellicht omdat vakvrouwen toch ondervertegenwoordigd zijn in Hollywood of - en dat is waarschijnlijker - omdat ze simpelweg niet in het stereotype passen.
Gelukkig doen ook niet alle bimbo's dat. De leukste is Pamela 'Baywatch'. Anderson, wier kunstmatige borsten en lippen haar een blitzcarrière hebben opgeleverd, en die er geen enkel probleem mee heeft dat mensen een vooroordeel tegen haar geestelijke vermogens koesteren. "Now I can't disappoint anybody, can I," lacht ze veelbetekenend. Ze heeft dezelfde, relaxte zelfspot die Marilyn groot maakte en Madonna nooit zal begrijpen.
- Categorie: Columns over tv 1993-1998
Reportageserie over popiconen mijdt diepgang
Soms begrijp ik het inkoopbeleid van de VPRO-televisie niet. Neem nou Mojo working, die documentaire-serie over legendarische popsterren. De VPRO-gids maakte ons lekker met namen als BB King, Jerry Lee Lewis, John Lennon en Janis Joplin, maar wat viel dat tegen!
Zo blijkt het beeldmateriaal per aflevering beperkt tot één concertregistratie die bovendien op video verkrijgbaar is en die alle fans dus kunnen dromen. Nog storender zijn de 'gasten' die commentaar leveren op de legendes: geen bandleden, ex-partners, familieleden of producers die met de muzikant(e) hebben samengeleefd of samengewerkt, maar marginale figuren uit de popwereld die niets te maken nebben met de legendes en uitspraken doen als: "I think Hendrix was the best guitarplayer ever", of: "Chuck Berry was the Shakespeare of rock 'n' roll." Onlangs waren The Doors aan de beurt. Als rechtgeaard fan ging ik door de grond van ergernis.
Sixties band The Doors, en dan met name voorman/zanger/componist Jim Morrison, heeft alle recht op de status van pop legende. The Doors wisten met hun combinatie van haast hallu-cinatoire sound, mythologische teksten en pervers-seksueel podiumgedrag als eersten (en tot nu toe als enigen) een theatrale dimensie aan rockmuziek te geven die zo overtuigend was dat hun optredens zich tot een nieuwe, even intellectuele als primaire kunstvorm ontwikkelden.
The Doors waren ongegeneerd pretentieus en wisten die pretenties soms waar te maken. Er zijn over Morrison ten minste twintig boeken geschreven, er is een speelfilm aan zijn carrière gewijd en er zijn zo'n tien video's op de markt.
En wat doet Mojo? Mojo zendt fragmenten uit van een concert dat al driemaal op de televisie is geweest en overal op video te koop is. Mojo nodigt 'deskundigen' uit die te jong zijn om zich Morrison überhaupt te kunnen herinneren en hun ignorantie achter cliché's verbergen. Luister naar een zekere Toni Halliday (Curve): "He could really manipulate the audience". Naar een zekere Chris Needs (schrijver): "He was crazy sometimes". Naar een zekere Rudi Protrudi (Fuzztones): "The Doors could create a mood that could take you somewhere else."
Alsjeblieft zeg. Waarom laten de makers niet gewoon fans aan het woord. In Duitsland bijvoorbeeld zit een leraar muziek annex Doors-Fanclubvoorzitter met een waanzinnig gedetailleerd Doors-archief. Prettig gestoord. Maar zelfs een doodordinaire Doors-fan uit Zundert heeft nog meer te vertellen dan deze wauwelaars, die waarschijnlijk uitgekozen werden omdat ze toevallig beschikbaar waren (de docu is Engels, en bijna alle gasten zijn toevallig ook Engels).
Nee, zelfs Bram van Splunteren, die met zijn bejaarde jongerengeneuzel toch heel wat dieptepunten in de popjournalistiek heeft aangeboord, had er iets interessanters van gemaakt. Hij had de cliché's in ieder geval zelf allemaal ingeluid.
- Categorie: Columns over tv 1993-1998
Britse Uebercampserie over geheim agenten
Het begrip 'camp' is de laatste jaren door een overdosis aan populariteit volledig vertroebeld. Met name parodieën worden nogal eens voor camp versleten, terwijl camp eigenlijk het resultaat is van een oncontroleerbaar proces.
