Filmfestival is eigenlijk televisiefestival

In de marge van het vijftiende Nederlands Filmfestival worden televisieproducties getoond die de kijker eigenlijk meer kunnen bekoren dan de hoofdgerechten. En ze worden beter naarmate er minder in geacteerd wordt.

Jos Stelling schilderde de poster van de vijftiende editie van het Nederlands Film Festival: een in lompen gehulde man die 'iets' voortsleept door een deprimerend polderlandschap. Dat 'iets' zit aan kabels vast en valt buiten kader. Het zou Stellings eigen Vliegende Hollander kunnen zijn, maar ik vermoed dat de stumper een veel grotere last achter zich aanzeult: honderd jaar Nederlandse Film.

Het medium bestaat immers ook in Nederland een eeuw, en al is dat hier eerder aanleiding voor tien minuten stilte dan voor nostalgie, het Nederlands Film Festival vond het gepast om bekende cineasten terug te laten blikken op hun favoriete Nederlandse film: 'Honderd jaar film in zes avonden' heten die talkshows onbedoeld ironisch.

Verder dit jaar onder andere een CD-i festival (anders koopt nooit iemand zo'n apparaat), een special rond regisseuse Nouchka van Brakel, een rondleiding langs lang geleden gesloopte bioscopen(!), vertoning van de laatste Nederlandse speelfilms die dit jaar geen hond naar de bioscoop trokken, en natuurlijk Foreign Affairs, het buitenlandse filmlokkertje dat mee mag doen omdat sommige crewleden Nederlandse voorouders hebben.

Wie na vijftien jaar het vertrouwen in het filmaanbod van het festival enigszins verloren heeft, kan zich het best beperken tot de televisieproducties. De kwaliteit hiervan is doorgaans redelijk tot goed (denk aan Theu Boermans' indrukwekkende WOII-serie 'De Partizanen') en de keuze is veel breder. Sterker nog: het Nederlands Film Festival is zolangzamerhand het Nederlands Televisie Festival geworden, niet alleen omdat zo'n beetje iedere televisieserie of docu vertoond wordt, maar ook omdat televisie een belangrijke geldschieter van bioscoopfilms is geworden. Een willekeurige greep.

De VPRO is vertegenwoordigd met 'KPL 70.11.12.078', een documentaire van Jacqueline van Vugt en Gregor Meerman over Arjen, een Nederlandse VN-militair die naar Bosnië gezonden is. Wie heimelijk hoopt op hartverscheurende beelden van Arjen naast een sluipschutter-slachtoffertje komt bedrogen uit: de makers beperkten zich tot impressies van Arjen thuis met zijn familie en Arjens familie na zijn vertrek.

Dat zijn nogal lauwe momenten: Arjens kettingrokende vriendin die teletekst volgt, Arjens overbezorgde moeder die een jeugdportret van haar schat laat zien ("Hij komt gewoon terug, niet? Ja toch!"), Arjens ijzervretende vader die trots een VN-kalender met 'onze jongens' showt. Arjens avonturen in Srebrenica kunnen we alleen via brieven volgen die door zijn familie voorgelezen worden, en veel schokkender dan "een heel leuke tijd" wordt Arjen's proza niet.

De KRO zal eind dit jaar beginnen met 'Tijd van Leven', een tiendelig familie-epos over een fictief Achterhoeks dorp in de periode 1945-'85. Twee families, boerengezin Kok en aannemersgezin Evers worden met elkaar geconfronteerd door een huwelijk van dochter Kok met zoon Evers. Wie vreest voor de beruchte, oer-Hollandsche spruitjessfeer zal aangenaam worden verrast door de toon die regisseur André van Duren en scenarist Albert ter Heerdt aanslaan. Rare grapjes, vreemde problemen, stevige dialogen, en verdomd goed acteerwerk.

Dat laatste wordt nog eens gestimuleerd door een taalbarrière: dialect heeft het Algemeen Bekakt Toneelschool Nederlands verdrongen waardoor de acteurs niet zo lijken te acteren. Geschikt voor een ieder die zich niet laat kisten door het Bartje-bidt-nie-voor-brune-bonen-syndroom.

'Reis zonder Einde', gemaakt door Ruud Keers en betaald door de NCRV, is een docudrama over drie generaties oorlogssyndroom. Charlotte Cohen werd in 1944 samen met haar moeder en grootouders naar Westerbork getransporteerd. Opa en oma zouden de oorlog niet overleven, maar Charlotte en haar moeder wel. Verscheurd door herinneringen verhuisde ze naar Amerika, trouwde, kreeg een kind, en scheidde weer. Haar dochter Daniëlle is inmiddels 23 maar heeft ook zwaar neurotische klachten omdat ze zich identificeert met haar moeders ervaringen en zich intens aan haar gehecht heeft. Om hun trauma's beter te verwerken besluiten Charlotte en Daniëlle het voormalige kamp Westerbork te bezoeken.

Keers gebruikte geen acteurs, maar ensceneerde sommige gebeurtenissen om het camerawerk te vergemakkelijken. Dit heeft laatste heeft een onnatuurlijk effect dat nog eens wordt verergerd door Keers' ongepaste, artistiekerige experimenten: hij laat gezichten in donkere treinruiten opdoemen en creëert zelfs een droomscène. Blijkbaar is de maker bang dat de gruwelijke getuigenissen onvoldoende boeien zonder zijn ijdeltuiterij. Maak dan gewoon een speelfilm.

Ook betaald door de NCRV is 'Procedure 769; the witnesses to the execution of Robert Alton Harris'. De documentaire van Jaap van Hoewijk pretendeert objectiviteit maar vervalt in pamflettisme. Op 5 juli 1978 schiet bankovervaller Robert Harris twee zestienjarige jongens in koelen bloede dood en eet hun hamburgers op.

Hij wordt ter dood veroordeeld en komt veertien jaar later in de gaskamer terecht waar niet minder dan 49(!) getuigen op zijn executie wachten. 'Procedure 769' laat een aantal van hen aan het woord, zoals de familieleden van Harris en van diens slachtoffers, de gevangenisdirecteur, een journalist, een psycholoog.

Er wordt terecht veel nadruk gelegd op de onmenselijke aard van een executie, maar weinig op de misdaad die Harris beging. De zus van een van de jongens spreekt met zoveel wrok en wellust over de executie dat ze weerzinwekkend wordt, terwijl Harris door de verhalen van zijn familie en vrienden tot slachtoffer gepromoveerd wordt. Hoezeer de familieleden van Harris' slachtoffers geleden hebben komt niet uit de verf, en bovendien maakt '769' ons tot dezelfde perverse pottekijkers die ze in haar docu veroordeelt.

Als afsluiter een leuk filmpje dat met de honderdste verjaardag te maken heeft: 'Cinema Perdu'. Peter Delpeut heeft filmpjes uit 1895 en 1896 tv-klaar gemaakt voor een 40-delige televisie-reeks van steeds twaalf minuten. Ze zijn van uitstekende kwaliteit en bovendien op normale snelheid. Dus even gluren naar de Prinsengracht vol zeilschepen en Scheveningen vol opgedirkte hoedendragers. Allemaal druk levende mensen die geen van allen probeerden te acteren. Wat was de Nederlandse cinema toen nog groots.