Rotterdamse hiphop met Amsterdams accent

Omdat Amerikaanse filmmakers geen subsidie krijgen, moeten ze films maken die geld opbrengen. Zeker aan het begin van hun carrière draaien ze vaak horrorfilms of andersoortige genrefilms die het goed doen in de videotheek. Mochten ze kunstzinnige ambities koesteren dan moeten ze die maar door het sjabloon heen laten schemeren. Opvallend is dat juist de restricties van zo’n genre-mal voor een gezond kader zorgen om het metier onder knie te krijgen.

Omdat Nederlandse filmmakers wel subsidies krijgen, kunnen ze films maken waar niemand op zit te wachten. Zeker aan het begin van hun carrière vergrijpen ze zich aan projecten die topzwaar zijn van de kunstzinnige ambities en voor geen meter verkopen. Onze filmmakers worden dan ook veel minder met hun tekortkomingen geconfronteerd dan hun Amerikaanse collega’s.

Toch wordt er hier ook wel eens een genrefilm gedraaid. Soms zelfs een goede. Misdaadfilm ‘Van God Los’ (2003) was sluw gesitueerd in de provincie waardoor de personages in dialect konden praten in plaats van Tuttig Nederlands. De film overtuigde zowaar, mede door het spel van soapacteur Tygo Gernandt. Deze Gernandt neemt nu opnieuw de hoofdrol in een genrefilm voor zijn rekening: ‘Carmen van het Noorden’, te zien op het Nederlands Film Festival. Hij had zo veel vertrouwen in deze policier dat hij hem medeproduceerde.

Rotterdam. Uit de haven wordt het lijk van een jonge hoer gevist. Ze is vermoord. Haar dood wordt de eerste zaak van Joz (Tygo Gernandt), een straatagent die net tot rechercheur is gepromoveerd. Hij maakt de stomste fout die je bij een groentje kunt verwachten: verliefd worden op een verdachte. Het is de sexy Carmen (Sanguita Akkrum), vriendin van de overledene en ambitieus zangeres in de Rotterdamse hip hop scene. Als Joz zijn vriendin voor haar heeft verlaten, blijkt dit vrijgevochten type meer dan Joz aankan. Voor hij het weet zit de politieman tot aan zijn nek toe in de problemen.

De grimmige openingsshots van deze ‘Carmen’ beloven veel goeds: tele-beelden van onherbergzame stukken haven, loodsen volgekliederd met graffiti, enorme pilaren van viaducten, non-stop regen. De schaduwzijde van de wereldhaven, gereflecteerd in de ruiten van een viesgeregende auto, onderstreept met stemmige jazz-hop. Even, heel even, waan je je in een Nederlandse ‘Taxi Driver’.

Maar o wee. Zodra er gesproken, geacteerd of gerapt wordt, blijken de makers niet in staat om de cliché's van het genre enigszins overtuigend te verbeelden. Dramatisch bedoelde scènes zijn lachwekkend, de hiphop subcultuur heeft de street credibility van Bassie & Adriaan, de seks is - volgens Nederlands gebruik - te veel en te vaak en te plastisch, de plot is geen moment geloofwaardig. En – ook weer volgens goed Nederlands gebruik – de dialogen zijn tenenkrommend, soms zelfs met Amsterdams accent uitgesproken. Een greep:

“Ze is behoorlijk toegetakeld. Met veel agressie.”
“Ik ga wel kijken in de rosse buurt.”
“Buiten loopt een moordenaar rond, je moet er bovenop zitten!”
“Forceer een opening!”
“Niemand zegt hier hoer tegen mij!”
“Wat weet jij van liefde!? Wat weet jij van liefde!?”

Geen wonder dat Gernandt, voornamelijk in blote bast gefilmd, door de film heenstrompelt alsof hij net zijn bonuskaart verloren heeft. Het is te hopen dat regisseur Jelle Nesna, die deze ‘Carmen’ gebaseerd heeft op het boek ‘Carmen’ van Prosper Mérimée, de opera ‘Carmen’ van Bizet en de Nederlandse film ‘Een Carmen van het Noorden’ uit 1919, volgende keer een onverkoopbare kunstfilm over de Rotterdamse haven maakt.

Carmen van het Noorden
Sanguita Akkrum en Tygo Gernandt