Het fenomeen is geboren op campussen in Amerika waar pubers uit verveling naar gedateerde en daardoor melig geworden series zaten te kijken. Bonanza en Lassie bijvoorbeeld, waren twintig jaar na lancering lachwekkend geworden omdat de steeds rauwer wordende tijdgeest hun truttigheid en hypocrisie ontmaskerd had. Camp is het resultaat van een rijpingsproces. Campfilms en -series zijn gemaakt door serieuze cineasten die indertijd probeerden pretentieuze of commerciële snaren te raken.
Bewuste campfilms zoals die van regisseur John Waters ('Cry Baby') ontlenen hun bestaansrecht dan ook hoogstens aan een nichterige incrowd-meligheid. Daarnaast bestaan er oude televisieseries die hun genre zo geslaagd wisten te parodiëren dat ze de tand des tijds doorstaan hebben en nu voor camp aangezien worden. Neem de sixties-serie De Wrekers, op herhaling bij Veronica.
John Steed en Emma Peel. Ze werken voor de Britse geheime dienst maar hun carte is zó blanche dat ze meer op freelance agenten lijken. Specialisme van Steed en Peel is stijl. John Steed is vergroeid met zijn driedelig grijs, en maakt de vijand pas af nadat hij deze hoffelijk begroet heeft - de gentle-mankiller die Roger Moore altijd heeft willen zijn. Emma Peel is een zwarte band karateka wier spottende Sharon Stone-glimlach en wise cracks geilheid overstijgen en de vijand doen stotteren voordat ze het loodje leggen.
Vol flair werpt het duo zich op volstrekt absurde mysteries en complotten: duivemelkers die hun vogels voor fotospionage gebruiken, megalomane paraplufabrikanten die snobs opleiden voor een derde supermacht. Moord is luchtig, bloed ontbreekt: stripverhalen voor kinderzieltjes. Op een geheel ander niveau echter, wordt de volwassenen kijker verwend met knallende dialogen, vette cultuurknipogen (Engelse schurken hebben namen als Tarquin Ponsoby-Frythe), en een merkwaardige sensuele spanning tussen Steed en Peel (ze deden 'het' natuurlijk nooit, maar je kunt op je klompen aanvoelen dat hun seks lekker pervers geweest zou zijn). Niks geen kinderpret.
De Wrekers waren en zijn uniek. Ze parodieerden een uitgehold spionagegenre in een tijd dat televisie nog serieus werd genomen, en creëerden een stijl die nog steeds niet melig overkomt. Toch zou een serie als De Wrekers anno 1995 niet meer gemaakt kunnen worden, omdat de kijker nu serieuze series als 'The Bold & The Beautiful' al meteen als camp ervaart. De tijden zijn te spottend geworden voor parodie. Maar je zult zien: over een jaar of twintig zijn we afgekickt op camp, wordt 'The Bold' serieus genomen, en zijn De Wrekers nog steeds leuk.
- Categorie: Columns over tv 1993-1998
BBC-reportage over experimentele hersenoperaties
'Three films about the power of the past' is de ondertitel van de docutrilogie The Living Dead van de BBC. Eén daarvan, over pogingen van het militair-wetenschappelijk complex om het menselijk geheugen te manipuleren, was ronduit huiveringwekkend.
Eind jaren vijftig experimenteerde een Amerikaans chirurg met epileptische patiënten, wier schedeldak hij onder plaatselijke(!) verdoving lichtte om er achter te komen hoe je geheugen kon wissen. Even prikken, wat vragen stellen, weer prikken en opeens bleken bepaalde herinneringen verdwenen.
Deze onthutsende onderzoeksresultaten waren koren op de molen van Cameron, een idealistische Canadese psychiater die verbonden was geweest aan de processen tegen de kopstukken van het Derde Rijk. Hij wilde een methode ontwikkelen om slechte herinneringen door prettige ervaringen te vervangen waardoor misdadigers en geesteszieken betere, rationelere mensen zouden worden.
Cameron begon zijn hersenspoel-experimenten op psychiatrische patiënten, wier trauma's hij met elektro-schocks en LSD inderdaad kon laten verdwijnen. Probleem was dat zijn methode tekort schoot wat betreft het bijvullen.
