Die pet past niemand echt goed

Een beetje politiefilm speelt zich af in New York. De 24-uurs hectiek, de geur van Europese immigratie en de zinderende getto’s met hun subculturen maken de stad instant dramatisch. Ze vormen een perfect decor voor het menselijk tekort en belangrijker: ze geven het genre een hyperrealistisch en daardoor integer elan.

Regisseur Antoine Fuqua is geen specialist in het politiegenre. Maar wel uit op een hyperrealistisch en daardoor integer elan. Hij brak door met policier Training Day, dat zich in ‘La La Land’ Los Angeles afspeelt. Hierin confronteert hij ons met de vanzelfsprekendheid van corruptie bij de LAPD. Een open deur, deze eye opener, maar de film kan bogen op een gruwelijk spannende scène waarin politieman Ethan Hawke in zijn eentje zonder auto tussen de crackkillers terecht komt.

Fuqua’s laatste film is weer een politiefilm, Brooklyn’s Finest. Die móest zich uiteraard in New York afspelen. Geen plaats voor filmsterren in zo’n wijk, dus huurde hij Ethan ‘I am not a movie star’ Hawke opnieuw in en de altijd likable Don Cheadle. Interessanter is de casting van Richard Gere, die al zo lang een has been-met-Dalai-Lamacomplex is dat hij zichzelf opnieuw kan uitvinden. Maar waar Fuqua’s werkelijk zijn nek mee uitstak is de keuze voor een scenario van een debutant, een Brooklynner in hart en nieren. Rest de vraag of integriteit een voldoende voorwaarde is voor een onderhoudende film.

Brooklyn’s Finest richt zich op drie zeer verschillende cops. Narcorechercheur Sal (Ethan Hawke) steelt geld van drughandelaars die hij vervolgens om zeep brengt. Niet uit hebzucht, maar omdat zijn zwangere vrouw crepeert aan de schimmel in hun huisje. Undercover agent Tango (Don Cheadle) worstelt met een heel ander ethisch probleem: hij moet een val opzetten voor zijn ‘gangstermaat’, die hem ooit het leven heeft gered terwijl zijn superieuren alleen maar bezig zijn met eigenbelang. Geüniformeerde cop Eddie (Richard Gere) is zélf een probleem. Opgebrand na te veel dienstjaren zit hij zijn laatste week uit als een tijdbom van teleurstelling en woede. En hij moet nog groentjes inwerken ook.

In interviews met filmacteurs krijg je vaak de indruk dat ze een tweedehands Trabant als een hybride Lexus proberen te verkopen. Maar in de press kit van Brooklyn’s Finest valt op met hoeveel passie Hawke, Cheadle en Gere over deze productie vertellen. Hun acteerwerk is dan ook even intens als overtuigend. Met name Richard Gere, die weer eens bewijst dat hij met onsympathieke personages (Internal Affairs) veel beter uit de voeten kan dan met romantische.

Ook het scenario, geschreven door nieuwkomer Michael C. Martin, een 30-jarige subway worker uit Brooklyn, komt uit het hart. Als basis dienden verhalen van een roommate die op de politieacademie zat. “Police officers trying to do the right thing, but being told they are better off doing the wrong thing.” Tot op 10 dagen voor de opnames was Martin nog bezig op de metrorails omdat hij niet kon geloven dat zijn script werkelijk verfilmd werd.

Helaas is de zwakste schakel van Brooklyn’s Finest juist dat scenario. Er komt werkelijk geen originele minuut of origineel personage in voor. De corrupte cop die in zijn queeste naar verantwoordelijkheid zichzelf te gronde richt. De undercover agent die twijfelt of zijn gangsterbuddy zijn loyaliteit meer verdient dan zijn carrièregeile politiebazen. De alcoholische politieman die het corps bijna evenzeer haat als zichzelf, maar uiteindelijk meer blue door zijn aderen heeft stromen dan het hele bureau. We hebben het allemaal al een miljoen keer eerder gezien.

Michael C. Martin blijkbaar niet. En eigenlijk was het ook niet zijn bedoeling om het verhaal te laten verfilmen. “I wrote the story from the perspective of, ‘I'm from Brooklyn; I'm writing about people I know and things I know’”. Waarom dan toch verkocht? Simpel, het was zijn “way out of Brooklyn”. Misschien is corruptie van alle menselijke tekortkomingen wel de meest begrijpelijke.

Brooklyn's Finest
Het is nooit te laat om op te branden