Stoere versie van flierefluiter ontbeert charisma

Televisiekomiek Robin Williams is 't gelukt, collega Ted Danson doet het niet onaardig en collega Jim Carrey is helemaal aan het scoren, dus waarom zou Will Smith, de razendpopulaire 'Fresh Prince of Bel Air', geen succesvolle filmcarrière kunnen maken?

Punt is dat Smith, nu hij zijn slungelige flierefluitersverschijning ontgroeid is, krampachtig probeert een machismo-imago te ontwikkelen. Daarom kiest hij voor projecten als 'Bad Boys', een eendimensionele politiefilm waarin hij een coole rechercheur speelt die met Porsche, penthouse en eigentijds ringbaardje een reputatie als womaniser hoog houdt. De vraag is echter of iemand op deze stoere versie van Smith zit te wachten.

Schurk Fouchet (Tcheky Karyo) en zijn bende stelen voor honderd miljoen dollar aan geconfisqueerde heroïne uit de kluis van een politiebureau in Miami. Eén van de bendeleden wil na dit succes een lekker feestje bouwen, maar wordt door Fouchet vermoord als hij samen met twee dames de heroïne aansnijdt. Eén van de dames wordt eveneens doodgeschoten, de andere (Téa Leoni) is getuige en weet te vluchten.

Ze zoekt bescherming bij de politie, maar vertrouwt alleen rechercheur annex playboy Mike (Will Smith) omdat deze een vriend is geweest van haar vermoorde vriendin. Mike is echter niet bereikbaar, dus Mike's collega Marcus (Martin Lawrence) besluit zich voor Mike uit te geven om de getuige niet te verliezen.

Dit levert nogal wat problemen op voor huisvader Marcus, wanneer hij de dame in Mike's penthouse moet onderbrengen en zo normaal mogelijk tegen zijn vrouw moet blijven doen. Schurk Fouchet ondertussen weet de getuige te kidnappen; tijd voor Mike en Marcus om in actie komen.

Vroeger duurden routineuze geldmakertjes als ‘Bad Boys’ (geregisseerd door commercial- en clipmaker Michael Bay) hoogstens anderhalf uur, nu moeten we meer dan twee uur aan cliché's uitzitten. Het script, dat naar een willekeurige televisieserie-aflevering uit de jaren tachtig riekt, teert op 'Lethal Weapon' ingrediënten: het buddygevoel (twee collega's met tegenovergestelde karakters maar veel loyaliteit), een overmaat aan stunt- en pyrotechniek en helikoptercamerawerk, en een weerzinwekkend kluchterige humor.

Dat laatste aspect neemt vooral side-kick Lawrence (net als Smith een populaire televisiekomiek in de VS) als neurotische huisvader voor zijn rekening. Maar Lawrence is niet leuk. Ook de doldwaze situaties die het gevolg zijn van de persoonsverwisseling zijn niet leuk.

En Smith? Smith wil niet leuk zijn, maar sexy en stoer: hij rent voortdurend in strakke sweaters door 't beeld, schiet bandieten voor hun donder en kijkt grimmig de lens in. Pijnlijk genoeg blaast zijn Franse tegenspeler/schurk Tcheky Karyo met één psychopatische blik heel Smith's 'charisma' uit beeld - die kan beter maar beter weer gaan flierefluiten.