Zo was Linda, indertijd als schizofreen gediagnostiseerd, na Camerons behandeling niet alleen verlost van haar geestesziekte maar tevens van haar complete geheugen. Ze moest opnieuw met haar man leren vrijen, ze moest opnieuw kennis maken met de kleine mensen die haar kinderen bleken te zijn, ze moest opnieuw leren huilen op begrafenissen, ze moest opnieuw leren lachen om grappen. Ze voelde zich als een marsvrouwtje. "I didn't know how I was supposed to feel or behave. A very frightening time."
Mocht Cameron's gepruts nog goed bedoeld zijn, toen de CIA lucht kreeg van deze methode rook ze onmiddellijk een ideale manier om geheim agenten te programmeren. Deze menselijke robotten zouden immers niet gehinderd worden door scrupules en geen informatie vrijgeven bij marteling. Onder druk gezet door JFK, en onder het mom van wetenschappelijk onderzoek begon de Agency 'vrijwilligers' tot moordenaars om te spoelen, die Fidel Castro uit de weg moesten ruimen. Parallelle experimenten met een kat (!) waren echter weinig hoopgevend; toen het 23 dollar miljoen kostende beestje de straat op ging, werd het onmiddellijk door een taxi geplet.
Het zou de CIA niet beletten om nog vele menselijke proefkonijnen kapot te wassen, om uiteindelijk tot de conclusie te komen dat kunstmatige intellgentie betrouwbaarder is dan het menselijke brein. En Cameron? Cameron wijdde de rest van zijn carrière aan platwormen.
Het meest schokkende aan de docu was het slotcommentaar van Linda. Na haar behandeling zou je toch denken dat ze zich als slachtoffer van de wetenschap beschouwt. Maar nee. "I was not a victim," verzekert ze de makers. "I was free. I was freed from the garbage that people carry around all of the time. Memory is a dangerous thing." Misschien kun je herinneringen alleen maar missen als je ze kunt herinneren.
- Categorie: Columns over tv 1993-1998
Rimboe wordt platgereden door solidaire macho's
Kunt u zich de vorige Camel-man herinneren? Die stoere blonde krullekop met die zware snor, die onverschrokken door oerwouden heenklauterde? Dat was niet zomaar een avonturier, dat was een oerfilosoof. Een existentialistische loner die de zin van het leven in een plas malaria kon vinden. Een persoonlijkheid.
Camel maakte met deze snorremans-campagne zo'n indruk dat iedereen - roker en niet-roker - opeens de jungle in wilde om zichzelf in 99 procent luchtvochtigheid te ontdekken. En zo ontstond een fenomeen dat eigenlijk haaks staat op de hele Camel-man filosofie: The Camel Trophy rally. Veronica was erbij.
The Camel Trophy is een rally waarbij deelnemers uit alle landen in Landrovers een bepaald traject moeten afleggen door een onherbergzaam gebied. Dit jaar gebeurde dat voor de vijftiende keer, en wel in Belize (Zuid-Amerika). "Een gebied van enorme geologische en historische betekenis," aldus presentatrice/self-made antropologe Leontine Ruiters in een veel te strak tanktopje.
Maar waar het bij deze reportage om draaide, was de voorselectie. Want niet iedereen is uit het juiste hout gesneden voor deze uitputtingsslag. De reclameposters waarschuwen al: 'Hoeveel kan een mens verdragen!?', 'De mooiste overwinning is die op jezelf!'.
Het selectiekamp is dan ook te vergelijken met een vuurproef voor commando's: er moet door modder gekropen worden, boomstammen worden versleept en vlotten worden gebouwd. En de deelnemers moeten behalve vindingrijk en bruisend ook nog sociaal zijn. Sterker nog: teamgeest is belangrijker dan scoren. Dus veel schouderklopjes, high fives en okay's.
Heel klef allemaal, en de Nederlandse uitverkorenen bleken dan ook twee dubbelgespierde roei-ariërs met padvinderssyndroom en een moeizaam onderdrukte homoseksuele libido. (Vrouwen worden tegenwoorig mondjesmaat toegelaten, maar aan deze ommezwaai ligt duidelijk een hypocriete politiek correcte overweging ten grondslag.) Kortom: would be soldaten.
