Ontvoering in Vietnam

Thrillerregisseur Brian De Palma is het pispaaltje van de internationale filmkritiek. Men verwijt hem plagiaat en seksisme. Goedkope kritiek. De Palma heeft weliswaar zijn montagetechniek deels van Hitchcock afgekeken, maar hij past deze zo schaamteloos en zo virtuoos toe dat dit jatwerk als een hommage moet worden beschouwd.

De Palma's wapen tegen de moralisten is ironie. In de quasi-pornografische thriller 'Body Doublé', bijvoorbeeld, confronteerde hij de toeschouwer met diens eigen zwakheden: iedere filmliefhebber is een voyeur. De Palma heeft nu voor het eerst een realistische film gemaakt, 'Casualties of War'.

Soldaat Eriksson (Michael J. Fox) is gelegerd in Vietnam. Hij is een groentje en voelt zich een buitenstaander in de hechte groep veteranen. Wanneer sergeant Meserve (Sean Penn) het peloton beveelt een boerenmeisje te kidnappen om haar als hoer te gebruiken, komt Eriksson in gewetensnood. Hij durft echter niet in te grijpen. Hij is bang voor represailles en staat bovendien in het krijt bij Meserve, die hem ooit het leven heeft gered. Pas nadat het meisje is verkracht en vermoord neemt Eriksson een besluit: hij stapt naar de krijgsraad.

'Casualties of War' verschilt van De Palma's overige werk door de serieuze thematiek. Het is een aangrijpend relaas over individuele ethiek versus solidariteits-drang, waarin ieder spoor van ironie ontbreekt. De film is opvallend nuchter van toon en sober van vorm. Jammer genoeg is er wel sprake van stijlbreuken.

Zo wordt de scène, waarin Eriksson het meisje probeert te troosten, door Ennio Morricone's pompeuze muziek tot melodrama opgeblazen en daardoor onbedoeld irritant. Daarnaast kiest De Palma soms voor de klinische montage die in het thrillergenre spanning oproept, maar een averechts effect sorteert in oorlogsfilms. Maar 'Casualties of War' is alleen al de moeite waard vanwege de uiterst beklemmende epiloog, die je een gemene metrofobie bezorgt.