Het mag duidelijk zijn dat deze jongens niet over de filosofische inslag of individualiteit beschikken die van een echte Camel-man verwacht mag worden. Deze jongens zul je niet urenlang bij een verrotte boomstam Schopenhauer zien lezen. Welnee, die rijden straks met hun Landrovers regenwouden plat en slaan hun haringen diep in bouwvallige Maya-tempels. Die willen zichzelf helemaal niet ontdekken, die willen dorpen platbranden. Oorlog voeren. Elke keer als ik ze in de bios weer voorbij zie denderen denk ik hardop: 'Hoeveel kan een mens verdragen!?'
Het is te hopen dat er, voordat deze cursus kunstmatige maso-solidariteit uit de hand loopt, een Alternatieve Camel Trophy georganiseerd wordt. Bijvoorbeeld een wandelroute langs bibliotheken en musea, zodat hun hondsdolheid eens getemperd wordt met Grote Kunst. En Camel zou eindelijk eens als basis-eis moeten stellen dat iedere deelnemer met roken begint. Immers: 'De mooiste overwinning is die op jezelf!'.
- Categorie: Columns over tv 1993-1998
De Britse censuur zelf onder de loep
In het kader van 'Forbidden Weekend' zond de BBC vorige week programma's uit over de Britse censuur. Aan het woord kwamen de scherprechters zelf (die overigens aanmerkelijk minder puriteins bleken dan verwacht), kinderen die last hadden van de griezelfilms die ze op video hadden gezien, en regisseurs wier kunstwerken ten prooi waren gevallen aan de botte bijl van de censuur.
Ook de Britse seksfilm kwam aan bod in het overzicht 'Doing rude things'. Haar geschiedenis is een zwarte bladzijde in de emancipatie van de Brit: ze werd zozeer afgeknepen dat ze godbetert in comedy muteerde.
De eerste Britse blootfilms stammen uit de jaren vijftig. Het waren truttige nudistenfilms, vol wandelende bloteriken die op een zo onerotisch mogelijke manier in beeld werden gebracht - propagandamateriaal voor vrije & blije nudistenkolonies. Natuurlijk corrumpeerde het genre al snel, en werden de dames geïnstrueerd om balspelen te doen waarbij de borstpartij goed in beweging kwam.
Echt opwindend waren de nudistenfilms niet en het genre stierf uit toen in de jaren zestig de echte softseks opkwam. Niet dat je daar veel in zag — softpornoster Pamela Green moest zelfs een speciale manier van lopen ontwikkelen om te voorkomen dat haar vagina in beeld kwam — maar 'The Window Dresser', waarin Pamela geheel nakend verscheen, was toch wel zo shocking dat de autoriteiten de rolprent in '64 voor de rechter sleepten. Deze liet de film aan een jury zien, die hem daarna nog tweemaal opnieuw wilde bekijken. "Case dismissed!" was het oordeel van de rechter. "And I'll buy a copy for my son."
Halverwege het decennium brak de softporno echt door. Het waren stuk voor stuk melige comedies omdat, in tegenstelling tot de rest van Europa, de censuur in Groot-Brittannië alle geile scènes aan flarden sneed waardoor alleen de kolder overbleef. "Which," aldus de commentator, "was more a reflection of our sexlife than of our sense of humour."
De ongecensureerde versies werden aan het vasteland verkocht, waar men er vrijzinniger opvattingen op nahield. Deze achterstand in seksuele expressie zou lange tijd aanhouden: toen de softporno in Europa volledig had afgedaan omdat hardcore veel succesvoller bleek, zat men in Engeland nog steeds naar Pamela Green te gluren.
Leuk hoor, lachen om die preuts wippende sixties-hippies. Maar eigenlijk is de arrogantie niet gepast, want seksfilms zijn in Engeland nog steeds taboe. Dat blijkt alleen al uit de presentatie van 'Doing rude things': uitgesproken ironisch, dus eigenlijk nog vol collectief ongemak met het onderwerp. Verder mogen op de Britse televisie nog steeds geen pikken in beeld worden gebracht en worden woorden als 'penis' door piepjes vervangen. Maar misschien moeten de Britten trots zijn op hun censuur; ze hebben er hun gevoel voor humor enorm door kunnen ontwikkelen<